U bent hier

Onderneming & Fiscus
Afdracht en teruggaaf van BTW2. Wanneer BTW aangeven?2.1 Leveringen

2.1 Leveringen

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Fiscaal Rendement
Publicatiedatum: augustus 2018

De Wet OB maakt onderscheid tussen leveringen en diensten. Dit onderscheid is van belang voor onder meer de toepassing van het belastingtarief en voor de vraag in welk land een bepaalde prestatie plaatsvindt, en dus belastbaar is.

2.1.1 Levering van goederen

schenking

Een belastbaar feit voor de BTW is de levering van goederen. Hieronder vallen onder meer:

  • de overdracht of overgang van de macht om als eigenaar over een goed te beschikken. De meeste leveringen vallen onder dit leveringsbegrip. Denk maar aan koop, ruil, schenking, natrekking, zaakvermenging en oplevering;
  • de afgifte van goederen op grond van een overeenkomst van huurkoop;
  • vestiging, overdracht, wijziging, afstand, opzegging van rechten waaraan onroerende zaken zijn onderworpen.

firma

Deze lijst is niet limitatief. Ook situaties waarbij een goed van eigenaar verwisselt, zonder dat sprake is van een overeenkomst, of zonder dat de goederen daadwerkelijk worden overgedragen beschouwt de wet als een levering. Denk hierbij aan de situatie waarbij een ondernemer met een eenmanszaak goederen inbrengt in een firma, waarvan hijzelf firmant is. Civielrechtelijk vindt hier geen eigendomsoverdracht plaats, maar voor de BTW is er sprake van een levering.

2.1.2 Vergoeding vragen

tegenprestatie

Er is in principe geen levering voor de BTW als u een prestatie verricht zonder daarvoor feitelijk een vergoeding te vragen. U berekent de BTW tenslotte over de vergoeding die u in rekening brengt bij het verrichten van een levering of dienst. De vergoeding is alles wat u voor een handeling als tegenprestatie van de afnemer verkrijgt, met inbegrip van subsidies die rechtstreeks met de prijs van deze handeling verband houden. De BTW houdt u altijd buiten de vergoeding!

Tegenprestatie

verband

terugkrijgen

Een prestatie is alleen belast met BTW als er een tegenprestatie aan te wijzen is, die daarmee verband houdt. Dit verband moet rechtstreeks bestaan tussen de prestatie en de tegenprestatie. Als geen vergoeding is afgesproken, bestaat dan ook geen verband tussen de levering en de tegenprestatie. Betaalt de afnemer meer dan de afgesproken vergoeding, dan treedt het ontvangen bedrag in de plaats van de afgesproken vergoeding. Betaalt de afnemer minder dan is afgesproken, dan wordt de vergoeding niet aangepast. Wel kunt u als leverancier de te veel afgedragen BTW van de fiscus terugkrijgen!

Houd ook rekening met fictieve leveringen

onder bezwarende titel

personeel

De wet spreekt over leveringen ‘onder bezwarende titel’. Hieruit zou u kunnen afleiden dat alleen leveringen die u tegen vergoeding verricht, belastbaar zijn. In werkelijkheid ligt de situatie iets genuanceerder. De wetgever heeft namelijk enkele prestaties zonder tegenprestatie aangewezen als levering. Bij wetsfictie is er bijvoorbeeld ook sprake van een levering als u aan uw onderneming een goed onttrekt dat u voor eigen privédoeleinden of voor privédoeleinden van uw personeel bestemt, dat u om niet verstrekt of, meer in het algemeen, dat u voor andere dan bedrijfsdoeleinden bestemt.

2.1.3 Moment van levering

failliet

Voor de BTW is niet het moment waarop de verplichting tot levering ontstaat (bijvoorbeeld het sluiten van een overeenkomst) beslissend, maar hét moment van levering. Een overeenkomst tot levering van een goed kan tenslotte opgezegd of niet nagekomen worden, doordat de leverancier plotseling failliet gaat. In dat geval vindt er geen levering plaats en bent u dus ook geen BTW verschuldigd.

2.1.4 Plaats van levering

vervoer

buitenlandse afnemer

Nederlandse BTW

Wil een levering in Nederland belastbaar zijn, dan moet de plaats van de levering hier zijn gelegen. In gevallen waarin u goederen in verband met een levering vervoert, is de plaats van levering gelegen daar waar het vervoer aanvangt. Dit is de hoofdregel! Het gaat hier om gevallen waarbij het vervoer plaatsvindt door of in opdracht van de leverancier. Het vervoer maakt dus deel uit van de leveringsovereenkomst: u verkoopt en bezorgt de goederen bij de afnemer. Dit zal over het algemeen betekenen dat goederen die u aan een buitenlandse afnemer levert, tot belastingplicht in Nederland leiden. Toch betekent dit niet per se dat er ook Nederlandse BTW op de goederen drukt. Het tarief kan namelijk 0% zijn, of de levering is vrijgesteld van BTW. U leest alles hierover in hoofdstuk 4 en 7.

Neemt de koper de goederen zelf mee, dan vindt de levering plaats daar waar de eigendom van de goederen (de feitelijke levering) plaatsvindt. De goederen worden dan niet in verband met de levering vervoerd!

Uitzonderingen op hoofdregel

accijns-
goederen

aan boord

eigendomsoverdracht

De wet kent een groot aantal uitzonderingen op de hierboven genoemde hoofdregel. Hieronder enkele voorbeelden:

  • U betaalt BTW in de lidstaat van bestemming als u accijnsgoederen (zoals wijn, bier en tabaksproducten) levert aan een afnemer in een andere lidstaat.
  • Bij leveringen aan boord van een schip, vliegtuig of trein, vindt de levering plaats op de plaats van vertrek van het passagiersvervoer.
  • Is er sprake van een goed dat niet is te vervoeren, zoals een (vakantie)huis? De levering vindt plaats daar waar het goed zich bevindt op het tijdstip van de levering (dus van de eigendomsoverdracht).
  • Bij levering van gebruikte auto’s die u vanuit een andere lidstaat invoert, betaalt u geen BTW maar in principe wel BPM om een Nederlands kenteken te kunnen krijgen.