8.2 Fiscale aspecten
Bij uw keuze voor crowdfunding moet u ook rekening houden met de fiscale gevolgen. Het maakt daarvoor uit of het gaat om een schenking aan een goed doel (filantropisch) of een commerciële investering in een project of nieuw product. Deze fiscale aspecten komen hieronder aan bod.
8.2.1 Filantropische kant
ANBI
giftenaftrek
Een filantropische investering is vooral terug te vinden bij goede doelen. Deze goede doelen krijgen geld door een donatie zonder dat daar een tegenprestatie tegenover staat. In principe is de ontvangen donatie belast in de inkomsten- of vennootschapsbelasting (VPB). Vaak heeft een goed doel echter de status van een algemeen nut beogende instelling (ANBI). De gift is daardoor onbelast voor het goede doel. De donateur kan de gift aftrekken. Op rendement.nl/bvdossier leest u welke voorwaarden gelden voor de giftenaftrek en de werking van de zogenoemde multiplier.
8.2.2 Commerciële kant
vreemd vermogen
Gebruikt u crowdfunding om een lening te verkrijgen, dan is het bedrag van die lening vreemd vermogen. U moet dat ook zo op uw balans vermelden. Over deze lening betaalt u rente aan de investeerder. De verschuldigde rente op de lening kunt u als bedrijfskosten in aftrek brengen op de winst. Mocht u nog andere kosten maken om de financiering te verkrijgen, dan mag u daar ook rekening mee houden.
U moet de kosten activeren op de balans als het gaat om een aanzienlijk bedrag (dit is meer dan € 450). De kosten werpen hun nut (afschrijving) dan af gedurende de hele looptijd van de lening. Een lager bedrag aan kosten kunt u in één keer in aftrek brengen van de winst.
Particulier
De fiscale behandeling van de investeerder is afhankelijk van wat hij is: particulier of ondernemer/onderneming. Bij een particulier valt de lening in box 3 van de inkomstenbelasting. De rente is daardoor niet belast en de verliezen zijn niet aftrekbaar. Krijgt de investeerder door de crowdfunding een belang van meer dan 5%, dan is de rente belast in box 2 (inkomsten uit aanmerkelijk belang).
Ondernemer
afwaarderingsverlies
Dit is anders als de investeerder een VPB-plichtige bv is. De investeerder betaalt dan belasting over de rente en kan een afwaarderingsverlies in aftrek brengen op de winst. Het is dan wel belangrijk dat de verstrekking van de lening zakelijk is. Krijgt een bv door de crowdfunding een belang van meer dan 5% in uw bv, dan is mogelijk de deelnemingsvrijstelling van toepassing.
BTW
vrijgesteld
tegenprestatie
voorbelasting
Voor de BTW zijn het verstrekken van een geldlening, het betalen van rente en het bemiddelen bij kredietverlening vrijgestelde prestaties. Bij crowdfunding is er dus in principe sprake van vrijgestelde prestaties. Hierop bestaat wel een uitzondering als de investeerder in ruil voor de bijdrage in uw project een directe tegenprestatie ontvangt. Dit is het geval als uw onderneming de crowdfunding gebruikt voor de verkoop van een product of dienst. Deze levering is dan belast met BTW. Het voordeel is dan wel dat u de voorbelasting in aftrek kunt brengen. Omdat er dan sprake is van normale productverkoop, moet uw onderneming BTW betalen over de ontvangen crowdfundingbijdrage.
Visie van EU op BTW-gevolgen crowdfunding
hoofdlijnen
geen tegenprestatie
De Belastingdienst volgt de visie van de BTW-commissie van de Europese Unie op de BTW-gevolgen bij crowdfunding. Deze visie is op hoofdlijnen als volgt:
- Het leveren van bepaalde goederen of diensten die u in ruil voor bijdragen belooft, zijn belast met BTW.
- De BTW op die leveringen of diensten is verschuldigd op het moment dat u de bijdrage ontvangt.
- Er is geen BTW verschuldigd voor het ontvangen van een lening (een bijdrage waar geen tegenprestatie tegenover staat) of het verstrekken van aandelen.
- De fondsenwervende diensten van crowdfundingplatforms zijn belast met BTW, zoals het maken van reclame op de website tegen vergoeding (sponsoring).
VPB
achtergestelde leningen
geen vaste looptijd
Externe investeerders verstrekken meestal eigen vermogen en achtergestelde leningen (zie hoofdstuk 2). Voor de VPB zijn dit soort leningen eigen vermogen als:
- de vergoeding voor de lening afhankelijk is van de winst;
- de schuld is achtergesteld bij de concurrente schuldeisers;
- de schuld geen vaste looptijd heeft, maar alleen opeisbaar is bij faillissement, surseance van betaling of liquidatie.