U bent hier

Onderneming & Fiscus
Dga en belastingen7. De dga en zijn pensioen7.2 Pensioenalternatieven

7.2 Pensioenalternatieven

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Fiscaal Rendement
Publicatiedatum: november 2020

vermogen 
opzijzetten

banksparen

Nu het niet langer mogelijk is om pensioen in eigen beheer op te bouwen, is het zaak dat u op een andere manier maatregelen neemt om in uw oude dag te voorzien. Wat u kiest, moet passen bij uw persoonlijke situatie en is ook afhankelijk van het vermogen dat u opzij wilt zetten voor uw oude dag en op welke manier u dat doet of wilt doen. U heeft in ieder geval de volgende alternatieven:

  • sparen in privé (zie paragraaf 6.2.1);
  • sparen in de bv (zie paragraaf 6.2.2);
  • lijfrente en banksparen (zie paragraaf 6.2.3).

7.2.1 Sparen in privé

box 3

Om een potje op te bouwen voor uw oude dag kunt u sparen in privé. Het voordeel is dat u daardoor altijd over uw vermogen kunt beschikken. Op een bankrekening levert dat vermogen maar een beperkt rendement op. Fiscaal valt het spaarpotje onder het inkomen uit sparen en beleggen (box 3). Box 3 gaat niet uit van het daadwerkelijk behaalde rendement, maar hanteert een forfaitair rendement. U betaalt 30% (31% in 2021) belasting over dat forfaitaire rendement.

Forfaitair rendement

U berekent het forfaitair rendement over de waarde van uw vermogen (bezittingen minus schulden) op 1 januari verminderd met het heffingsvrije vermogen van € 30.846 (2021: € 50.000). Over het spaargeld rekent de fiscus een fictief rendement van 0,09% en over de beleggingen 5,33%.

Voordeel uit sparen en beleggen 2020

Schijf Grondslag Spaargeld Belegging Forfaitair rendement
1 € 0 - € 72.798 67% 33% 1,789%
2 € 72.798 - € 1.005.573 21% 79% 4,45%
3 Vanaf € 1.005.573 0% 100% 5,60%

7.2.2 Sparen in de bv

alleen werkelijk rendement

kosten

U kunt uw spaargeld ook onderbrengen in een spaar-bv. Het voordeel daarvan is dat de fiscus alleen het werkelijk rendement belast. Als u een aparte spaar-bv heeft en de winst (het rendement dat u behaalt met het geld in de spaar-bv) blijft onder de € 200.000, geldt het lage tarief van de VPB van 16,5% (15% in 2021). Als u de rente vervolgens ook nog wilt uitkeren als dividend, betaalt u hierover nog eens 26,25% (26,90% in 2021) in box 2. De totale belasting over uw renteopbrengsten is daardoor iets lager dan 40%.

Nadeel

Het grootste nadeel van een spaar-bv zijn de kosten. U moet een aparte bv oprichten en in stand houden. Dit betekent onder andere dat u elk jaar een jaarrekening moet laten opmaken en deponeren. U moet goed afwegen of deze extra administratieve lasten opwegen tegen de voordelen van een spaar-bv, zeker in vergelijking met andere alternatieve varianten voor uw oudedagsvoorziening.

7.2.3 Lijfrente en banksparen

periodieke uitkering

Met een lijfrente krijgt u vanaf een bepaalde datum (bijvoorbeeld uw pensioenleeftijd) een periodieke uitkering. Een lijfrente kan daarmee een mooie aanvulling zijn op uw AOW en eventueel andere pensioenuitkeringen. Er zijn verschillende vormen van lijfrente:

  • lijfrenteverzekering bij een verzekeringsmaatschappij;
  • een lijfrentespaarrekening bij een bank, ook wel bekend als banksparen;
  • een lijfrentebeleggingsrecht bij een beheerder van een beleggingsinstelling.

Jaarruimte

aftrekken

Een lijfrente kan fiscaal aantrekkelijk zijn omdat u onder voorwaarden de betaalde premies voor de lijfrenteverzekering kunt aftrekken als uitgaven voor inkomensvoorzieningen in box 1 van de inkomstenbelasting. U moet hierbij wel aan twee voorwaarden voldoen:

  • U moet de premies zelf betalen, u mag dus niet uw bv hiervoor op laten draaien.
  • U heeft in een bepaald jaar niet voldoende pensioen opgebouwd.

opbouwen

De hoogte van de aftrekbare lijfrentepremie is mede afhankelijk van de voor u beschikbare jaarruimte en reserveringsruimte. De jaarruimte bepaalt welk bedrag aan pensioenvoorziening u via een lijfrenteregeling in een jaar mag opbouwen. Dit is het verschil tussen wat u al opbouwt aan AOW en een werkgeverspensioen.

Op de website van de Belastingdienst vindt u de rekenhulp ‘Hulpmiddel lijfrentepremie vanaf 2016’, die u helpt bij het berekenen van de aftrekbare lijfrentepremie.

Banksparen

geblokkeerde spaarrekening

U kunt ook kiezen voor banksparen, formeel bekend als de lijfrentespaarrekening. Dit is een geblokkeerde spaarrekening bij een bank. De inleg is alleen fiscaal aftrekbaar als u het opgebouwde tegoed op dezelfde manieren gebruikt als het opgebouwde tegoed van een lijfrenteverzekering.

Verschillen

kapitaalverlies

Het sparen via een geblokkeerde spaarrekening en het afsluiten van een lijfrenteverzekering zijn niet hetzelfde. Er zijn onder andere de volgende twee verschillen:

  • bij een verzekering staat de begunstigde bij overlijden op de polis vermeld, bij banksparen gaat de uitkering naar de erfgenaam;
  • bij banksparen is er bij overlijden tijdens de uitkeringen geen sprake van kapitaalverlies (uitkeringen gaan naar erfgenaam), bij verzekeren stopt de uitkering of wordt 70% van de uitkering aan de langstlevende uitgekeerd.