3.3 Kwaliteitseisen

Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek kent geen regels die bepaalde personen van de benoeming tot bestuurder van een rechtspersoon uitsluiten.

3.3.1 Bestuursverbod

-

faillissement

Op grond van de per 1 juli 2016 in werking getreden Wet civielrechtelijk bestuursverbod is er echter een wettelijke mogelijkheid ontstaan om een bestuursverbod op te leggen aan de volgende personen:

• bestuurders die faillissementsfraude plegen; of
• bestuurders die zich schuldig maken aan wanbeheer in de aanloop naar een faillissement.

Rechter

volmacht

De rechter legt het verbod op en stelt ook de periode vast waarvoor het verbod zal gelden. Ook stelt de rechter eventuele uitzonderingen vast. Het verbod kan ook inhouden dat iemand geen volmacht kan krijgen gedurende een bepaalde periode of de rechtspersoon niet mag vertegenwoordigen.

3.3.2 Voorbeelden van kwaliteitseisen

beroep

In de statuten kunt u binnen bepaalde grenzen eisen stellen waaraan bestuurders moeten voldoen. Hierbij moet u denken aan de eis dat een bestuurder een bepaald beroep uitoefent en daartoe ook bevoegd moet zijn. Dit is bijvoorbeeld het geval bij een praktijkvennootschap, de vennootschap tot uitoefening van een bepaald beroep, zoals accountant of advocaat. Een ander vereiste kan zijn dat de bestuurder ten minste een bepaald percentage van de aandelen in de bv moet houden of aandelen van een bepaalde soort.

3.3.3 Afwijzing door algemene vergadering

De wet bepaalt dat de algemene vergadering deze eisen terzijde kan leggen. De regels voor een besluit hierover zijn gelijk aan de regels voor wijziging van de statuten. Als u kwaliteitseisen opneemt, vergeet dan niet om in de statuten ook te bepalen wat er gebeurt als de bestuurder niet meer aan de kwaliteitseisen voldoet. De heersende opinie is dat een bestuurder het bestuurderschap niet verliest zodra hij niet meer voldoet aan de kwaliteitseisen. Het verlies van de kwaliteitseis kan wel een grond opleveren voor ontslag.

Grenzen

nationaliteit

Kwaliteitseisen mogen niet in strijd zijn met de wet of openbare orde. Ook mogen ze er niet toe leiden dat het erg moeilijk of onmogelijk wordt om bestuurders te benoemen. Zo is bijvoorbeeld een nationaliteitseis niet toegestaan, wel mag u in de statuten bepalen dat een bestuurder Nederlands ingezetene moet zijn.