2.3 Adviesrecht
niet alledaags
Uw OR heeft adviesrecht bij ‘belangrijke besluiten die de onderneming aangaan’, zo bepaalt artikel 25 WOR. Besluiten die gaan over een onderwerp dat voor de organisatie niet alledaags is, zijn vaak belangrijk. Ook besluiten die ingrijpende gevolgen hebben voor de organisatie zijn bijna altijd belangrijk. Uw bestuurder moet uw OR dus in staat stellen om advies uit te brengen over belangrijke besluiten.
kantonrechter
Hij is niet verplicht om uw advies op te volgen, maar als hij dat niet doet, moet hij daar wel een goede reden voor hebben. Deze reden moet hij bovendien schriftelijk aan uw raad meedelen. Vindt u de reden van de bestuurder niet afdoende, dan hoeft uw OR zich er niet bij neer te leggen. U kunt ervoor kiezen om naar de kantonrechter stappen, maar dit kan een verstoorde verhouding tussen uw OR en de bestuurder tot gevolg kan hebben.
Overlegvergadering
artikel 25 WOR
wijzigen
Een adviesaanvraag bespreken uw bestuurder en uw OR minstens één keer in een overlegvergadering. Dat is verplicht volgens artikel 25, lid 4 WOR. Als het besluit waarvoor uw bestuurder advies aanvraagt gevolgen heeft voor de werk-privébalans van uw achterban, kunt u dit aspect in het overleg aan de orde stellen en een alternatief aandragen. Uw bestuurder wil het voorgenomen besluit dan misschien zo wijzigen dat uw raad er alsnog positief over kan adviseren.
2.3.1 Belangrijk advies bij HNW
adviesrecht
Uw OR heeft dus adviesrecht bij ‘belangrijke’ besluiten. Regelmatig hebben bestuurders en ondernemingsraden discussies over welke besluiten belangrijk zijn en of de raad dus adviesrecht heeft. Als uw bestuurder Het Nieuwe Werken (HNW) – een term die inmiddels niet zo nieuw meer is – wil invoeren, heeft uw OR in ieder geval wel adviesrecht.
Inrichting
Volgens de WOR heeft uw OR namelijk adviesrecht bij voorgenomen besluiten over:
- belangrijke wijzigingen in de inrichting van de organisatie;
- belangrijke investeringen ten behoeve van de organisatie.
fikse investering
Deze omstandigheden zijn aan de orde als uw bestuurder HNW gaat invoeren. De organisatie van het werk verandert drastisch als werknemers volgens HNW gaan werken. Bovendien gaat dit hoogstwaarschijnlijk gepaard met een herinrichting van uw bedrijfspand, waar vaak een fikse investering nodig is. Dat is op basis van artikel 25 lid 1h WOR adviesplichtig. Stapt uw organisatie over op HNW, dan heeft u dus zeker adviesrecht. Geen discussie!
2.3.2 Beroepsrecht
bedrijfscommissie
Ondernemingskamer
opschortingstermijn
Mocht uw bestuurder een andere mening zijn toegedaan over of hij wel of niet een adviesaanvraag moet indienen bij uw OR, dan gaat u daarover in gesprek. Levert dat gesprek niet de uitkomst op waar uw bestuurder en OR op hadden gehoopt, dan kunt u overleggen of u samen naar de bedrijfscommissie stapt. De bedrijfscommissie kan aangeven of de kwestie inderdaad adviesplichtig is en – als de gemoederen hoog zijn opgelopen – bemiddelen tussen uw OR en uw bestuurder. Weigert de bestuurder naar de bedrijfscommissie te gaan, dan kunt u in beroep gaan bij de Ondernemingskamer (OK). Dat kunt u doen om drie redenen:
- Uw bestuurder vraagt geen advies.
- Uw bestuurder neemt een besluit dat afwijkt van het advies van uw OR.
- Nadat uw OR advies heeft uitgebracht, zijn er feiten bekend geworden die voor uw OR reden waren geweest om een ander advies uit te brengen.
U heeft niet onbeperkt de tijd om naar de OK te stappen, maar moet dit doen binnen de zogeheten opschortingstermijn. Deze termijn van één maand gaat in op de dag dat uw bestuurder uw OR schriftelijk meedeelt dat zijn voorgenomen besluit niet of niet geheel overeenkomstig is met het OR-advies, op de dag dat u hoort over een genomen besluit dat adviesplichtig was of op de dag dat u extra informatie heeft ontvangen die tot een ander advies had kunnen leiden.
Concreet verzoek indienen
intrekken
ondernemingsbelang
Als uw OR heeft besloten gebruik te maken van het beroepsrecht, dient u een verzoekschrift in bij de OK. Daarin vraagt u de OK bijvoorbeeld om de bestuurder op te leggen het besluit in te trekken of ongedaan te maken. Een procedure bij de OK heeft in grote lijnen één van de volgende (bindende) uitkomsten:
- De OR krijgt geen gelijk, de bestuurder mag het besluit uitvoeren; de OK vindt dat de bestuurder geen procedurele fouten heeft gemaakt én dat hij voldoende rekening heeft gehouden met het OR-advies.
- De OR krijgt gelijk, maar de bestuurder mag zijn besluit uitvoeren, bijvoorbeeld omdat de OK vindt dat het ondernemingsbelang zwaarder weegt dan de procedurefouten.
- De OR krijgt gelijk, de bestuurder mag zijn besluit niet uitvoeren of moet het terugdraaien; de OK vindt dat het besluit kennelijk onredelijk is vanwege bijvoorbeeld een procedurefout.
Als uw OR of de bestuurder het niet eens is met de uitspraak van de OK, is er nog de mogelijkheid om in cassatie te gaan bij de Hoge Raad. Die beoordeelt alleen of het recht juist is toegepast en gaat niet in op de inhoud van de zaak.