U bent hier

2.2 Instemmingsrecht

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier OR Rendement
Publicatiedatum: juni 2020

arbeidsomstandigheden

Uw OR heeft volgens artikel 27 WOR instemmingsrecht bij besluiten die uw bestuurder neemt op het gebied van de arbeidsomstandigheden in uw organisatie. Instemmingsrecht heeft u ook bij belangrijke wijzigingen in de arbeids- en rusttijden. Uw bestuurder is dus verplicht om zijn voorstel aan uw OR voor te leggen.

werk-privé­balans

Als uw bestuurder bijvoorbeeld de verlofmogelijkheden wil uitbreiden, thuiswerken wil invoeren of de werkroosters wil veranderen, mag dat pas als uw OR daarmee heeft ingestemd. Uw OR kan dan eerst nagaan wat de plannen van uw bestuurder betekenen voor de werk-privébalans van de werknemers in uw organisatie. Pakken ze negatief uit, dan kunt u in gesprek gaan met uw bestuurder en aangeven welke verbeteringspunten uw raad ziet voor het plan.

Een belangrijk document waar uw OR instemmingsrecht op heeft, is de RI&E. Daarin staan vaak maatregelen om de werk-privébalans te versterken.

Vervangende instemming

kantonrechter

Als uw OR weigert in te stemmen met een voornemen van de bestuurder, mag uw bestuurder het besluit in principe niet doorvoeren. Vindt hij de weigering van uw OR onredelijk, dan kan hij proberen om via de kantonrechter vervangende instemming te krijgen (artikel 27, lid 4 WOR).

Vervangende instemming verkrijgen

De bedrijfscommissie bemiddelt

niet meer 
verplicht

Vroeger moest een bestuurder bij een geschil met uw OR eerst naar de bedrijfscommissie, die dan bemiddelde tussen hem en uw OR. Al sinds 2013 is deze bemiddeling niet meer verplicht. Vrijwillige bemiddeling door de bedrijfscommissie kan wel een goede optie zijn. Het is kosteloos en anoniem. Let op: het advies is niet bindend.