4.1 Inventariseren
jaarrekening
historie
De eerste stap van de curator is vaak om wat gegevens te verzamelen uit het handelsregister. U kunt hierbij denken aan de laatst gedeponeerde jaarrekeningen, een uittreksel waaruit blijkt wie de bestuurder en aandeelhouder is, de deponeringsdata (dit is in een later stadium van belang in verband met mogelijk onbehoorlijk bestuur) en de historie (waarin onder andere is aangegeven wie in het verleden bestuurder en aandeelhouder was en de oude handelsnamen).
De laatst gedeponeerde jaarrekening kan de nodige nuttige gegevens bevatten, zoals mogelijke financieringen en daarmee de verpandingen.
Met deze gegevens kan de curator zien met wie hij van doen heeft en een inschatting maken van de grootte van de failliete onderneming.
afspraak
krediet- overeenkomst
De volgende stap is om een afspraak te maken met de bestuurder. De ene curator kiest ervoor om eerst telefonisch contact op te nemen, terwijl de ander ineens op de stoep staat. In beide gevallen gaat het om een intakegesprek, dit is een eerste kennismaking, waarbij de curator aan de bestuurder direct de nodige vragen stelt om een nog beter beeld te krijgen van de onderneming. U kunt hierbij denken aan de actuele debiteuren- en crediteurenstanden, maar ook of er sprake is van een kredietovereenkomst. In vrijwel alle gevallen krijgt de bestuurder direct wat ‘huiswerk’ mee. De curator moet immers snel handelen en zo snel mogelijk een zo volledig mogelijk beeld krijgen van uw onderneming.
De curator zal snel een taxateur inschakelen
Afhankelijk van de grootte van het faillissement zal de curator in de eerste week al een taxateur inschakelen om de boedel te beschrijven. Oftewel, een inventarisatie en taxatie van de roerende zaken. Denk hierbij aan de inventaris en de voorraad. Dit uiteindelijke rapport, waarin staat opgenomen wat de liquidatiewaarde is en de onderhandse verkoopwaarde bij gelijkblijvend gebruik, is voor de curator een goede indicatie van de waarde van de roerende zaken van uw onderneming.