4.1 Premiehoogte
premie Whk
Bij verzekering van het ZW-risico via UWV is uw organisatie het ZW-deel van de gedifferentieerde premie Whk verschuldigd, onderdeel van de premies werknemerzekeringen. Deze premie kent als ander component het WGA-deel.
Via het ZW-deel van de Whk-premie draagt u bij aan ZW-uitkeringen voor flexwerkers. Dit zijn werknemers die ziek uit dienst zijn gegaan, werknemers die binnen vier weken na de einde van het dienstverband ziek zijn geworden en zieke werknemers met een fictieve dienstbetrekking.
Categorie
klein
groot
Hoe de Belastingdienst de hoogte van de ZW-premie berekent – ook wel ZW-flex genoemd – hangt af van in welke categorie werkgevers uw organisatie valt:
- kleine werkgever: betaalt de sectorpremie, die afhankelijk is van het arbeidsongeschiktheidsrisico in de sector;
- middelgroot: betaalt een gewogen gemiddelde van de sectorpremie en een individuele premie, waarbij de hoogte van de premieloon twee jaar terug bepalend is voor de weging van beide premiepercentages (zie kader rechts);
- grote werkgever: betaalt een individuele premie, die afhankelijk is van het arbeidsongeschiktheidsrisico in de organisatie (zie ook kader rechts).
Sectorindeling van organisaties
via een beschikking
Het bedrijfsleven is onderverdeeld in 69 sectoren. Bij de start als werkgever laat de Belastingdienst via een beschikking weten bij welke sector de organisatie is aangesloten. Hiertegen is binnen zes weken bezwaar te maken. Bij structurele wijziging van de organisatie-activiteiten of het structureel ook gaan verrichten van andere activiteiten, moet de fiscus dat binnen 14 dagen weten. Er volgt dan opnieuw een beoordeling en een nieuwe beschikking. Zelf om een andere sectoraansluiting vragen kan ook, maar niet met terugwerkende kracht.
op andere manier
regres
eind voorgaande jaar
In sommige situaties wordt de Whk-premie – en dus ZW-premie – op een andere manier bepaald:
- Er is sprake van overgang van onderneming.
- De mededeling of beschikking van het gedifferentieerde Whk-percentage is niet of te laat ontvangen.
- Er is een werknemer in dienst op grond van de Wet sociale werkvoorziening (WSW).
- Uw organisatie is een startende werkgever.
- UWV oefent regres uit (zie paragraaf 4.2).
formule
De Belastingdienst stuurt voor elk premiejaar aan het eind van het voorgaande jaar een mededeling (bij kleine werkgevers) of een beschikking (bij (middel)grote werkgevers) met de totale Whk-premie. In hoofdstuk 9 leest u meer over controle van de Whk-beschikking.
Berekeningen voor (middel)grote werkgevers
Voor de bepaling van het premiepercentage bij middelgrote werkgevers hanteert de Belastingdienst deze formule: (1 − C) × sectoraal premiepercentage + C × individueel premiepercentage. Hierbij is C: (premieloon twee jaar terug (hier dus 2022) − premieloongrens klein/middelgroot) gedeeld door (premieloongrens middelgroot/groot − premieloongrens klein/middelgroot).
vergeleken met gemiddelde
premieloonsom
Voor grote werkgevers bepaalt de fiscus het individuele werkgeversrisicopercentage door de som van de ZW-uitkeringen aan de (ex-)werknemers twee jaar terug (hier dus over 2022) te delen door het gemiddelde premieloon over de vijf jaar daarvoor (hier dus 2018 tot en met 2022). Het verkregen percentage wordt vergeleken met het landelijke gemiddelde (werkgevers)risicopercentage (0,26% in 2024). Aan de hand hiervan stelt de Belastingdienst het individuele percentage naar boven of naar beneden bij, via een opslag of korting op het gemiddelde percentage. Voor de individuele ZW-premie geldt in 2024 als minimum 0,11% en als maximum 1,80% (voor de sector Uitzendbedrijven geldt als maximum 7,22%).
Indeling
middelgrote werkgever
De premieloonsom van twee jaar terug – in dit geval dus 2022 – is bepalend bij het vaststellen van de grootte van uw organisatie voor de ZW-premie. Hierbij wordt de premieloonsom gerelateerd aan het gemiddelde premieplichtige loon per werknemer (€ 37.700 voor 2024). De indeling die daarbij wordt gehanteerd, is als volgt:
- premieloon in 2022 van maximaal € 942.500: kleine werkgever;
- premieloon in 2022 van meer dan € 942.500 maar maximaal € 3.770.000: middelgrote werkgever;
- premieloon in 2022 van meer dan € 3.770.000: grote werkgever.
Let op dat de grens tussen de categorieën kleine en middelgrote werkgevers per 1 januari 2022 is opgehoogd. Dit is nu 25 keer het gemiddelde premieplichtige loon per werknemer, terwijl dat voorheen tien keer dat bedrag was.