U bent hier

Onderneming & Fiscus
Van IB naar VPB en terug3. Van eenmanszaak naar bv3.3 Ruisend of geruisloos

3.3 Ruisend of geruisloos

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Fiscaal Rendement
Publicatiedatum: oktober 2018

Voor u een definitieve keuze maakt, moet u een goed inzicht hebben in de fiscale en financiële voor- en nadelen van beide methoden van omzetting. Bij een geruisloze inbreng hoeft u niets af te rekenen met de fiscus, uitgezonderd over de fiscale oudedagsreserve (zie ook hoofdstuk 4). Bij een ruisende inbreng rekent u af over alle stille reserves, inclusief goodwill en fiscale reserves.

Voordelen

Tegenover de fiscale afrekening bij een ruisende inbreng staan ook een aantal voordelen. De belangrijkste zijn:

  • De afschrijvingsbasis gaat omhoog, waardoor u in de toekomst minder vennootschapsbelasting hoeft te betalen.
  • Voor de stakingswinst die u in principe moet afrekenen kunt u – tot op zekere hoogte – een stakingslijfrente bij de bv of bij een verzekeraar bedingen en daardoor afrekening naar de toekomst uitstellen.
  • De lijfrente die bij een ruisende inbreng te bedingen is, is jaarlijks op te renten (de oprenting is een aftrekpost voor de bv).
  • U kunt zelf bepalen welke vermogensbestanddelen u inbrengt in de bv. Bij een geruisloze inbreng kunt u ook vermogensbestanddelen buiten de inbreng houden, maar bent u aan strikte regels gebonden.

Let erop dat als u geen hele onderneming inbrengt maar een gedeelte inclusief de onroerende zaak, u geen vrijstelling overdrachtsbelasting krijgt (zie paragraaf 3.7).

Keuze

In het algemeen is een ruisende inbreng een betere keuze wanneer de meerwaarde (stille reserve, fiscale reserves en goodwill) niet meer bedraagt dan ruim € 200.000 (en ruim € 450.000 als u 61 jaar of ouder bent). U kunt belastingheffing over de stakingswinst (plus de oudedagsreserve) voorkomen door een lijfrente ter grootte van de meerwaarde te bedingen bij de bv.