4.4 Andere wet- en regelgeving voor de OR
rapporteren
In relatie tot financiën en de rapportages zijn er verschillende wetten en regels die organisaties verplichten te rapporteren over het gevoerde beleid. Dit reikt verder dan alleen de financiële cijfers, zoals u hiervoor heeft gelezen. Enkele belangrijke artikelen en sommige opvallende wijzigingen van de afgelopen tijd volgen hieronder.
4.4.1 Artikel 24 en artikel 31a WOR
bespreken
Artikel 24 WOR leent zich bij uitstek om de financiële cijfers, zowel de terugblik als de visie naar de toekomst, te bespreken. Dit overleg moet minimaal twee keer per jaar plaatsvinden. Tijdens dit overleg bespreken u en uw bestuurder de algemene gang van zaken, bijvoorbeeld naar aanleiding van de bespreking van de jaarrekening en het jaarverslag.
In het artikel-24-overleg komt ook ter sprake welke advies- en instemmingsaanvragen uw OR de komende periode kan verwachten. Hierover leest u meer in de volgende hoofdstukken.
Internationaal
resultaten
In artikel 31a WOR staat ook dat een OR van een internationale organisatie het recht heeft om inzage te krijgen in welk deel van de totale omzet en resultaten van het concern toe te schrijven is aan de eigen (Nederlandse) organisatie. Dit is immers in internationale geconsolideerde rapportages niet altijd goed terug te vinden.
4.4.2 Wet op de jaarrekening en vennootschappen
De verantwoordelijkheden van bestuurders staan in de Wet op de jaarrekening (Burgerlijk Wetboek artikel 9). Elke bestuurder is verplicht om zijn taken naar behoren uit te voeren ten opzichte van de rechtspersoon.
Verplichting voor vennootschappen
deponeren
Elke Nederlandse besloten vennootschap (bv) en naamloze vennootschap (nv) moet jaarlijks een jaarrekening opstellen en deze deponeren volgens de voorschriften van Titel 9, Boek 2 Burgerlijk Wetboek.
4.4.3 Corporate Sustainability Reporting Directive
De Europese richtlijn Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) verplicht grote organisaties in de EU-lidstaten om te rapporteren over hun duurzaamheidsbeleid. Dit duurzaamheidsverslag vormt een onderdeel van het bestuursverslag. Het bestuursverslag maakt deel uit van het jaarverslag, waar de jaarrekening ook in te vinden is. Niet alle organisaties hoeven te rapporteren en niet alle organisaties hoeven op hetzelfde moment te gaan rapporteren.
Verslag
De CSRD verplicht organisaties inzicht te geven in de impact van duurzaamheidsfactoren op de organisatie en de impact van de onderneming op mens en milieu. In het verslag moet de organisatie rapporteren over de thema’s Environment, Social en Governance (ESG). De bestuurder is hiervoor verantwoordelijk en hij moet zich hierbij houden aan de geldende rapportagestandaarden, de European Sustainability Reporting Standard (ESRS). Onder de ESG vallen thema’s die ook voor uw OR belangrijk zijn en waarover u regelmatig adviseert, instemt en initiatieven ontplooit. Als het goed is, is een groot deel van de duurzaamheidsrapportage dan ook bekend bij uw OR.
Wanneer welke organisaties moeten voldoen aan de CSRD-rapportageplicht staat in een overzicht op ser.nl/nl/thema/duurzaamheid/eu-duurzaamheidsrapportage
Agenderen
initiëren
Ook, of juist, uw OR kan verantwoordelijkheid nemen binnen de mogelijkheden door beleid op de genoemde drie hoofdonderwerpen van de CSRD te agenderen, te stimuleren, te initiëren en een vinger aan de pols te houden.
4.4.4 Collectieve arbeidsovereenkomsten
wijziging
In de collectieve arbeidsovereenkomst (cao) worden regelmatig afspraken gemaakt waarin de bevoegdheden van de OR ten aanzien van de financiële cijfers van de organisatie worden uitgebreid. Zo staat in de cao-gehandicaptenzorg bijvoorbeeld dat bij een belangrijke tussentijdse wijziging van de begroting de OR het recht van advies heeft conform artikel 25 WOR. In de cao van de geestelijke gezondheidszorg staat dat de OR het recht heeft om de conceptbegroting te bespreken met de bestuurder.
4.4.5 De Wet op het hoger onderwijs
invloed
De Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) geeft de medezeggenschap in het hoger onderwijs ook extra bevoegdheden op financieel gebied, zoals het instemmingsrecht op de (hoofdlijnen van) de begroting. Dit geeft de medezeggenschap in het hoger onderwijs bijzonder veel invloed. Tegelijkertijd is het zo dat de deelbegrotingen decentraal worden opgesteld. De kunst is dan om als OR op tijd betrokken te worden, zodat van daadwerkelijke invloed sprake kan zijn. Over deelbegrotingen leest u in het volgende hoofdstuk meer.