7.2 Formules in Excel versus Power BI
verschillen
DAX lijkt heel erg op de manier waarop u formules in Excel schrijft. U schrijft in de formulebalk de formule. Daarnaast zijn er veel formules die u wellicht al kent vanuit Excel. Denk hierbij aan SUM, COUNT, AVERAGE et cetera. Toch werken berekeningen op diverse punten in Excel fundamenteel anders dan in Power BI. De belangrijkste verschillen worden hieronder toegelicht.
DAX is niet hoofdlettergevoelig. Het maakt niet uit of u SUM of sum schrijft. Voor de leesbaarheid is het wel aan te raden om functies altijd met hoofdletters te schrijven.
DAX is enkel Engelstalig
Nederlands
In tegenstelling tot Excel is DAX in Power BI altijd Engelstalig. Ook als u de Nederlandstalige versie van Power BI Desktop installeert, zult u de functies altijd in het Engels moeten aanroepen. Dit geldt in principe ook voor het invoeren van de parameters van functies. In Excel kunt u hier een komma (,) of puntkomma (;) voor gebruiken. De aanbevolen standaardinstelling in Power BI is het gebruik van de komma (,). Dit zal voor de doorgewinterde Excel-gebruiker wellicht wennen zijn.
DAX kent geen celverwijzingen
celwaarde
IntelliSense
Power BI kent geen verwijzing naar een bepaalde cel à la Excel (bijvoorbeeld A2, D2, et cetera). Elke DAX-functie verwijst naar een volledige kolom, veld of een tabel. U kunt dus nooit verwijzen naar individuele celwaarden. Als u heel specifiek een waarde wilt verkrijgen in DAX, moet u een tabel filteren met één van de filterfuncties in DAX. De syntax voor het verwijzen naar een tabel- of kolomnaam is ‘NAAMTABEL’[KOLOMNAAM]. U hoeft deze syntax vaak niet volledig in te typen, omdat Power BI u een lijst geeft met kolommen waar u vervolgens uit kunt kiezen dankzij IntelliSense.