3.5 Vervoermiddelen
De wet kent ook aparte regels voor export van nieuwe of bijna nieuwe vervoermiddellen naar andere EU-landen.
Definitie
auto
Vervoermiddelen in de zin van de Wet OB zijn:
- landvoertuigen met een motor van meer dan 48 cc cilinderinhoud of met een vermogen van meer dan 7,2 kW. Denk hierbij aan auto’s, motoren, tractoren;
- schepen met een lengte van meer dan 7,5 meter die bestemd zijn voor het vervoer van personen of goederen (bijvoorbeeld plezierjachten). Hieronder vallen ook zeewaardige plezierjachten die langer zijn dan 7,5 meter;
- luchtvaartuigen met een totaal opstijggewicht van meer dan 1.550 kg.
Luchtvaartuigen die worden gebruikt door luchtvaartmaatschappijen die zich hoofdzakelijk bezighouden met het betaalde internationale vervoer, vallen niet onder het begrip vervoermiddel.
Nieuw of bijna nieuw
gebruik
Nieuwe of bijna nieuwe vervoermiddelen in de zin van de Wet OB zijn in ieder geval:
- landvoertuigen die niet langer dan zes maanden geleden voor het eerst in gebruik zijn genomen of niet meer dan zesduizend kilometer hebben gereden;
- schepen die niet langer dan drie maanden geleden voor het eerst in gebruik zijn genomen of niet meer dan honderd uur hebben gevaren;
- luchtvaartuigen die niet langer dan drie maanden geleden voor het eerst in gebruik zijn genomen of niet meer dan veertig uren hebben gevlogen.
3.5.1 Vervoermiddelen leveren
factuur
Als u een nieuw of bijna nieuw vervoermiddel levert aan een klant in een ander EU-land, gaat u als volgt te werk. Om te beginnen reikt u altijd een factuur uit, ook als uw klant een particulier is. Op de factuur noteert u het 0%-tarief. Uw klant geeft de BTW in eigen land aan.
Aangifte en opgaaf ICP
Levert u een nieuw of bijna nieuw vervoermiddel aan een ondernemer, dan geeft u de levering aan zowel in uw BTW-aangifte als in uw opgaaf ICP. Gaat het om een levering aan een particulier, dan geeft u de levering alleen aan in uw BTW-aangifte, maar niet in uw opgaaf ICP.
Ook bij ontheffing van administratieve verplichtingen moet u een factuur uitreiken, een administratie bijhouden, aangifte doen en eventueel een opgaaf ICP indienen.
Administratieve verplichtingen
particulier
U moet verder kunnen aantonen dat het vervoermiddel naar een ander EU-land is vervoerd. Bijvoorbeeld door de rekeningen te bewaren van het bedrijf dat het vervoermiddel heeft vervoerd.
Op de factuur voor een particulier vermeldt u ook de gegevens die nodig zijn om te bepalen of het vervoermiddel nieuw of bijna nieuw is. Stuur een kopie van de factuur met een korte brief naar: Belastingdienst/Central Liaison Office, Postbus 378, 7600 AJ Almelo.
Lever het kentekenbewijs in bij RDW
Het kentekenbewijs dat voor het voertuig is afgegeven in Nederland, levert u in bij de Rijksdienst Wegverkeer, Centrum voor voertuigtechniek en documentatie (RDW). De RDW neemt het kentekenbewijs in en geeft vervolgens een uitvoerverklaring af. Met deze uitvoerverklaring en andere documenten uit uw administratie kunt u aantonen dat het voertuig is geleverd in het andere EU-land.
3.5.2 Vervoermiddelen kopen
BPM
Over nieuwe en bijna nieuwe vervoermiddelen die u in een ander EU-land koopt, betaalt u altijd BTW in Nederland. Gaat het om een auto of een motorrijwiel, dan betaalt u ook belasting van personenauto’s en motorrijwielen (BPM). Koopt u een bestelbus, dan gelden andere regels.
Factuur en aangifte
gegevens
U ontvangt voor de levering van het vervoermiddel een factuur met 0%-BTW. Op de factuur staan alle gegevens die nodig zijn om te bepalen of het vervoermiddel onder de regels van nieuwe of bijna nieuwe vervoermiddelen valt. Geef het vervoermiddel – na het controleren van de factuur – aan in uw BTW-aangifte.
Koopt u als ondernemer een vervoermiddel van een particulier in een ander EU-land? Vraag dan toch om een factuur en bewaar deze bij uw administratie!