U bent hier

Onderneming & Fiscus
Statuten van de bv9. Winstverdeling9.3 Uitkeringen aan aandeelhouders

9.3 Uitkeringen aan aandeelhouders

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier BV Rendement
Publicatiedatum: augustus 2023

minimum-
kapitaal

Een grote verandering als gevolg van de invoering van de flex-wetgeving is dat er geen verplicht minimumkapitaal meer aangehouden hoeft te worden. Het kapitaal heeft bij de bv geen betekenis meer in het kader van crediteurenbescherming.

9.3.1 Beperking van bevoegdheden

Zoals u aan het begin van dit hoofdstuk al kon lezen is de algemene vergadering bevoegd tot:

  • bestemming van de winst die door de vaststelling van de jaarrekening is bepaald; en
  • vaststelling van uitkeringen, voor zover het eigen vermogen groter is dan de reserves die op grond van de wet of de statuten moeten worden aangehouden.

Beperking

Zoals u in hoofdstuk 2 kon lezen kunnen de statuten deze bevoegdheden beperken of toekennen aan een ander orgaan. Tenzij er sprake is van statutaire beperkingen, is de algemene vergadering dus vrij om te beslissen wat zij wenselijk acht. Een statutaire beperking kan zijn dat een gedeelte van de winst gereserveerd moet worden.

9.3.2 Uitkeringstest en balanstest

beoordeling

U mag zelf bepalen op basis van welk document wordt vastgesteld of er voldoende ruimte is voor de uitkering. De financiële positie op het moment van de uitkering is het uitgangspunt voor de beoordeling.

Negatief vermogen

Het enkele feit dat het eigen vermogen al negatief is of door de winstuitkering negatief wordt, is op zichzelf geen beletsel om een winstuitkering te doen. Doordat er geen uitkeringen ten laste van gebonden reserves gedaan mogen worden, is het uitsluitend mogelijk om bij een negatief eigen vermogen een uitkering te doen als er geen sprake is van gebonden reserves.

9.3.3 Goedkeuring van bestuur

Een door de algemene vergadering (of een ander orgaan waaraan de bevoegdheid is toegekend) genomen besluit tot het doen van een winstuitkering kan slechts plaatsvinden na goedkeuring door het bestuur van de bv.

Impliciet

aansprakelijk

Het al dan niet geven van goedkeuring om winst uit te keren kan impliciet blijken uit het al dan niet uitvoeren van het uitkeringsbesluit. Hoewel u als bestuurder van uw bv impliciet een goedkeuring tot winstuitkering kunt geven, is het aan te raden om de goedkeuring vast te leggen in een besluit. Dit kan nuttig zijn, als u achteraf – ter voorkoming van bestuurdersaansprakelijkheid – moet aantonen of terecht goedkeuring is verleend.

Continuïteitstest

opeisbare schulden

U weigert de goedkeuring als u weet of redelijkerwijs behoort te voorzien dat uw bv na de uitkering haar opeisbare schulden niet langer zal kunnen betalen. U moet in dit verband voor een periode van 1 á 1,5 jaar vooruitkijken en onder bepaalde omstandigheden zelfs langer.

Vraag uw accountant of hij op basis van prognoses kan adviseren of een winstuitkering wel of niet een verstandig besluit is. Zeker als er al enige tijd verstreken is sinds het opmaken van de jaarrekening.

9.3.4 Bestuur is aansprakelijk voor tekort

wettelijke rente

Als een bv na een winstuitkering haar opeisbare schulden niet langer kan betalen, kan dat ook grote gevolgen hebben voor de bestuurders. Want bestuurders die ten tijde van de uitkering wisten of redelijkerwijs behoorden te voorzien dat de onderneming niet meer aan haar verplichtingen zou kunnen voldoen, zijn tegenover de bv hoofdelijk aansprakelijk voor het tekort dat door de uitkering is ontstaan. Hierover is ook nog de wettelijke rente verschuldigd vanaf de dag van de uitkering.

Een bestuurder die bewijst dat het niet aan hem te wijten is dat de bv de uitkering heeft gedaan en dat hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen daarvan af te wenden, is niet aansprakelijk. Maar de drempel voor dit bewijs ligt hoog.

9.3.5 Ontvanger betaalt vergoeding voor tekort

Wist degene die de uitkering ontving dat de bv na de winstuitkering haar opeisbare schulden niet langer zou kunnen voldoen? Of kon diegene dat redelijkerwijs voorzien? Dan is diegene gehouden tot vergoeding van het tekort dat door de uitkering is ontstaan (tot het bedrag of de waarde van de uitkering). Ook in dit geval is de wettelijke rente verschuldigd.

De uitkeringstest is als gevolg van de regelgeving rondom de flex-bv in de wet opgenomen, maar deze regels waren op basis van de rechtspraak ook onder het oude recht al van toepassing.