3.4 Vakantiedagen
let op
Meestal biedt een cafetariaregeling werknemers de mogelijkheid om vakantiedagen als bron in te zetten voor een uitruil. Let op dat zij dan wel alleen hun bovenwettelijke vakantiedagen mogen gebruiken voor de uitruil. Werknemers moeten namelijk in elk geval altijd de beschikking houden over hun wettelijke vakantiedagen – vier keer de arbeidsduur per week – om die dagen daadwerkelijk vrij te kunnen zijn.
Voorbeeld vakantiedagen uitruilen
vier keer arbeidsduur
Stel bijvoorbeeld dat een fulltime werknemer 30 vakantiedagen per jaar heeft. Op grond van het Burgerlijk Wetboek (BW) heeft hij recht op vier keer de arbeidsduur per week, op basis van zijn fulltime dienstverband dus 20 vakantiedagen per jaar. Dit betekent dat de resterende tien vakantiedagen bovenwettelijke dagen zijn en de werknemer die dus kan inzetten voor een uitruil.
Bovenwettelijk
bovenwettelijke dagen
Uw individuele of collectieve arbeidsovereenkomst kan bepalen dat werknemers de beschikking moeten houden over een hoger minimum aan vakantiedagen dan het wettelijke. Dit betekent dat ook een deel van de bovenwettelijke vakantiedagen niet voor uitruil in aanmerking komt.
Waarde
van tevoren afspreken
Bij het inzetten van bovenwettelijke vakantiedagen in een cafetariaregeling is het belangrijk om van tevoren duidelijk af te spreken welke waarde aan zo’n dag wordt toegekend. Dit geldt uiteraard net zo goed bij vakantiedagen die werknemers als keuzeloon kunnen aankopen (zie paragraaf 5.7). In de wet wordt de waarde van een vakantiedag niet voorgeschreven, het is dus feitelijk wat u en de werknemers hierover afspreken (een eventuele in de cao vastgelegde waarde daargelaten). U zou bijvoorbeeld het loon kunnen delen door zijn gewerkte uren om een waarde per uur te bepalen.
in de praktijk
Adv- en Atv-dagen zijn volgens de Hoge Raad niet gelijk te stellen aan vakantiedagen. Als werknemers die als bron kunnen inzetten, moet u daarvoor apart een waarde vastleggen. U kunt hiervoor uiteraard dezelfde waarde hanteren als voor de in te zetten vakantiedagen.
meer waard
zelf bepalen
In de praktijk wordt als waarde van vakantiedagen vaak alleen het basissalaris van de werknemer vermeerderd met 8% vakantiebijslag aangehouden, maar als u zou aansluiten bij de waarde die op grond van jurisprudentie wordt toegekend aan bij uitdiensttreding uitbetaalde vakantiedagen, is een vakantiedag meer waard. Het uitgangspunt daarbij is het loon dat een werknemer uitbetaald zou krijgen als hij die vakantiedag zou hebben opgenomen, waarbij hij economisch niet slechter af mag zijn dan tijdens dagen dat hij werkt (zie onderstaand kader). Maar nogmaals: u kunt de waarde van vakantiedagen in principe zelf bepalen. Leg die waarde – of hoe die waardebepaling zal plaatsvinden –van tevoren duidelijk vast.
Waarde vakantiedag volgens jurisprudentie
andere loonbestanddelen
Uit rechterlijke uitspraken volgt dat tot de waarde van een vakantiedag naast het basissalaris en de vakantiebijslag alle andere loonbestanddelen horen die intrinsiek samenhangen met de werkzaamheden van de werknemer en waarvoor hij een financiële compensatie ontvangt. Denk hierbij dus aan bestanddelen als een vaste dertiende maand, vaste eindejaarsuitkering, onregelmatigheidstoeslag, ploegentoeslag en winstuitkering.