U bent hier

Onderneming & Fiscus
Contact met de Belastingdienst1. Contactmomenten met de Belastingdienst1.1 De Belastingdienst kijkt mee

1.1 De Belastingdienst kijkt mee

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Fiscaal Rendement
Publicatiedatum: november 2021

inkomsten-belasting

Door het koppelen van gegevens, zoals bankoverzichten, pensioenopgaven, loonbelasting, gegevens van leasemaatschappijen en dergelijke heeft de Belastingdienst een goed beeld van de burgers in loondienst. Deze krijgen een vooraf ingevulde aangifte inkomstenbelasting, die ze alleen nog hoeven te controleren en aan te vullen met ontbrekende gegevens.

directeur-grootaandeelhouder

Voor de ondernemer voor de inkomstenbelasting en de directeur-grootaandeelhouder (dga) ligt de situatie echter anders. Voordat de aanslag inkomstenbelasting kan worden vastgesteld, moet u eerst de jaarcijfers op orde hebben. Afschrijvingen, reserveringen en fiscale regels bepalen de uiteindelijke winst voor belastingen.

Informatieplicht

U bent als belastingplichtige verplicht om aan de fiscus informatie te verschaffen die nodig kan zijn voor het vaststellen van belastingschulden. De Belastingdienst kan daarvoor een informatiebeschikking sturen naar u als hij vragen heeft zolang deze vragen maar relevant zijn voor de belastingheffing. Toch heeft de almacht van de Belastingdienst wel zijn grenzen (zie paragraaf 3.3 en 3.4).

Fishing expedition door fiscus

wereld-
inkomen

Dat de fiscus ver mag gaan bij het opvragen van informatie, is bevestigd door de Hoge Raad. In de betreffende zaak deed een bestuurder van een stichting die alle certificaten van aandelen hield in een holding aangifte inkomstenbelasting als buitenlands belastingplichtige. De fiscus vermoedde echter dat de man in Nederland woonde en dus binnenlands belastingplichtige was. De inspecteur vroeg de man per informatiebeschikking gegevens over zijn wereldinkomen en -vermogen te verstrekken. De man vond dit te ver gaan en stapte naar de rechter.

Relevant

privacy

De rechter oordeelde dat het op grond van de al aanwezige informatie nog niet duidelijk was waar de man woonde. De man had een woonruimte in Nederland. Ook was hij in het bezit van Nederlandse bankrekeningen en was hij betrokken bij Nederlandse ondernemingen. De vragen over het inkomen en vermogen van de man, die in de beschikking stonden, waren dus van belang voor de belastingheffing. Van een ‘fishing expedition’ was hier geen sprake en ook het privacyverbod werd niet geschonden.

Bron: Hoge Raad, 25 september 2020 , ECLI (verkort): 1473