U bent hier

Onderneming & Salaris
Loonaangifte10. De mogelijke boetes rond de loonaangifte10.2 Boete voor betaalverzuim

10.2 Boete voor betaalverzuim

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Salaris Rendement
Publicatiedatum: juni 2015

Rond de betaling van de loonaangifte kunnen er ook verschillende zaken mis gaan. Zo kan de betaling achterwege blijven, te laat worden gedaan en onvolledig zijn. Bij elk van deze situaties is er sprake van een betaalverzuim en kan de Belastingdienst uw onderneming een boete opleggen.

Te laat

hangt van situatie af

verzuim­mededeling

boete voor het totaal

Bij een te late betaling hangt het van de situatie af of uw onderneming hiervoor een boete krijgt. De Belastingdienst hanteert hierbij namelijk niet alleen een coulancetermijn van zeven kalenderdagen (na de uiterste betaaldatum) maar kijkt soms ook naar hoe de betaling van de vorige loonaangifte is gegaan:

  • Als u de verschuldigde loonheffingen te laat betaalt maar dat nog binnen de coulancetermijn doet, ontvangt uw onderneming geen boete. Dit geldt echter alleen als de betaling van de vorige loonaangifte op tijd en volledig was. De Belastingdienst stuurt u in dat geval wel een verzuimmededeling. Was de betaling van de vorige loonaangifte te laat of onvolledig, dan legt de fiscus uw onderneming in dit geval wel een verzuimboete op.
  • Als u de verschuldigde loonheffingen te laat en ná de coulancetermijn betaalt, ontvangt uw onderneming een betaalverzuimboete.
  • Als u de verschuldigde loonheffingen te laat en deels binnen en deels ná de coulancetermijn betaalt, ontvangt uw onderneming een boete. Deze betaalverzuimboete krijgt u voor het totaal te laat betaalde bedrag, dus zowel voor het deel dat u binnen de coulancetermijn betaalde als voor het deel dat u erna heeft betaald.

Te weinig

naheffings­aanslag

Constateert de Belastingdienst dat uw onderneming de verschuldigde loonheffingen (deels) niet heeft betaald, dan kan uw onderneming een naheffingsaanslag loonheffingen verwachten. Hierbij legt de fiscus dan een betaalverzuimboete op. Als uw onderneming in dit geval ook een deel van de loonaangifte te laat heeft betaald, berekent de fiscus de boete over het totaal van het niet-betaalde deel en het te laat betaalde deel.

De mogelijke boete voor een betaalverzuim is 3% van het te laat of niet-betaalde bedrag. Hierbij wordt een minimum van € 50 en maximum van € 5.278 aangehouden. In uitzonderlijke situaties kan dit oplopen tot 10% van het te laat of niet-betaalde bedrag, maar maximaal € 5.278.

Vergrijp

grove schuld

brief met uitleg

De Belastingdienst kan uw onderneming in bepaalde situaties in plaats van een betaalverzuimboete een vergrijpboete opleggen. Hiervoor moet er sprake zijn van grove schuld of (voorwaardelijke) opzet bij uw onderneming. Als de fiscus uw onderneming zo’n boete wil opleggen, ontvangt u eerst een brief met uitleg waarom de fiscus vindt dat er sprake is van een vergrijp. U heeft de mogelijkheid om op deze brief te reageren voordat de Belastingdienst de vergrijpboete definitief oplegt.

nieuwe informatie

Een vergrijpboete kan ook achteraf worden opgelegd, als uw onderneming in een voorgaand jaar eerst een betaalverzuimboete heeft gekregen. Hierbij geldt wel als voorwaarde dat de Belastingdienst nieuwe informatie heeft gekregen en die informatie direct tot een vergrijpboete zou hebben geleid. Het bedrag dat u al voor de betaalverzuimboete heeft betaald, komt in mindering op de vergrijpboete.

Uw onderneming kan voor eenzelfde aangiftetijdvak zowel een aangifteverzuimboete als een betaalverzuimboete ontvangen; dus twee boetes rond dezelfde loonaangifte. Dit komt doordat de Belastingdienst de verzuimen los van elkaar vaststelt.