6.3 Nominatieve gegevens
detailgegevens
Het nominatieve deel bevat de werknemersgegevens, zijnde de detailgegevens van elke arbeidsverhouding. Het gaat hier om zaken als de persoonsgegevens en loongegevens. Hierna komen de (sub)onderdelen van het nominatieve deel van de loonaangifte aan bod.
6.3.1 Inkomstenverhouding initieel
alle velden invullen
In deze rubriek moet u alle velden invullen. Het gaat hierbij om het nummer inkomstenverhouding, de datum van de aanvang en van het einde van de inkomstenverhouding, de code voor de reden van het einde van de inkomstenverhouding als het een flexwerker betreft en het personeelsnummer.
exacte startdatum
Let op dat u als aanvangsdatum van de inkomstenverhouding de exacte startdatum van de inkomstenverhouding moet invullen – ongeacht of de werkzaamheden ook op die dag starten en of er in dat aangiftetijdvak voor de werknemer wordt verloond – en dat deze datum ná de geboortedatum van de werknemer ligt. Verder is het natuurlijk logisch dat de aanvangsdatum vóór de einddatum van de inkomstenverhouding moet liggen en andersom.
Het nummer inkomstenverhouding moet een uniek nummer van vier posities binnen uw loonadministratie zijn. In de praktijk is de inkomstenverhouding vaak gelijk aan de dienstbetrekking, maar houd er rekening mee dat er ingewikkeldere situaties kunnen bestaan.
6.3.2 Natuurlijk persoon
U moet bepaalde gegevens van de werknemer in de loonaangifte opnemen. Het gaat hierbij om zijn burgerservicenummer (BSN), zijn volledige naam (dus voorletters, voorvoegsel en significant deel van de achternaam), zijn geboortedatum, nationaliteit en geslacht.
dubbele nationaliteit
Alleen bij buitenlandse artiesten is het invullen van een BSN niet verplicht. Bij werknemers met een dubbele nationaliteit moet u in de loonaangifte bij voorkeur de Nederlandse nationaliteit aanhouden.
Als u geen BSN van de werknemer heeft, moet u loonaangifte doen met zijn personeelsnummer (in de betreffende rubriek), onder toepassing van het anoniementarief. Bij de volgende aangifte dat u wel zijn BSN heeft, moet u deze alsnog samen met het personeelsnummer melden.
6.3.3 Adres binnen- en buitenland
loontijdvak
In deze twee rubrieken moet u de adresgegevens van de werknemer invullen. Het gaat hier voor zowel binnen- als buitenlandse adressen om de straatnaam, het huisnummer (met eventuele toevoeging), de locatieomschrijving, de postcode en de woonplaatsnaam. Bij een buitenlands adres moet u verder nog de regionaam en landcode ISO invullen.
6.3.4 Inkomstenperiode
Met de inkomstenperiode wordt feitelijk het loontijdvak bedoeld (zie paragraaf 3.2). Hier moet u de gegevens invullen die in de inkomstenperiode op de werknemer van toepassing (kunnen) zijn:
- datum aanvang inkomstenperiode;
- code soort inkomstenverhouding/inkomenscode;
- code aard arbeidsverhouding;
- code invloed verzekeringsplicht;
- code contract onbepaalde/bepaalde tijd;
- code fase indeling F&Z;
- code CAO (de cao-codes vindt u in een aparte lijst op de website van de Belastingdienst);
- code reden geen bijtelling auto;
- code loonbelastingtabel;
- code verzekeringssituatie Zvw;
- code incidentele inkomstenverhouding.
werknemersverzekeringen
vakantiebonnen
Naast de genoemde codes moet u hier bij elk van de mogelijke premiekortingen of -vrijstelling (zie paragraaf 5.2.1) aangeven of u deze voor de werknemer toepast. Ook moet u hier voor elk van de werknemersverzekeringen WAO/IVA/WGA, WW en ZW aangeven of de werknemer ervoor is verzekerd. Verder moet u aangeven of u de (tijdelijke) heffingskorting voor de werknemer toepast. Ook voor de volgende zaken moet u melden of ze voor de werknemer gelden:
- wachtgeld oude regeling;
- vakantiebonnen;
- het loon bestaat (mede) uit een AOW-uitkering voor alleenstaande (met of zonder kinderen);
- het loon is inclusief Wajong-uitkering;
- personeelslening waarvan de rente- en/of kostenvoordelen niet tot het loon zijn gerekend;
- vervoer vanwege de inhoudingsplichtige.
6.3.5 Werknemersgegevens
loongegevens
In deze rubriek vult u de gegevens in die betrekking hebben op de loongegevens van de werknemer. Het gaat hierbij om het loon voor de loonbelasting/volksverzekeringen en dat voor de werknemersverzekeringen (het SV-loon), om het loon dat belast is volgens tabel bijzondere beloningen, om loon in geld en de waarde van het niet in geld uitgekeerde loon en loon uit overwerk.
Ook moet u hier het bedrag aan bij de werknemer ingehouden loonbelasting/premie volksverzekeringen opnemen, en de bedragen aan voor de werknemer betaalde diverse premies werknemersverzekeringen.
In de rubriek Werknemersgegevens vermeldt u ook de betaalde ZVW-bijdrage. Hiervoor vult u een bedrag in bij Ingehouden bijdrage ZVW óf bij Werkgeversheffing ZVW.
vakantiebijslag
privégebruik auto
vergoede reiskosten
U vult hier ook het aantal SV-dagen en het aantal verloonde uren in. Daarnaast moet u de bedragen die horen bij de volgende rubrieken invullen:
- Aanwas in het cumulatieve premieloon Ufo;
- Vakantiebijslag;
- Opgebouwde recht vakantiebijslag;
- Extra periode salaris;
- Opgebouwde recht extra periode salaris;
- Verstrekte aanvulling op uitkering werknemersverzekering;
- Waarde privégebruik auto: hier vult u het jaarbedrag aan bijtelling in gedeeld door het aantal loontijdvakken;
- Werknemersbijdrage privégebruik auto (dit bedrag mag op jaarbasis niet hoger zijn dan de waarde van het privégebruik van de auto van de zaak);
- Gespaard bedrag levensloopregeling (alleen voor werknemers die onder de overgangsregeling vallen);
- Toegepast bedrag levensloopverlofkorting;
- Bedrag vergoeding reiskosten: het bedrag aan onbelast vergoede reiskosten (maximaal € 0,19 per kilometer);
- Verrekende arbeidskorting;
- Bedrag in uitkering begrepen doorbetaalde alimentatie;
- Bedrag rechtstreeks betaalde alimentatie.
6.3.6 Sector risicogroep
verzekeringsplicht
Deze rubriek moet u alleen invullen als er voor de betreffende werknemer sprake is van een verzekeringsplicht.
- Datum aanvang sectorrisicogroep: deze datum kan niet vóór de start van het dienstverband liggen (op enkele uitzonderingen na);
- Datum einde sectorrisicogroep: dit moet u alleen invullen als de laatste dag van de periode waarin onder de inkomstenverhouding voor een sectorrisicogroep is gewerkt vóór het einde van het aangiftetijdvak of vóór het einde van de inkomstenverhouding in het tijdvak valt;
- Sector: de code van de sector waar de inkomstenverhouding gedurende het aangiftetijdvak onder viel;
- Risicopremiegroep: de code van de risicopremiegroep binnen de geldende sector;
- Aanwas in het cumulatieve premieloon sectorfonds: het bedrag waarover in het aangiftetijdvak premie voor de risicogroep binnen het sectorfonds is berekend;
- Premie sectorfonds (u vult hier het premiebedrag in zonder toepassing van eventuele premiekorting).