7.1 Vóór het faillissement
betalings-onmacht
Uiteraard moet uw onderneming in principe alle schulden voldoen, maar als u merkt dat dit niet meer gaat, moet u in het bijzonder de Belastingdienst tijdig informeren. Dit is van groot belang. Als u de Belastingdienst niet tijdig informeert, loopt u als bestuurder de kans dat u aansprakelijk wordt gesteld voor de fiscale schulden van uw onderneming.
7.1.1 Selectieve betaling
ernstig verwijt
Uw onderneming mag doorgaans zelf kiezen welke schuldeiser het eerst geld krijgt. Maar zodra er een faillissement in zicht komt, vervalt die vrijblijvendheid. Sterker nog: de bestuurder draait mogelijk ook persoonlijk op voor de schade van schuldeisers (zie hoofdstuk 3). Maar die vlieger gaat alleen op als de bestuurder persoonlijk een ‘ernstig verwijt’ valt te maken, zo heeft de Hoge Raad beslist op 17 januari 2020, ECLI (verkort): 73). Zie ook paragraaf 2.1.
Rangorde schuldeisers
preferent
direct opeisen
Bij een faillissement verkrijgt de curator het beheer en de beschikking over het ondernemingsvermogen. Deze curator zal een rangorde van schuldeisers bepalen. Schuldeisers met vorderingen hoog in de rangorde hebben een grotere kans op betaling. Die rangorde is weer afhankelijk van het soort vordering. Dit is de volgorde van schuldeisers bij een faillissement:
De Belastingdienst kan als preferente schuldeiser roerende zaken opeisen die zich op het terrein (de ‘bodem’) van de onderneming bevinden. Dat zijn verplaatsbare goederen, zoals losstaande machines. Dit is het bodemrecht.
7.1.2 Administratie
banksaldo
kassaldo
Voorafgaand aan een faillissement is er nog alle gelegenheid om de administratie op orde te brengen. Als u dat niet doet, kunt u als bestuurder daarvoor persoonlijk aansprakelijk worden gesteld. Let er bijvoorbeeld op dat de subadministratie van de crediteuren-, debiteuren-, voorraad- en projectadministratie op elkaar aansluit. Een ander aandachtspunt is het banksaldo: dat moet op de datum van het faillissement ook daadwerkelijk aansluiten op het saldo in de administratie. Laat de financiële afdeling dus bijvoorbeeld checken of alle ‘vraagposten’ zijn weggewerkt. Of: staat het kasssaldo niet per ongeluk negatief? Deze vragen kunt u zichzelf beter vóór de datum van het faillissement stellen.
7.1.3 Privépositie
borgstelling
Als u als bestuurder een financieringsovereenkomst heeft met een bank, komt het soms voor dat u persoonlijk borg staat. Dit is met het oog op een faillissement uiteraard heel vervelend en het is dan noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de bank niet toekomt aan zijn borgstelling. Als de bank namelijk genoeg zekerheden heeft bedongen (denk aan de verpanding van vorderingen en voorraad), is de kans kleiner dat de bank uiteindelijk bij u aanklopt.
Controleer of alles op de juiste wijze is verpand en vraag expliciet of de bank haar pandrecht kan uitoefenen bij een faillissement. U wilt voorkomen dat u een flinke som geld moet betalen aan de bank, omdat er voor de bank te weinig geld binnenkwam uit de andere zekerheden.