3.1 Betalingstermijn
Afhankelijk van het soort aanslag is in de wet een betalingstermijn vastgelegd. Deze termijn staat ook op de ontvangen aanslag of de aangiftebrief voor de loonheffingen en BTW.
Valt de uiterlijke betaaldatum op een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag? Dan moet u het verschuldige bedrag vóór die datum betalen.
3.1.1 Verschil per belastingsoort
zes weken
Bij het bepalen van de betalingstermijnen is rekening gehouden met het feit dat u mogelijk enige tijd nodig heeft om financiële middelen vrij te maken. Dit heeft geleid tot verschillende betalingstermijnen. Zo geldt voor een gewone aanslag een betalingstermijn van zes weken na de dagtekening van het aanslagbiljet. Krijgt u een navorderingsaanslag opgelegd, dan moet u deze binnen een maand betalen (zie ook hoofdstuk 9).
Stelt de Belastingdienst gelijktijdig met de aanslag een boete of belastingrente vast, dan geldt daarvoor dezelfde betalingstermijn als voor de aanslag zelf.
Aangiftebelasting
binnen een maand
betaalverzuim
Voor belastingen die u op aangifte moet afdragen (aangiftebelasting) geldt dat u deze binnen een maand na afloop van het aangiftetijdvak moet betalen. Bij overschrijding van deze termijn volgt automatisch een boete. Doet u niet op tijd aangifte (aangifteverzuim) of betaalt u niet op tijd (betaalverzuim), dan zal de Belastingdienst een naheffingsaanslag opleggen (zie hoofdstuk 9). Een ontvangen naheffingsaanslag moet u binnen veertien dagen betalen.
Voorlopige aanslag
schatting
De Belastingdienst gaat voor het heffen van inkomstenbelasting (IB) en vennootschapsbelasting (VPB) niet wachten totdat u aangifte heeft gedaan. Meestal ontvangt u aan het begin van het betreffende jaar al een voorlopige aanslag. Dit is een schatting (op basis van het afgelopen jaar) van uw belasting voor het lopende jaar. U kunt ook zelf verzoeken om een voorlopige aanslag IB of VPB.
in termijnen
Deze voorlopige aanslag hoeft u niet in één keer te betalen. Het is toegestaan om de voorlopige aanslag in gelijke maandelijkse termijnen te betalen. Uiteindelijk moet het gehele bedrag op 31 december op de bankrekening van de fiscus staan. Het aantal termijnen is afhankelijk van de datum die op de aanslag staat. Blijven er na de dagtekening op de aanslag minder dan twee maanden over, dan kunt u niet in termijnen betalen. In dat geval geldt een betalingstermijn van zes weken voor het gehele bedrag van de voorlopige aanslag.
Aantal betalingstermijnen bepalen
Stel dat u weet dat uw onderneming over 2019 belasting moet gaan betalen. U vraagt dus alvast een voorlopige aanslag vennootschapsbelasting voor een bedrag van € 2.800 aan. De Belastingdienst legt een voorlopige aanslag vennootschapsbelasting op met dagtekening 16 mei 2019. In hoeveel termijnen moet u de aanslag dan betalen? Na de dagtekening van de aanslag resteren er nog zeven hele maanden in 2019. De voorlopige aanslag betaalt u dan in zeven gelijke maandelijkse termijnen van € 400.
3.1.2 Betalen van de aanslag
schuld
Het is belangrijk dat u de aanslag binnen de termijn betaalt. Maar hoe doet u dat dan? Er zijn verschillende manieren om een belastingschuld aan de Belastingdienst te voldoen.
Betaalwijze
acceptgiro
machtiging
Voor de betaling van belasting kunt u kiezen uit de volgende betaalwijzen:
- acceptgiro: u ontvangt voor elk belastingbedrag een acceptgiro van de Belastingsdienst;
- betalingsopdracht: op deze opdracht moet u het verschuldigde bedrag en het betalingskenmerk vermelden;
- internetbankieren: bij deze betaling moet u ook het verschuldigde bedrag en het betalingskenmerk vermelden;
- automatische incasso: deze betaalwijze is alleen mogelijk voor bepaalde belastingen. U ontvangt dan een machtigingsformulier van de fiscus. U betaalt zo altijd op tijd.
Contant betalen bij een belastingkantoor is niet mogelijk!
Administratie
verwerkingstijd
Let er daarnaast op dat u nooit meerdere aanslagen per keer betaalt. De Belastingdienst kan dat niet goed in de administratie verwerken. Heeft u een betaalwijze gekozen, houd dan wel rekening met de verwerkingstijd. Eventuele vertraging door de gekozen betaling komt namelijk voor uw rekening.
Het juiste betalingskenmerk vermelden
zoekhulp
Vermeld bij betaling altijd het betalingskenmerk. Elke aanslag heeft een betalingskenmerk. Dit kenmerk staat op de acceptgiro bij de aanslag. Weet u het betalingskenmerk niet meer? Dat kunt u terugvinden met de Zoekhulp betalingskenmerk. U vindt deze zoekhulp op de website van de Belastingdienst. Met de zoekhulp kunt u ook het aangifte-, aanslag- of beschikkingsnummer achterhalen.
Verrekening
schriftelijk verzoeken
Verwacht u binnenkort een belastingteruggaaf, dan kunt u die ook laten verrekenen met een eerder opgelegde aanslag. Hiervoor moet u schriftelijk verzoeken om uitstel van betaling in verband met een teruggaaf. In het verzoek aan de Belastingdienst geeft u het aanslagnummer aan dat u wilt gebruiken voor de verrekening. Daarnaast voegt u een berekening toe van de teruggaaf.
belastingjaar
De Belastingdienst merkt de datum van de vaststelling van de teruggaaf aan als datum van betaling van de aanslag. U moet wel eerst het verzoek tot teruggaaf hebben ingediend voordat u kunt vragen om verrekening. Daarnaast moet het belastingjaar of -tijdvak van de teruggaaf al zijn afgelopen.
Voorwaarden
loonheffing
dezelfde maand
openstaande schulden
Verrekening van belasting is bijvoorbeeld mogelijk als uw onderneming een aangifte loonheffingen moet betalen en over dezelfde periode een teruggaaf van BTW verwacht. Voor deze verrekening gelden de volgende voorwaarden:
- U moet de aangifte loonheffingen waarmee u de BTW-teruggaaf wilt verrekenen, op tijd hebben gedaan.
- De aangiftetijdvakken van uw aangifte loonheffingen en de BTW-aangifte, waarvoor u de teruggaaf wilt, moeten in dezelfde maand eindigen.
- Eindigt het tijdvak van de BTW-aangifte op 31 december, dan mag u deze aangifte ook nog verrekenen met de twaalfde vierwekenaangifte loonheffingen.
- Uw onderneming mag geen andere openstaande belastingschulden hebben.
verzoek
Zitten ondernemingen in dezelfde fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting, dan is verrekening mogelijk van een teruggave van bijvoorbeeld BTW bij de ene bv met een belastingschuld voor de loonheffingen bij de andere bv. U kunt daar zelf om verzoeken, maar de Belastingdienst kan ook kiezen voor deze verrekeningsmogelijkheid.
Fiscale eenheid biedt extra verrekeningopties
De heer Konings heeft alle aandelen in Konings Holding bv. Zijn bouwactiviteiten heeft hij ondergebracht in Konings Bouw bv. Daarnaast houdt hij zich ook bezig met het maken van keukens. Die activiteiten zitten in Konings Keukens bv. Tussen de drie bv’s bestaat een fiscale eenheid voor de VPB. Konings Bouw bv verkeert in betalingsproblemen en kan haar loonheffingen over maart 2020 van € 4.000 niet betalen. Konings keukens bv heeft echter een BTW-teruggaaf over het eerste kwartaal van € 5.000. Doordat er een fiscale eenheid voor de VPB bestaat, kunt u de vordering verrekenen. De teruggaaf bedraagt daardoor nog slechts € 1.000.