4.1 De sociale partners
Wet op de cao
Welke partijen zijn betrokken bij de cao-onderhandelingen? Op basis van de Wet op de cao komen alle cao’s in Nederland tot stand na onderhandelingen tussen werkgevers(organisaties) en werknemersorganisaties: de sociale partners. Individuele werknemers en de overheid zijn geen partij in de onderhandelingen.
4.1.1 Werkgever(sorganisaties)
vereniging
Werkgevers zitten dus aan de ene kant van de onderhandelingstafel. Dit kan een werkgeversvereniging zijn, maar ook een individuele werkgever. Dat is afhankelijk van de cao waaronder uw organisatie valt (zie ook paragraaf 4.2).
Bedrijfstak-cao
vereniging
Valt uw organisatie onder een bedrijfstak-cao, dan is de overeenkomst aangegaan door een werkgeversorganisatie. Dit zijn werkgevers die zijn verenigd in een vereniging of een stichting. Van belang is dat deze vereniging volledige rechtsbevoegdheid van de werkgevers heeft. Onder volledige rechtsbevoegdheid wordt verstaan dat de vereniging of stichting zelfstandig alle rechten en plichten kan uitoefenen die nodig zijn voor de onderhandelingen.
cao-partij
De werkgeversorganisatie vertegenwoordigt alle binnen de bedrijfstak opererende organisaties en voert de onderhandelingen namens hen gezamenlijk. Binnen een bedrijfstak kunnen soms meerdere werkgeversorganisaties optreden als cao-partij.
Ondernemings-cao
werkgeverszijde
Bij een ondernemings-cao is de individuele werkgever de cao-partij aan werkgeverszijde. Hierbij is dus geen werkgeversorganisatie betrokken die de werkgever vertegenwoordigt. Ook nu geldt dat de werkgever volledige rechtsbevoegdheid moet hebben.
4.1.2 Vakbonden
vakvereniging
Werknemers kunnen alleen in georganiseerd verband een partij vormen in cao-onderhandelingen. Zowel bij een bedrijfstak-cao als bij een ondernemings-cao voeren werknemersverenigingen de onderhandelingen met de werkgever of werkgeversvereniging(en). Een werknemersvereniging kent u waarschijnlijk beter onder de naam vakbond of vakvereniging. Een werknemersvereniging behartigt de collectieve belangen van de aangesloten werknemers (de leden). Los van het feit hoe de werknemersvereniging zich noemt, moet ook hier altijd sprake zijn van een volledige rechtsbevoegdheid om een cao rechtsgeldig te kunnen afsluiten.
Leden
principeakkoord
Individuele werknemers zijn dus geen partij in de cao-onderhandelingen, ook niet als ze lid zijn van een werknemersorganisatie. Leden hebben natuurlijk wel de mogelijkheid om binnen hun vereniging of bond hun stem te laten gelden. De werknemersorganisatie heeft namelijk een meerderheid van stemmen nodig voor het onderhandelingsresultaat, eindbod of principeakkoord. Pas dan spreekt de vakbond over een cao-akkoord. Stemt de meerderheid van de leden tegen, dan volgt vaak een nieuwe onderhandelingsronde. Uw OR kan de aangesloten werknemers adviseren over de inhoud van de cao en hoe ze het beste kunnen stemmen.
Werknemers die geen lid zijn, hebben geen formele mogelijkheid om hun stem te laten horen. Voor hen geldt de cao echter (meestal) net zo goed.