U bent hier

Onderneming & Salaris
Auto van de zaak1. Een auto ter beschikking stellen aan werknemers1.10 Alternatieven voor de auto van de zaak

1.10 Alternatieven voor de auto van de zaak

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Salaris Rendement
Publicatiedatum: augustus 2020

goedkoper

Een auto van de zaak is niet altijd de beste keuze. Heeft een auto een relatief lage cataloguswaarde en maakt de werknemer weinig zakelijke kilometers, dan is een kilometervergoeding vaak goedkoper dan het verstrekken van een auto van de zaak (zie ook paragraaf 1.10.1). Daarnaast kan uw onderneming ook kiezen voor een fiets van de zaak (zie paragraaf 1.10.2) of motor van de zaak (zie paragraaf 1.10.3).

1.10.1 Kilometervergoeding

eigenaar

In plaats van een auto van de zaak is het ook mogelijk een ­kilometervergoeding te geven voor de zakelijke ritten die een werknemer met zijn eigen auto maakt. Hij blijft eigenaar van de auto en ontvangt een belastingvrije vergoeding van € 0,19 per kilometer voor zakelijke ritten. In dat geval is er geen sprake van een ter beschikking gestelde auto en speelt ook de bijtelling wegens privégebruik geen rol.

Hogere vergoeding?

alle autokosten

terbeschikkingstelling

Dit is alleen anders als u een hogere vergoeding verstrekt voor de eigen auto, waarmee alle autokosten, dus inclusief de verzekering, afschrijving en onderhoud plus nog een beetje meer, zijn gedekt. In dat geval is er wél sprake van terbeschikkingstelling en kan ook de bijtelling wegens privégebruik spelen (zie paragraaf 1.1) .

Voorbeeld

ter beschikking

Stel dat een werknemer voor zijn zakelijke kilometers van zijn auto een vergoeding van € 0,30 per kilometer ontvangt. Rijdt hij gemiddeld 60.000 zakelijke kilometers per jaar, dan betekent dit dat hij belastingvrij € 18.000 van zijn werkgever ontvangt. Aan brandstof, verzekering en onderhoud gaat zo’n € 14.000 op. Met de vergoeding zijn de kosten dus ruim gedekt. Hierdoor is sprake is van een ter beschikking gestelde auto en daarmee van loon in natura. De werknemer krijgt dus te maken met een bijtelling voor het privégebruik van de auto van de zaak.

1.10.2 Fiets van de zaak

fiscale regels

Mocht uw onderneming willen stimuleren dat een werknemer met de fiets komt en biedt uw organisatie een (regeling voor de) fiets van de zaak aan, dan moet u wel rekening houden met de fiscale regels. U moet daarbij onderscheid maken in vergoeden, verstrekken of ter beschikking stellen. Het maakt fiscaal gezien verschil of uw onderneming de fiets vergoedt, verstrekt of aan de werknemer ter beschikking stelt.

Vergoeden of verstrekken

drie opties

Vergoedt of verstrekt uw onderneming namelijk een fiets, dan heeft u drie opties:

  • u telt de waarde van de vergoeding of verstrekking bij het belaste loon van de werknemer;
  • u bruteert de waarde, zodat de werknemer netto het aanschafbedrag overhoudt;
  • u wijst de vergoeding of verstrekking aan als eindheffingsloon en brengt deze onder in de vrije ruimte.

loon­administratie

Vergoedt u aan een werknemer (een deel van) de aanschafprijs van een fiets die hij heeft gekocht? Dan is het bedrag dat u vergoedt het bedrag dat u moet verwerken in de loonadministratie. Verstrekt u een fiets, dan gebruikt u de factuurwaarde of de waarde in het economische verkeer van de fiets. Een eigen bijdrage van de werknemer kunt u daarbuiten laten.

Ter beschikking stellen

vaste bijtelling

Sinds 1 januari 2020 geldt er voor een ter beschikking gestelde fiets – net als voor een auto van de zaak – een vast bijtellingspercentage voor het privégebruik. Het percentage dat u vanaf dan moet bijtellen bij het loon van een werknemer die een fiets van de zaak heeft, is 7% van de nieuwwaarde van die fiets.

onderhoud

Als waarde van de fiets geldt de aanschafprijs, officieel ‘de oorspronkelijk in Nederland door de fabrikant of importeur publiekelijk kenbaar gemaakte consumentenadviesprijs van de betreffende (of meest vergelijkbare) fiets’. De bijtellingsregeling geldt voor alle ter beschikking gestelde fietsen, dus ook voor bakfietsen, racefietsen, elektrische fietsen en speed pedelecs. Onderhoud speelt voor de bijtelling geen rol, omdat deze kosten voor uw organisatie zijn als eigenaar van de fiets.

Accessoires die onderdeel zijn van de fiets – zoals een upgrade van een accu bij een e-bike – zitten bij de consumentenprijs inbegrepen en worden meegenomen in de bijtelling. Losse accessoires die uw onderneming ter beschikking stelt, zijn regulier (eindheffings)loon.

Vervoer vanwege de werkgever

De forfaitaire bijtelling voor privégebruik geldt alleen bij een terbeschikkingstelling: de ‘echte’ fiets van de zaak. Uw onderneming blijft eigenaar van de fiets en de werknemer heeft het gebruiksgenot ervan. Omdat een ter beschikking gestelde fiets als ‘vervoer vanwege de werkgever’ geldt, is onbelaste vergoeding van ermee afgelegde kilometers niet mogelijk, ook niet voor woon-werkverkeer, tenzij u de reiskostenvergoeding onderbrengt in de vrije ruimte.

1.10.3 Motor van de zaak

geen bijtelling

Sommige werknemers vinden het fijner om met de motor naar het werk te komen dan met de auto of het openbaar vervoer. Het is daarom mogelijk om een motor ter beschikking te stellen aan een werknemer. U hoeft in dat geval geen forfaitaire bijtelling te hanteren voor het privégebruik zoals u dat voor de auto en fiets van de zaak wel doet.

Kilometerprijs

waarde

Als uw onderneming een ander vervoersmiddel dan een auto of fiets aan een werknemer ter beschikking stelt, zoals een motor, bromfiets of (elektrische) scooter, is de waarde in het economische verkeer van het privégebruik loon van de werknemer. Die waarde berekent u door het aantal privékilometers te vermenigvuldigen met de werkelijke kilometerprijs. Een eventuele eigen bijdrage van de werknemer haalt u daar vanaf.

Die kilometerprijs bestaat uit de kosten per kilometer van een vervoersmiddel aan brandstof, onderhoud, reparatie, afschrijving, motorrijtuigenbelasting en verzekering (niet zo eenvoudig vast te stellen dus!).

Eindheffingsloon

vrije ruimte

Overigens mag u de waarde in het economische verkeer van het vervoersmiddel ook aanwijzen als eindheffingsloon en onderbrengen in de vrije ruimte van de werkkostenregeling. Bekijk dan wel goed of u voldoet aan de zogeheten gebruikelijkheidstoets.