9.4 Voorrecht van de fiscus
voorrang fiscus
Het kan voorkomen dat niet alleen de Belastingdienst, maar ook andere schuldeisers beslag leggen. In dat geval heeft de fiscus voorrang op de opbrengst. Pas als de belastingschulden zijn voldaan komen andere schuldeisers aan de beurt.
Dit voorrecht van de Belastingdienst geldt niet ten opzichte van een hypotheek- of pandhouder. Deze partijen hebben een bijzonder voorrecht en gaan voor de fiscus.
9.4.1 Rangorde schuldeisers
meerdere schuldeisers
overige schuldeisers
Zijn er meerdere schuldeisers, dan bepaalt de rangorde dus wie er betaald krijgt. De rangorde is als volgt:
Het fiscale voorrecht ziet op alle goederen van de belastingschuldige. Dit betekent dat de ontvanger zijn vordering kan verhalen op uw gehele vermogen. Schuldeisers zonder voorrecht of met een lager voorrecht komen pas na de Belastingdienst aan de beurt.
9.4.2 Bodemrecht Belastingdienst
bijzonder voorrecht
Ten aanzien van bepaalde roerende zaken heeft de Belastingdienst een bijzondere positie. Er geldt een bijzonder voorrecht voor zogenoemde bodemzaken.
Mededelingsplicht
op de bodem
De ontvanger heeft namelijk het recht om de belastingschuld met voorrang te verhalen op bepaalde roerende zaken die zich bij de belastingschuldige op zijn bodem bevinden. Het maakt hierbij niet uit of deze zaken uw eigendom zijn of dat van een derde. Dit is een zogenoemd bodemvoorrecht of bodemrecht. Sinds 1 januari 2013 geldt er een mededelingsplicht voor de pandhouder of eigenaar van de bodemzaak, zodat de fiscus de tijd heeft om zijn voorrecht uit te oefenen.