U bent hier

3.3 Verzuimboete

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier FA Rendement
Publicatiedatum: april 2020

De Belastingdienst heeft strikte regels voor de heffing en invordering van belasting. Voldoet u niet aan deze regels, dan kunt u te maken krijgen met een aangifteverzuim of een betaalverzuim. Dit kan leiden tot een verzuimboete.

onvolledig

invordering

De fiscus gaat uit van een aangifteverzuim als u de aangifte te laat of helemaal niet indient, of als u een onjuiste of onvolledige aangifte verstuurt. Betaalt u niet op tijd, dan heeft u een betaalverzuim gepleegd. Dit themadossier ziet op de invordering en gaat daarom alleen in op de betaalverzuimen.

De Belastingdienst controleert de verzuimmogelijkheden los van elkaar. Voor beide soorten van verzuim kunt u dus een aparte boete krijgen (zie kader paragraaf 3.3.2).

3.3.1 Aanslagbelasting

niet tijdig

zes weken

afwijkende regels

De ontvanger kan bij het niet, gedeeltelijk niet of niet tijdig betalen van een aanslag een verzuimboete opleggen. De boete bedraagt maximaal € 5.514 (per verzuim). De Belastingdienst baseert deze boete op het bedrag dat u eigenlijk had moeten betalen. U moet de boete betalen binnen zes weken na dagtekening van de boetebeschikking. Bent u het niet eens met de opgelegde boete, dan kunt u binnen zes weken bezwaar maken.

3.3.2 Aangiftebelasting

weinig betalen

Er gelden afwijkende regels voor een verzuimboete bij een aangiftebelasting zoals de BTW en de loonheffingen. U krijgt met deze boete te maken als u de belasting te laat betaalt, of als u niet of te weinig betaalt. De boete kunt u nog voorkomen door een betaling binnen de coulancetermijn.

Coulancetermijn

zeven ­dagen

Betaling van de BTW of loonheffingen moet in principe binnen de uiterste betaaldatum plaatsvinden. Dat is bij een aangiftebelasting binnen een maand na afloop van het aangiftetijdvak. De Belastingdienst hanteert echter nog een zogenoemde coulancetermijn. Uw betaling valt binnen deze coulancetermijn als die is binnengekomen binnen zeven kalenderdagen na de uiterste betaaltermijn.

Of u voor het te laat betalen een boete krijgt, hangt af van of u betaalt binnen of buiten die coulancetermijn én van uw betaling over het vorige tijdvak.

Te laat

op tijd en ­volledig

na coulancetermijn

verzuimboete

Betaalt u te laat, dan heeft u drie mogelijkheden:

  • U betaalt te laat, maar wel binnen de coulancetermijn. In dat geval zijn er twee mogelijkheden:
    • De vorige aangifte betaalde u op tijd en volledig. U krijgt dan alleen een verzuimmededeling.
    • U betaalde de vorige aangifte te laat of niet volledig. Het maakt daarbij niet uit of de betaling maar een dag te laat is of een gedeelte van het bedrag is betaald. U krijgt dan een betaalverzuimboete van 3% van het te laat betaalde bedrag, met een minimum van € 50 en een maximum van € 5.514.
  • U betaalt na de coulancetermijn. Ook als u de vorige keer wel op tijd was, geldt er altijd een boete van 3% van het te laat betaalde bedrag, met een minimum van € 50 en een maximum van € 5.514.
  • U betaalt te laat en deels binnen en deels na de coulancetermijn. U krijgt een betaalverzuimboete van 3%, met een minimum van € 50 en een maximum van € 5.514. Dit geldt ook voor het bedrag dat u binnen de coulancetermijn heeft betaald.

Samenloop van aangifte- en betaalverzuim

los van elkaar

U kunt zowel voor een aangifteverzuim als een betaalverzuim een boete krijgen. De fiscus stelt deze aangifte- en betaalverzuimen los van elkaar vast. Hierdoor is het mogelijk dat u voor hetzelfde tijdvak twee verschillende boetes krijgt. Dit doet zich bijvoorbeeld voor als u te laat loonaangifte en BTW-aangifte doet en daarnaast te weinig belasting betaalt. Deze samenloop is toegestaan.

Naheffingsaanslag

De Belastingdienst controleert automatisch of uw aangifte en betaling op tijd zijn ontvangen. Daarnaast kijkt de fiscus of uw betaling overeenkomt met de ingediende aangifte. Betaalt u niet of te weinig, dan legt de fiscus een naheffingsaanslag op. Tegelijk met deze naheffingsaanslag ontvangt u een betaalverzuimboete van 3% van het niet betaalde bedrag met een minimum van € 50 en een maximum van € 5.514. U krijgt deze boete, omdat uw betaling van de naheffingsaanslag plaatsvindt buiten de coulancetermijn. Is er een gedeelte wel betaald maar te laat, dan krijgt u een betaalverzuimboete over het totale bedrag van de aangifte.

Correctie

fout corrigeren

bijbetalen

Als u op een later moment ontdekt dat de loonaangifte onjuist of onvolledig was, bent u verplicht om die fout te corrigeren (zie ook paragraaf 9.2.2). Deze correctie kan betekenen dat uw onderneming geld terugkrijgt of moet bijbetalen. Moet u een bedrag bijbetalen, dan betaalt u de loonheffingen waarschijnlijk te laat. De fiscus legt geen boete op als de totale correcties op jaarbasis niet meer zijn dan € 20.000 of minder dan 10% van het bedrag dat u eerder over het tijdvak heeft betaald.

Valt de correctie niet binnen deze grenzen, dan krijgt u een verzuimboete van 5% van het gecorrigeerde bedrag met een maximum van € 5.514.

Suppletie

Voor de BTW kunt u ook met correcties te maken krijgen. Heeft u dit jaar of in de afgelopen vijf jaar te veel of te weinig BTW voor uw onderneming afgedragen, dan moet u een zogenoemde suppletie indienen.

beschikking

drie maanden

Er zijn dan twee situaties mogelijk:

  • U heeft te veel BTW betaald aan de Belastingdienst. De fiscus stuurt een brief waarin staat hoeveel u terugkrijgt (de zogenoemde teruggaafbeschikking). Misschien vergoedt de Belastingdienst dan ook nog belastingrente.
  • U heeft te weinig BTW aangegeven. Dient u de suppletie binnen drie maanden na afloop van het jaar in (dus vóór 1 april), dan betaalt u geen belastingrente. Mogelijk krijgt u wel een verzuimboete van 5% van het BTW-bedrag dat u nog moet betalen. Let op: de Belastingdienst kan een vergrijpboete opleggen als u de aangifte niet corrigeert en de fiscus daar op een later moment achterkomt.

Bij BTW-correcties van € 1.000 of minder, hoeft u geen suppletie in te dienen. De fiscus staat toe dat u de correcties dan verwerkt in de eerstvolgende BTW-aangifte.

Uitzonderlijk

De Belastingdienst heeft in uitzonderlijke situaties de mogelijkheid om hogere verzuimboetes op te leggen bij een betaalverzuim. Hiervan is bijvoorbeeld sprake als u keer op keer te laat bent met het betalen van de aangiftebelasting. Voor een betaalverzuim kan de inspecteur dan een verzuimboete opleggen van maximaal 10% van de te laat of niet-betaalde belasting met een maximum van € 5.514.

AVAS voorkomt een verzuimboete

overboeken

allerlaatste moment

U krijgt geen boete van de fiscus bij afwezigheid van alle schuld (AVAS). In dat geval heeft u er alles aan gedaan om de aangifte of de betaling te verzorgen. Toch gaat de rechter hier niet heel snel van uit. Dit blijkt uit een zaak bij Gerechtshof Arnhem (ECLI (verkort): BH2873). De belastingplichtige in deze zaak had het belastingbedrag op 27 februari via een elektronische betalingsopdracht overgeboekt op de rekening van de Belastingdienst. Het bedrag was afgeschreven met boekdatum 28 februari, maar pas op 1 maart bijgeschreven op de bankrekening van de fiscus. Dat was één dag te laat. De rechter vond dat de belastingplichtige niet alle zorg had betracht om te zorgen dat de betaling op tijd zou zijn. De onderneming had tot het allerlaatste moment gewacht om een betalingsopdracht te doen. Er was dus geen enkele marge voor als er iets mis zou gaan. De verzuimboete was dus terecht.