7.1 De taak van de FIOD
De FIOD is de opsporingsdienst van de Belastingdienst. In de fiscale strafrechtelijke vervolging speelt de FIOD een belangrijke rol.
7.1.1 Selectie van zaken
betreden van elke zaak
De opsporingsambtenaren van de FIOD hebben de bevoegdheid tot het in beslag nemen van spullen en het betreden van elke plaats die in het kader van het onderzoek van belang is. Ontdekt de inspecteur een strafbaar feit of heeft hij een vermoeden van een strafbaar feit, dan moet hij dit melden bij de fraudecoördinator. De fiscus maakt uit de aangemelde zaken een nadere selectie.
Tripartite overleg
strafrechtelijke vervolging
Vervolgens gaat de zaak naar het tripartite overleg. Dit is een overleg tussen de officier van justitie, de FIOD en de contactambtenaar (ambtenaar die het contact met het Openbaar Ministerie onderhoudt), dat beslist of de zaak leidt tot strafrechtelijke vervolging. Bij deze keuze spelen criteria als recidive, omvang van de fraude en valsheid in geschrifte een rol.
Schakel tijdig een (belasting)advocaat in
bijstaan
In een strafrechtelijk proces heeft een verdachte recht op bijstand door een advocaat. Het is daarom zeer aan te bevelen dat u contact opneemt met een deskundig kantoor. Dit kantoor kan u bijstaan in het voeren van de rechtszaak of eventueel doorverwijzen naar een belastingadvocaat. Daarnaast kan uw eigen belastingadviseur, in samenwerking met de advocaat, advies en informatie geven. Dit kan zolang er geen sprake is van tegengesteld belang.
7.1.2 Bewijs vergaren
onschuldig
Net zoals in het normale strafrecht geldt in het fiscale strafrecht dat een verdachte onschuldig is totdat het tegendeel is gebleken. Het tegendeel moet men door middel van deugdelijk bewijs aantonen. Onder bewijs vallen:
- getuigenverklaringen;
- proces-verbaal van de opsporingsambtenaar;
- een verklaring van de verdachte zelf (bekentenis);
- deskundigenverklaringen;
- foto’s, geluids- en beeldopnamen.
Wettig en overtuigend
legale manier verkregen
Bewijs is deugdelijk als het wettig en overtuigend is. Het bewijs moet op een legale, wettige manier zijn verkregen. Tevens moet het aantonen dat de verdachte inderdaad schuldig is aan hetgeen hem ten laste is gelegd. Bij onwettig verkregen bewijs kan de rechter de volgende maatregelen nemen:
- straf verminderen;
- uitsluiten van bewijs (veroordeling is niet mogelijk op basis van dat bewijs);
- aanklager (het Openbaar Ministerie) niet-ontvankelijk verklaren waardoor de gehele zaak vervalt.
rechtmatig
Onder onwettig verkregen bewijs kunnen ook inlichtingen vallen die in de controlefase op grond van de gegevensverstrekkingsplicht zijn verschaft. Voor het opleggen van bijvoorbeeld een navorderingsaanslag zijn dit rechtmatig verkregen gegevens.
niet wettig bewijs
In een strafzaak kunnen de gegevens echter niet altijd als wettig bewijs dienen, omdat dit op gespannen voet staat met de gedachte dat een verdachte niet verplicht is mee te werken aan zijn eigen veroordeling.