U bent hier

Onderneming & Fiscus
Eigen woning en bedrijfswoning6. Vermogensetikettering bedrijfspand/privéwoning6.4 Keuzevermogen

6.4 Keuzevermogen

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Fiscaal Rendement
Publicatiedatum: oktober 2016

keuze-
vermogen

toetsen

Vermogensbestanddelen die u niet uitsluitend voor zakelijke doeleinden gebruikt en die net zo min een uitgesproken privékarakter hebben, vallen onder het keuzevermogen. Dit houdt in dat u ‘binnen de grenzen der redelijkheid’ zelf kunt kiezen of u het betreffende vermogensbestanddeel volledig tot het privévermogen rekent of tot uw ondernemingsvermogen. De inspecteur kan uw keuze toetsen aan de grenzen van de redelijkheid. Is uw keuze niet op redelijkheid gebaseerd, dan moet u deze herzien.

6.4.1 Woon-werkpand: gemengd gebruik

De keuzemogelijkheid speelt bijvoorbeeld bij een pand dat u gedeeltelijk gebruikt voor uw ondernemingsactiviteiten of beroepsdoeleinden en gedeeltelijk privé gebruikt, als woning. Denk aan een woon-winkelpand, een woon-praktijkpand of een agrarisch bedrijf met de woning op het terrein. Het betreffende pand wordt deels wel en deels niet gebruikt voor de onderneming. Dit heeft gevolgen voor de vermogensetikettering van het pand.

Definitie woon-werkpand

woon-
werkpand

splitsing

Van een woon-werkpand is sprake zodra een niet te verwaarlozen gedeelte van het woonhuis van de ondernemer gebruikt wordt voor bedrijfsdoeleinden. Ook hier geldt de ondergrens van 10% van de woning voor de verplichte etikettering als privévermogen: bij een zakelijk gebruik van 10% of meer is sprake van een pand in gemengd gebruik. In het laatste geval moeten voor de uiteindelijke vermogensetikettering meerdere vragen worden beantwoord:

  • Kan het woon-werkpand bouwkundig gesplitst worden in een woongedeelte en een bedrijfsgedeelte?
  • Is een splitsing niet mogelijk, dan luidt de volgende vraag of het pand dan tot het privévermogen of tot het bedrijfsvermogen moet worden gerekend. Of moet het wellicht ‘administratief’ worden gesplitst in een privé- en een zakelijk deel?

Bouw, ligging en indeling

splitsbaarheid

Een eerste criterium is de splitsbaarheid van het pand. Bij een pand dat u bouwkundig en juridisch heeft gesplitst, bent u verplicht de afzonderlijke delen van een eigen vermogensetiket te voorzien en te verdelen in een ondernemingsdeel en een privédeel. Het staat u dus niet vrij om het gehele pand naar eigen wens volledig als ondernemings- dan wel privévermogen aan te merken. U heeft dus geen keuzevrijheid, u móet splitsen.

Bouwkundig splitsbaar hoeft niet te betekenen dat het pand daadwerkelijk is gesplitst. Bepalend is dat het pand, zonder al te grote bouwkundige ingrepen, gesplitst kan worden waardoor een afzonderlijk te exploiteren woon- en ondernemingsdeel ontstaat.

Splitsbaar

rendabel

De juridische splitsing is van ondergeschikt belang: een pand is bouwkundig splitsbaar als de verschillende onderdelen van het pand zelfstandig rendabel kunnen worden gemaakt. Oók al is een juridische splitsing niet mogelijk. Evenmin is het relevant of een bouwkundig splitsbaar pand daadwerkelijk is gesplitst. Voldoende is dat het pand, zonder al te grote bouwkundige ingrepen, kan worden gesplitst in een afzonderlijk te exploiteren woon- en bedrijfsgedeelte.

Uw pand is bouwkundig splitsbaar als u de delen apart kunt verhuren, mocht u hiervoor kiezen. Een belangrijke eis voor een bouwkundige splitsing is dat het pand een eigen ingang of opgang heeft.

Gekocht voor bedrijfsuitoefening

Koopt u een pand ten behoeve van uw bedrijfsuitoefening, maar wilt u een deel van het pand niet binnen de onderneming gaan gebruiken, maar om in te wonen, dan moet u deze exercitie ook doen. Stel bijvoorbeeld dat u een winkelpand met bovenwoning koopt. In principe moet u splitsen:

  • de winkelruimte verplicht ondernemingsvermogen;
  • de bovenwoning verplicht privévermogen.

winkeldeel

Dit is echter anders als het pand juridisch niet is gesplitst, en u de afzonderlijke ruimten – de winkelruimte en de bovenwoningen – niet afzonderlijk kunt verkopen. In dat geval is en blijft het winkeldeel van het pand verplicht ondernemingsvermogen, maar is de bovenwoning keuzevermogen. Omdat u het gehele pand in de eerste plaats heeft aangekocht met het oog op de bedrijfsvoering, heeft u de keuze om de bovenwoning als verplicht privévermogen aan te merken of als ondernemingsvermogen.

6.4.2 Dienstbaar aan de onderneming

dienstbaar

Woont u zelf in het woongedeelte van het woon-werkpand, en heeft u het pand aangekocht met het oog op de huisvesting van uw bedrijf, dan mag u het woongedeelte van het pand tot het keuzevermogen rekenen als dit gedeelte dienstbaar is aan de onderneming. Dat is bijvoorbeeld het geval als u vanuit uw woning toezicht houdt op de onderneming. Denk aan de (bedrijfs)woningen bij de boerderij of het woon-praktijkpand van de huisarts. Het (eventueel splitsbare) ondernemingsgedeelte van de woning behoort tot het verplicht ondernemingsvermogen, het woongedeelte tot het keuzevermogen.

6.4.3 Bouwkundig niet splitsbaar

feitelijk gebruik

Kan het woon-werkpand bouwkundig niet worden gesplitst in een afzondelijk woon- en werkgedeelte, dan is het hele pand keuzevermogen. U kunt kiezen uit drie mogelijkheden:

  • u rekent het hele pand tot uw ondernemingsvermogen;
  • u rekent het hele pand tot uw privévermogen;
  • u verdeelt het pand administratief, overeenkomstig het feitelijk gebruik, en rekent het pand voor een evenredig gedeelte toe aan het ondernemingsvermogen en aan het privévermogen.

Oppervlakte

Bij de hiervoor genoemde keuzevrijheid geldt de volgende beperking:

  • Is het privégedeelte van het woon-werkpand al te overheersend, dan mag u ten hoogste het deel van het pand dat u voor de onderneming gebruikt tot uw ondernemingsvermogen rekenen.
  • Omgekeerd mag u ten hoogste het gedeelte van het pand dat privé wordt gebruikt, tot uw privé-vermogen rekenen.

oppervlakte

De vraag of een bepaald gedeelte van het woon-werkpand overheersend is, moet u bepalen aan de hand van de oppervlakte en/of inhoud. U mag sowieso altijd kiezen voor de administratieve splitsing.

Als u een vrije keuze heeft, moet u goed nadenken welk label u op uw bezit plakt. Bij ondernemingsvermogen hoort de boekwinst tot de zakelijke winst. Daalt het pand in waarde, dan kunt u dit ten laste van de winst brengen (zie verder hoofdstuk 1).