8.1 Finale kwijting
belangrijkste
Bij een einde van de dienstbetrekking met wederzijds goedvinden stelt u een beëindigingsovereenkomst op (zie paragraaf 3.2). Eén van de belangrijkste bedingen in die overeenkomst is het finale kwijtingsbeding. Via dit beding spreken uw onderneming en de werknemer af dat zodra het dienstverband eindigt, er over en weer niets meer van elkaar te vorderen valt.
Bepalingen
goed in kaart brengen
Voor het opstellen van een finaal kwijtingsbeding moet u goed in kaart brengen welke vorderingen uw onderneming nog op de werknemer heeft of kan krijgen, en andersom. Bedenk vervolgens of die wel of niet onder dit beding moeten worden ondergebracht en of u ze tijdens de eindonderhandelingen met de werknemer ter sprake moet brengen.
Goede bepalingen in een finaal kwijtingsbeding dekken veel af, maar niet álle risico’s op onverwachte vorderingen. Door als goed werkgever de werknemer uitvoerig te informeren en te wijzen op de mogelijkheid om juridisch advies in te winnen, zijn die risico’s echter wel beperkt.
algemeen geformuleerd
geen andere afspraken
De formulering van het finale kwijtingsbeding is uiteraard erg belangrijk. Afhankelijk van de situatie kunt u volstaan met een algemeen geformuleerd beding (zie voor een voorbeeld het kader hierna). Anders kunt u onduidelijkheid en verschil in verwachtingen (grotendeels) voorkomen door in het beding deze specifieke bepalingen op te nemen:
- Dat beide partijen tot een volledige, uitputtende regeling hebben willen komen.
- Dat alle vorderingen, bekend of onbekend, onder het kwijtingsbeding vallen.
- Welke vorderingen zijn uitgesloten van het beding.
- Welke vorderingen juist wel onder het beding vallen.
- Dat er tussen de partijen geen andere afspraken zijn naast die in de beëindigingsovereenkomst (omdat die zijn vervangen door genoemde overeenkomst).
Verder is het van belang dat de beëindigingsovereenkomst – waar het finale kwijtingsbeding dus deel van uitmaakt – alle mogelijke afspraken met de werknemer afdekt.
Voorbeeld algemene formulering
Een algemeen ingestoken tekst van een finaal kwijtingsbeding kan bijvoorbeeld als volgt luiden:
niets meer te vorderen
Behalve voor zover het de uitvoering van de verplichtingen op grond van deze beëindigingsovereenkomst betreft, heeft de werknemer niets meer van de werkgever te vorderen wegens de arbeidsovereenkomst, de beëindiging daarvan of anderszins, terwijl de werkgever wat dat betreft niets meer van de werknemer heeft te vorderen en wordt over en weer finale kwijting verleend.