U bent hier

Onderneming & Administratie
Pensioen en AOW12. Pensioen en de OR12.1 Instemmingsrecht OR

12.1 Instemmingsrecht OR

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Salaris Rendement
Publicatiedatum: september 2021

inhoud en ­uitvoering

Het instemmingsrecht van de OR is met een wijziging van de WOR per 1 oktober 2016 verruimd. De OR heeft nu instemmingsrecht met betrekking tot zowel de inhoud (de pensioenovereenkomst) als de uitvoering (de uitvoeringsovereenkomst) van de pensioenregeling (zie voor meer informatie de pensioendriehoek in paragraaf 6.3).

Pensioenovereenkomst

vaststellen, wijzigen of intrekken

Het instemmingsrecht met betrekking tot de pensioenovereenkomst is duidelijk geregeld in de WOR: de ondernemer heeft de instemming nodig van de OR voor een voorgenomen besluit tot het vaststellen, wijzigen of intrekken van een pensioenovereenkomst. Het gaat om álle besluiten. De instemming van de OR is dus ook vereist als het om kleine wijzigingen gaat.

Uitvoeringsovereenkomst

open einde

Het instemmingsrecht met betrekking tot de uitvoeringsovereenkomst is sinds 2016 geregeld in de WOR, maar wel met een open einde. Het instemmingsrecht heeft betrekking op regelingen in de uitvoeringsovereenkomst die van invloed zijn op de pensioenovereenkomst. De vraag is dan natuurlijk wat daaronder wordt verstaan. Volgens de WOR betreft dat in ieder geval:

  • de manier waarop de premie wordt vastgesteld;
  • de toeslagverlening (indexatie);
  • de keuze voor een pensioenuitvoerder.

Deze regelingen zijn volgens de WOR sowieso van invloed op de pensioenovereenkomst. Maar die opsomming in de WOR is niet limitatief, er is dus een open einde!

Bewijslast

zelf vaststellen

Het is aan de ondernemer en de OR om zelf vast te stellen welke andere regelingen in de uitvoeringsovereenkomst ook van invloed zijn op de pensioenovereenkomst en dus onder het instemmingsrecht vallen. De bewijslast ligt bij de OR. Denk hierbij bijvoorbeeld aan winstdeling, acceptatievoorwaarden, beheer- en administratiekosten, voorbehouden en bevoegdheden van de uitvoerder of de ondernemer en de beëindigingsvoorwaarden. Ook deze regelingen kunnen van (heel) grote invloed op de pensioenovereenkomst zijn.

Om uitgebreide discussies te voorkomen kunnen de ondernemer en de OR een bovenwettelijk instemmingsrecht op de hele uitvoeringsovereenkomst afspreken (zie paragraaf 12.1.5).

12.1.1 Informatieverplichting werkgever

schriftelijk informeren

Voor het instemmingsrecht met betrekking tot de uitvoeringsovereenkomst is het belangrijk dat de OR tijdig op de hoogte is van een voorgenomen besluit van de ondernemer inzake het vaststellen, wijzigen of intrekken van een uitvoeringsovereenkomst. In de WOR is daarom opgenomen dat de ondernemer de OR hierover zo spoedig mogelijk schriftelijk moet informeren. In de praktijk betekent dit bijvoorbeeld dat de ondernemer bij het begin van het jaar bericht dat de uitvoeringsovereenkomst op het eind van het jaar eindigt.

12.1.2 Recht OR op externe deskundige

kosten

De OR heeft het recht om een externe deskundige in de arm te nemen. Bij pensioen is het inschakelen van een deskundige meer regel dan uitzondering. Is de OR dat van plan, dan moet de ondernemer daarover vooraf worden geïnformeerd. Anders is hij niet verplicht om de kosten te dragen.

Drempel

voor rekening ondernemer

Bezwaar is (alleen) mogelijk als het inschakelen van de deskundige of de kosten daarvan niét noodzakelijk zijn voor de taakvervulling van de OR. De drempel voor de ondernemer ligt hoog. De kosten van die deskundige zijn in principe voor rekening van de ondernemer. De kosten moeten wel binnen een eventueel overeengekomen jaarbudget passen.

12.1.3 Geen instemmingsrecht OR

Er zijn situaties waarin de OR geen instemmingsrecht heeft met betrekking tot de pensioenregeling.

Primaat vakbonden

cao

Instemming van de OR is niet vereist als de pensioenregeling inhoudelijk geregeld is in een collectieve arbeidsovereenkomst (cao). De daarbij betrokken vakbonden zijn dan de gesprekspartner voor de ondernemer. Het komt geregeld voor dat de pensioenregeling in de cao niet volledig is vastgelegd. De OR heeft dan alsnog instemmingsrecht op de pensioenregeling voor zover die niet in de cao is geregeld.

Verplicht gesteld bedrijfstakpensioenfonds

verplichte deelname

De OR heeft geen instemmingsrecht als er sprake is van een verplichte deelname aan een bedrijfstakpensioenfonds. Dat is ook logisch, want de inhoud van die verplichte regeling wordt op landelijk niveau door de sociale partners bepaald.

Let op voor afwijkende vormen

vrijwillig

Het komt voor dat een bedrijfstakpensioenfondsregeling de keuze biedt om de pensioenregeling vrijwillig uit te breiden met extra pensioenvormen. Als voor die keuze een besluit van de ondernemer nodig is, heeft de OR daarop instemmingsrecht.

Verplicht

Soms is er sprake van een gedispenseerde regeling. De regeling is dan wel verplicht, maar die wordt niet door dat pensioenfonds uitgevoerd maar bijvoorbeeld door een pensioenverzekeraar. De OR kan dan wel instemmingsrecht hebben als bijvoorbeeld de uitvoeringsovereenkomst met die verzekeraar eindigt of als de gedispenseerde pensioenregeling ruimer is dan de verplichte pensioenregeling.

Centrale ondernemingsraad

gemeenschappelijk

Voor aangelegenheden van gemeenschappelijk belang is de overkoepelende COR aan zet. De COR heeft dus instemmingsrecht over een gemeenschappelijke pensioenregeling en niet de (lokale) OR.

Geen besluit van de ondernemer

wijziging zonder besluit

De essentie is dat er sprake moet zijn van een voorgenomen besluit van de ondernemer met als gevolg een invoering, wijziging of afschaffing van een pensioenregeling. Er kan echter ook sprake zijn van een wijziging zonder een besluit van de ondernemer, bijvoorbeeld omdat in de uitvoeringsovereenkomst bevoegdheden tot wijziging aan de uitvoerder zijn toegekend. In dat geval heeft de OR geen instemmingsrecht. Dit kan onder andere voorkomen bij ondernemingspensioenfondsen en algemeen pensioenfondsen.

12.1.4 Instemming OR bindt werknemers niet

instemming vragen

De hoofdregel is dat de OR geen vervangende instemming namens de werknemers verleent. Nádat de OR heeft ingestemd, moet de ondernemer ook de werknemer nog om instemming vragen.

12.1.5 Bovenwettelijk instemmingsrecht

ondernemingsovereenkomst

De ondernemer en de OR kunnen overeenkomen dat aan de OR meer bevoegdheden worden toegekend dan in WOR is geregeld. Dit betreft de zogenoemde ondernemingsovereenkomst. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om een instemmingsrecht met betrekking tot de gehele uitvoeringsovereenkomst of de inzet van een toeslagdepot ten behoeve van indexaties. De ondernemingsovereenkomst moet schriftelijk worden vastgelegd én de ondernemer moet een kopie aan de bedrijfscommissie (zie paragraaf 12.2.1) sturen.