9.3 Gevolgen te laat betalen
zeven dagen
Het is dus erg belangrijk om de betalingstermijn in de gaten te houden. U krijgt een betalingsherinnering als u niet of niet op tijd heeft betaald. U krijgt de kans om het bedrag alsnog binnen zeven dagen te betalen zonder bijkomende kosten.
9.3.1 Aanmaning
kosten
Staat het bedrag binnen de termijn van de betalingsherinnering nog steeds niet op de rekening, dan volgt een aanmaning. Deze moet u binnen veertien dagen betalen. Aan deze aanmaning zijn wel kosten verbonden. Bij een aanslag tot € 454 wordt € 7 in rekening gebracht. Voor hogere aanslagen betaalt uw bedrijf € 16 aan kosten. Blijft ondanks de aanmaning betaling uit, dan stuurt de Belastingdienst een dwangbevel.
9.3.2 Dwangbevel
uiterste betaaldatum
In het dwangbevel van de Belastingdienst staat binnen welke termijn u het bedrag moet betalen. Dit is de uiterste betaaldatum van uw aanslag.
Bij de betaling van uw belastingschuld moet u rekening houden met de verwerkingstijd van de bank. U heeft pas betaald als het bedrag op de bankrekening van de Belastingdienst is bijgeschreven.
Kosten
hernieuwd bevel
De kosten van het dwangbevel bedragen € 42 voor een belastingschuld tot € 45, vanaf € 45 betaalt u € 42 + € 3 per € 45 die de eerste € 45 te boven gaat met een maximum van € 12.356. Is niet binnen twee dagen betaald, dan krijgt u een hernieuwd bevel tot betaling van de Belastingdienst, opnieuw met een termijn van twee dagen (kosten: € 16). Daarna volgt beslaglegging.
Verzet
rechter
U kunt in verzet komen tegen een dwangbevel. Hiervoor heeft u een advocaat nodig. Het geschil wordt dan voorgelegd aan de rechter. Verzet is mogelijk direct na de betekening van het dwangbevel.
Het indienen van verzet is bijvoorbeeld mogelijk als de schuld is verjaard, er een vermindering is verleend of als de schuld ondertussen al is voldaan.
9.3.3 Beslaglegging
feitelijk onmogelijk
Als de belastingschuld na alle aanmaningen en dwangbevelen nog steeds niet (helemaal) is voldaan, gaat de Belastingdienst over tot beslaglegging. Het is daardoor voor u feitelijk onmogelijk om nog langer te ondernemen: u mag uw bezittingen niet meer verkopen, verhuren, verpanden, uitlenen of weggeven. Het gevolg is dus dat u niet meer vrij over uw bezittingen kunt beschikken. De kosten hiervoor zijn € 58.
Verschillende vormen van beslaglegging
De deurwaarder kan beslag leggen op verschillende bezittingen. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om beslag op roerende zaken, onroerende zaken, loon of uitkering (loonbeslag) en bezittingen die een ander voor u beheert of aan u schuldig is (zogenoemd derdenbeslag).
Meewerken
derden
Kiest de fiscus voor loonbeslag, dan gaat dat via de werkgever of de uitkeringsinstantie. Het kan ook zijn dat de ontvanger beslag laat leggen op bezittingen bij derden. Derdenbeslag is bijvoorbeeld mogelijk op uw banktegoeden of schade-uitkeringen. Het is hiervoor wel noodzakelijk dat die derde ook meewerkt aan het beslag.
9.3.4 Openbaar verkoop
advertentie
Na de beslaglegging heeft u vier weken de tijd om alsnog uw belastingschuld te voldoen. Daarna volgt (een aankondiging van) openbare verkoop van de bedrijfsbezittingen. Het is voor iedereen mogelijk om bij de openbare verkoop aanwezig te zijn. Van tevoren plaatst de Belastingdienst een advertentie in de krant met informatie over de openbare verkoop.
Kosten
publieke bekendmaking
Ook aan deze laatste stap van invordering zijn kosten verbonden. Voor de publieke bekendmaking van de openbare verkoop brengt de fiscus € 29 in rekening. Daarnaast moet u nog de advertentiekosten betalen. De openbare verkoop kost u € 74. Heeft de belastingdeurwaarder meer dan vier uur nodig voor de openbare verkoop, dan worden deze kosten verhoogd met € 16 voor elk volgend uur of gedeelte daarvan.