10.2 Programma’s
PSA
trends
De Arbeidsinspectie werkt met programma’s. In het meerjarenplan 2023-2026 beschrijft de NLA 11 programma’s:
- arbeidsuitbuiting en ernstige benadeling;
- uitzendbureaus;
- internationaal, schijnconstructies en cao-naleving;
- toezicht Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (SUWI) en sociaal domein;
- psychosociale arbeidsbelasting (PSA), arbeidsdiscriminatie en fysieke belasting;
- asbest;
- blootstelling aan gevaarlijke stoffen en ioniserende straling;
- procesveiligheid BRZO en ARIE;
- certificatie en marktoezicht;
- goed werkgeverschap in sectoren en ketens;
- trends en ontwikkelingen.
Wet SUWI
Het merendeel van de programma’s is thematisch: ze zijn gericht op een bepaalde groep risico’s. U kunt hierbij denken aan arbeidsuitbuiting en ernstige benadeling, psychosociale arbeidsbelasting en het toezicht op de uitvoering van de Wet SUWI en samenwerking in het sociaal domein. Het programma goed werkgeverschap in sectoren en ketens is niet gericht op een specifieke categorie risico’s.
Arbowet
De Arbowet verplicht u om aandacht te besteden aan PSA in de RI&E. U moet aangeven of werknemers het risico lopen op PSA en welke maatregelen u neemt om deze risico’s tegen te gaan.
Agressie en geweld, discriminatie, (seksuele) intimidatie, pesten en werkdruk zijn vormen van PSA. Als deze vormen van ongewenst gedrag in de organisatie voorkomen, kunnen ze grote gevolgen hebben voor het welzijn en de productiviteit van de werknemers.
Beleid
vertrouwenspersoon
De Arbeidsinspectie controleert of uw organisatie beleid heeft voor het voorkomen van PSA. U kunt dit aantonen door onder andere een vertrouwenspersoon aan te stellen en een gedragscode op te stellen. NLA biedt een zelfinspectietool aan waarmee u kunt controleren of uw organisatie voldoende maatregelen neemt om het risico van PSA aan te pakken. U vindt de tool op de website van de NLA. Eventueel kunt u de hulp inschakelen van een arbeids- en organisatiedeskundige.
10.2.1 Sectoren
eerlijk werk
werkethos
Een aantal sectoren krijgen extra aandacht van de Arbeidsinspectie. Werknemers in deze sectoren lopen extra risico’s op het gebied van arbeidsomstandigheden of eerlijk werk. Denk maar eens aan de gevolgen die ongelijke beloningen kunnen hebben voor werknemers. Als een vrouw bijvoorbeeld minder krijgt betaald dan een mannelijke collega, terwijl zij hetzelfde werk doen en grofweg dezelfde ervaring hebben, kan dit een behoorlijk effect hebben op haar gemoedstoestand en werkethos. De Arbeidsinspectie richt zich op de volgende branches:
- agrarisch en groen;
- bouw en infrastructuur;
- transport en logistiek;
- horeca en detailhandel;
- schoonmaak;
- zorg;
- uitzendbureaus en distributiecentra;
- industriële arbeid.
10.2.2 Voorlichting
communicatie
De Arbeidsinspectie richt zich in 2024 verder op het geven van voorlichting aan werkgevers die niet op de hoogte zijn van wet- en regelgeving. De communicatie is gericht op het uitleggen van de regels en het vergroten van de kennis van werknemers over het toepassen van die regels en om hun (risico)bewustzijn te vergroten.
10.2.3 Meldingen en verzoeken
vakbond
Tot slot zijn er de meldingen en verzoeken die aandacht krijgen van de Arbeidsinspectie. Het gaat om alle meldingen die binnenkomen. Ze kunnen afkomstig zijn van werknemers, werkgevers, vakbonden, OR-leden of betrokkenen. De meldingen vallen uiteen in twee categorieën, namelijk:
- meldingen, verzoeken en preventie ongezond en onveilig werk;
- meldingen en preventie oneerlijk werk.
In paragraaf 5.3 leest u hoe een bezoek van een inspecteur naar aanleiding van een melding in z’n werk gaat. In principe vertelt een inspecteur niet dat hij langskomt vanwege een melding en heeft de inspectie voor u dus alles weg van een reguliere controle.