U bent hier

12.2 Pensioenuitvoerder

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Salaris Rendement
Publicatiedatum: juli 2021

binnen één maand

Als uw onderneming werknemers een pensioenregeling aanbiedt, zult u de uitdiensttreding van een werknemer aan de pensioenuitvoerder moeten doorgeven. Dit moet u doen binnen één maand na het eindigen van de arbeidsovereenkomst. Na uitdiensttreding kan de werknemer het bij u opgebouwde pensioen laten staan of hij kan kiezen voor waardeoverdracht naar een nieuwe werkgever. Als het om een klein pensioen gaat, kan de pensioenuitvoerder kiezen voor automatische waardeoverdracht en in het geval van een heel klein pensioen komt de aanspraak te vervallen.

Premievrij

pensioen laten staan

hooguit indexatie

De werknemer kan ervoor kiezen om het bij u opgebouwde pensioen na vertrek bij uw pensioenregeling te laten staan. De opgebouwde pensioenaanspraken blijven dan in principe staan zolang de werknemer leeft en totdat hij met pensioen gaat. Er wordt verder geen pensioen meer opgebouwd, omdat uw onderneming en de werknemer geen premie meer betalen vanwege de uitdiensttreding. Als aan de voorwaarden wordt voldaan, zal de pensioenuitvoerder het pensioen premievrij maken. Omdat er verder niets meer wordt bijgedragen aan het pensioen maar er hooguit nog een indexatie van de pensioenaanspraken plaatsvindt om deze welvaartsvast te houden, is er in dat geval sprake van een zogeheten slapend pensioen.

Bij sommige pensioenregelingen is het mogelijk om de pensioenopbouw een bepaalde periode (vrijwillig) voort te zetten. In dat geval betaalt de werknemer zelf de pensioenpremie, óók het gedeelte dat u voorheen betaalde.

Overdracht

De werknemer heeft ook de mogelijkheid om zijn bij uw organisatie opgebouwde pensioen over te dragen naar de pensioenregeling van zijn nieuwe werkgever. De werknemer moet zo’n waardeoverdracht via de nieuwe werkgever regelen.

onbeperkt recht

Werknemers hebben tegenwoordig een onbeperkt recht op waardeoverdracht; zij hoeven die beslissing dus niet meer binnen een halfjaar na deelname aan de pensioenregeling van de nieuwe werkgever te maken. U kunt hierdoor pas jaren later met de overdracht van bij uw onderneming opgebouwde pensioenaanspraken van een ex-werknemer te maken krijgen.

U hoeft niet aan waardeoverdracht mee te werken als u meer dan € 15.000 en meer dan 10% van de overdrachtswaarde moet bijbetalen. U moet dit binnen een maand beslissen. Bij weigering kan de werknemer opnieuw overdracht aanvragen als de bijbetaling onder die grens komt.

adviseer werknemer

herleeft het recht

Uw pensioenuitvoerder moet deze mogelijkheid van waardeoverdracht bieden en u moet de werknemer op zijn recht op waardeoverdracht wijzen. Adviseer de werknemer daarbij meteen om goed door te (laten) rekenen hoe waardeoverdracht voor hem zal uitpakken. De overdracht kan bijdragen aan een waardevermeerdering van opgebouwde (oude) pensioenaanspraken, maar dat hoeft niet het geval te zijn! Overigens is waardeoverdracht sowieso alleen toegestaan als uw pensioenuitvoerder en die van de nieuwe werkgever een dekkingsgraad hebben van 100%. Is dat niet het geval, dan herleeft het recht op waardeoverdracht als de financiële problemen bij de pensioenuitvoerder(s) zijn opgelost.

Automatisch

Als de bij uw onderneming opgebouwde pensioenaanspraak van de werknemer minder is dan € 503,24 bruto per jaar (bedrag 2021) is er sprake van een klein pensioen. Uw pensioenuitvoerder kan er dan voor kiezen om het pensioen automatisch over te dragen naar de pensioenregeling van de nieuwe werkgever. Daar heeft de werknemer verder geen zeggenschap over. Uw pensioenuitvoerder hóeft overigens niet voor automatische waardeoverdracht te kiezen maar kan het kleine pensioen ook gewoon laten staan (als een slapend pensioen).

Vervallen

Heeft de werknemer bij uitdiensttreding slechts een heel klein pensioen bij uw organisatie opgebouwd – minder dan € 2 bruto per jaar – dan komt deze pensioenaanspraak van rechtswege te vervallen.

Ook overige instanties inlichten

collectieve verzekeringen

Niet alleen de Belastingdienst en uw pensioenuitvoerder moeten weten dat de werknemer niet langer bij uw onderneming in dienst is. Ook instanties als de arbodienst en verzekeraars waar uw organisatie collectieve verzekeringen heeft lopen, moeten hierover worden ingelicht. In paragraaf 7.2 vindt u diverse voorbeelden van verzekeringen waar het om kan gaan.