U bent hier

2.3 Aftrekbeperkingen

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Fiscaal Rendement
Publicatiedatum: mei 2023

In de VPB zijn verschillende regelingen opgenomen om de aftrek van rente te beperken. De regels voor winstdrainage (artikel 10a van de Wet VPB) en concernleningen (artikel 10b Wet VPB) komen hierna aan bod. U kunt hier ook mee te maken krijgen bij een onzakelijke lening. De overige renteaftrekbeperkingen komen in dit dossier niet ter sprake.

Algemene renteaftrekbeperking

earningsstrippingmaatregel

Met ingang van 2019 is er een algemene renteaftrekbeperking ingevoerd, die ook wel bekendstaat als de ‘earningsstrippingmaatregel’. Deze houdt kort gezegd in dat het saldo van de ontvangen en betaalde rente niet langer aftrekbaar is voor de VPB voor zover die hoger is dan:

  • 30% van de ‘gecorrigeerde’ winst; of
  • € 1 miljoen.

EBITDA

De gecorrigeerde winst is in dit geval het bedrijfsresultaat, ofwel de EBITDA (winst vóór verrekening van rentelasten, belastingen en afschrijvingen). Voor boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2022 is het percentage van 30 verlaagd naar 20%. Hierdoor komt per saldo minder rente in aftrek bij het bepalen van de winst. Dit moet verder bijdragen aan een fiscaal gelijkere behandeling van eigen vermogen en vreemd vermogen.

2.3.1 Winstdrainage

financieringskosten

Als hoofdregel geldt dat uw bv financieringskosten in aftrek kan brengen. Voor bepaalde constructies staat de Belastingdienst deze aftrek echter niet toe. Het gaat dan om constructies waarbij de rente in Nederland aftrekbaar is tegen het hoge tarief, terwijl de rente in het buitenland belast is tegen het lage tarief. De wetgever wil deze zogenoemde grondslaguitholling binnen concernverband (winstdrainage) tegengaan door de renteaftrek te beperken.

Besmette handeling

verbonden persoon

verbonden lichaam

Hierbij gaat het om leningen die verband houden met besmette handeling:

  • de winstuitdeling of terugbetaling van kapitaal aan een verbonden lichaam of verbonden persoon;
  • het storten van kapitaal in een verbonden lichaam;
  • het verwerven of uitbreiden van een verbonden lichaam.

Constateert de Belastingdienst dat er sprake is van zo’n besmette handeling, dan is de betaalde rente niet aftrekbaar voor de VPB.

Verbonden

fiscale eenheid

Voor deze renteaftrekbeperking is verbondenheid een vereiste. In de wet zijn vier situaties opgenomen waarin sprake is van een verbonden lichaam:

  • Uw bv heeft voor ten minste een derde een belang in een andere bv.
  • Een andere bv heeft voor ten minste een derde een belang in uw bv.
  • Een andere bv heeft voor ten minste een derde een belang in uw bv en die heeft daarnaast ook voor een derde een belang in een andere bv.
  • Een lichaam maakt met de belastingplichtige deel uit van een fiscale eenheid voor de VPB.

Voor een verbonden persoon gelden vergelijkbare criteria. Er is sprake van een verbonden persoon als iemand voor ten minste een derde een belang heeft in uw bv of in een verbonden lichaam.

2.3.2 Concernlening

gelieerd

Voor concernleningen geldt ook een aftrekbeperking. Deze leningen hebben namelijk meer weg van een geldverstrekking dan van vreemd vermogen. Er is sprake van een concernlening als de lening de volgende eigenschappen heeft:

  • De lening is verstrekt aan een gelieerde vennootschap.
  • De lening heeft geen vaste aflossingsdatum of een looptijd van meer dan tien jaar.
  • De lening is renteloos of heeft een rente die in belangrijke mate (dat is 30% of meer) afwijkt van de geldende marktrente.

Voldoet de lening aan de hiervoor genoemde voorwaarden, dan zijn de rente en waardemutaties op deze lening niet aftrekbaar.