U bent hier

1.2 Geschiedenis

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier HR Rendement
Publicatiedatum: maart 2024

Dartmouth Conferentie

Hoe is AI eigenlijk ontstaan? AI lijkt misschien iets van de afgelopen jaren, maar de term AI dateert al uit 1956. Toen vond namelijk de Dartmouth Conferentie plaats: toen werd voor het eerst over de grote mogelijkheden van ‘artificial intelligence’ gesproken.

De Dartmouth Conferentie wordt vaak gezien als de start van AI als een onafhankelijk veld van wetenschappelijk onderzoek.

1.2.1 Robot

neuraal ­netwerk

Vóór die tijd was er al wel de uitvinding van de eerste mechanische rekenmachine (1642), redeneerde Thomas Bayes in 1763 over de waarschijnlijkheid van gebeurtenissen (de basis van algoritmes), gebruikte Karel apek voor het eerst de term ‘robot’ in 1921 en was er een theoretisch concept van neurale netwerken in 1943. In 1950 publiceerde Isaac Asimov zijn boek ‘I, Robot’, met daarin de drie wetten van robotica. In datzelfde jaar werd de Turingtest bekend als manier om te bepalen hoe intelligent een machine is. Tot aan de jaren 70 bleef het veld zich ontwikkelen. Bijvoorbeeld met chatbot ELIZA (1966), die in simpele gesprekken met mensen de illusie van intelligentie en empathie wist te creëren.

Ontwikkeling in een winterdip

AI-winter

In de jaren 70 kende de ontwikkeling van AI een dipje. Dat werd een AI-winter genoemd. Na alle investeringen bleef significante vooruitgang uit, waardoor de interesse in AI-onderzoek en de nodige investeringen afnamen. In de jaren 90 volgde een vergelijkbare AI-winter. Wel ontwikkelde de Nederlander Guido van Rossum in 1991 de programmeertaal Python, dat inmiddels de standaard voor machine learning is. Ook wist de computer Deep Blue van IBM schaakkampioen Garry Kasparov te verslaan.

1.2.2 Deep Neural Networks

opleving

verbod

In de jaren 2000 kwam AI opnieuw in beeld. Met de opkomst van krachtige computers, grote hoeveelheden data (big data) en geavanceerde algoritmes, maakte AI een enorme opleving en groei door. AI kon steeds ingewikkeldere taken uitvoeren. Deep Neural Networks ontstonden en de term ‘deep learning’ (zie paragraaf 1.4.3) begon populairder te worden. In 2011 kunnen consumenten slimme speakers als Google Home, Amazon Alexa en Apple’s Siri kopen. In 2015 waarschuwen onder andere Stephen Hawking en Elon Musk voor autonome wapens: AI-wapens die zelf hun doelwit kunnen bepalen en die vervolgens uitschakelen. Volgens AI- en robotonderzoekers zou hier een verbod op moeten komen. In hoofdstuk 8 leest u meer over de risico’s van AI.

Voorspellingen doen

gezichtsherkenning

ChatGPT-3

De opkomst van neurale netwerken heeft in belangrijke mate bijgedragen aan de verdere ontwikkeling van AI. Daardoor is het mogelijk om de werking van het menselijk brein na te bootsen, waardoor technologie in staat is om beeld en spraak te herkennen, verwerken en genereren. Denk aan gezichtsherkenning, het omzetten van spraak naar tekst, vertalen, chatbots en het samenvatten van teksten. Ook kunnen neurale netwerken patronen vinden in grote datasets, waardoor ze voorspellingen kunnen doen. Bijvoorbeeld over de financiële markt, het weer of om een volgende film of serie aan te bevelen op Netflix. In 2020 publiceert ­OpenAI ChatGPT-3, een taalverwerkingsmodel dat getraind is op miljarden webpagina’s om zelf teksten en computercode te genereren. Over generatieve AI, zoals ChatGPT, leest u meer in paragraaf 1.4.4 en hoofdstuk 3.