U bent hier

Onderneming & Fiscus
Fiscale eenheid6. Einde fiscale eenheid BTW6.3 Situatie na beëindiging

6.3 Situatie na beëindiging

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Fiscaal Rendement
Publicatiedatum: oktober 2015

administratieve last

aandelen

De ondernemers – zowel de bv’s als natuurlijke personen – die niet meer tot de fiscale eenheid voor de BTW behoren, moeten zich ieder afzonderlijk registreren als BTW-ondernemer om aangifte te kunnen doen. Dit zorgt voor een extra administratieve last: u zult per ondernemer de verschuldigde BTW moeten berekenen en afdragen. De herrekening en herziening van BTW die destijds door de fiscale eenheid in aftrek is gebracht, kan alleen aan de orde komen bij bepaalde vermogensbestanddelen die een ondernemer vanuit de fiscale eenheid heeft meegenomen. Alleen bij toepassing van de margeregeling bestaan hierop uitzonderingen.

BTW-afdracht na de beëindiging

Een moedermaatschappij bezit alle aandelen van de dochtermaatschappij en vormt aanvankelijk met haar een fiscale eenheid. Begin 2013 verkoopt zij de helft van de aandelen in de dochter. Voor de periode vanaf de datum van verkoop tot aan het einde van het kalenderjaar ontvangt de moeder een beheersvergoeding van € 37.500; voor 2014 een beheersvergoeding van € 50.000. Over die vergoedingen moet de moeder BTW afdragen, omdat:

  • het beheer plaatsvindt in het economische verkeer, en
  • de fiscale eenheid vanaf het moment van verkoop van rechtswege ophoudt te bestaan, omdat de moeder niet langer de meerderheid van de aandelen houdt.