6.3 De uitkeringstoets
De ava mag alleen een winstuitkering doen vanuit de vrij uitkeerbare reserves. Een uitkering is, zoals eerder opgemerkt, alleen mogelijk als het eigen vermogen groter is dan de wettelijke en statutaire reserves.
voorkomen
verantwoord
Door een uitkeringstest wil de wetgever voorkomen dat de aandeelhouders vermogen uitkeren terwijl de financiële situatie van de bv dat niet toelaat. Het besluit van de ava kan daarom pas plaatsvinden als het bestuur de uitkeringstest heeft uitgevoerd. Hierdoor zijn zowel de aandeelhouders als het bestuur verantwoordelijk voor de (winst)uitkering.
interim- dividend
terugbetaling
eigen aandelen
Onder een uitkering van vermogen vallen:
- de uitkering van winst of reserves (dividend);
- uitkeringen uit de lopende winst (interim-dividend)
- terugbetaling van agio;
- terugbetaling van geplaatst kapitaal;
- de terugbetaling op aandelen in het kader van kapitaalvermindering;
- de inkoop van eigen aandelen anders dan om niet.
6.3.1 Solvabiliteit
kwalitatieve beoordeling
continuïteit
De uitkeringstest bestaat uit kwalitatieve en kwantitatieve beoordelingen. U gaat minimaal dan de volgende zaken na:
- Is de bv in staat haar pensioen- en stamrechtverplichtingen volledig na te komen (zie pagina 68)?
- Is het dividend gelijk aan of kleiner dan de grootte van de vrije reserves? Ofwel: is het eigen vermogen na uitkering nog groter dan de wettelijke en statutaire reserves?
- Wat zijn de gevolgen van de uitkering voor de solvabiliteit (maatstaf voor de financiële gezondheid op langere termijn) van de onderneming?
- Zijn de omstandigheden na vaststelling van de jaarrekening dusdanig veranderd dat deze de continuïteit mogelijk negatief beïnvloeden? Denk aan het verlies van een belangrijke opdrachtgever of een plotselinge daling van de bedrijfsresultaten.
Afhankelijk van de periode en de omstandigheden zal een nieuwe beoordeling door het bestuur nodig zijn of de bv kan blijven voortgaan met het betalen van haar opeisbare schulden na de uitkering.
Verschil fiscaal en commercieel eigen vermogen
grondslagen
Er kunnen aanzienlijke verschillen optreden tussen het fiscale en het commerciële eigen vermogen. De waardering van bijvoorbeeld pensioenverplichtingen kan behoorlijk uiteenlopen. Dit kan ertoe leiden dat er op basis van de jaarrekening voldoende vermogen aanwezig lijkt te zijn voor een uitkering. De jaarrekening en de daarin gehanteerde grondslagen zijn weliswaar leidend bij de uitkeringstest, maar als voor een fiscale jaarrekening wordt gekozen, terwijl het commerciële vermogen een stuk lager ligt, is een uitkering toch niet toegestaan. Denk aan een pensioenvoorziening. Daarvan ligt de waardering commercieel meestal 40% tot 50% hoger dan de fiscale waarde.
6.3.2 Liquiditeitsprognose
onderbouwing
verbonden
Als bestuurder moet u beoordelen of de bv na het doen van de dividenduitkering kan voldoen aan het betalen van haar opeisbare schulden. Hierbij geeft u een actuele prognose af over de situatie op het moment dat u een besluit neemt over de uitkering. Als onderbouwing voor de uitkeringstest licht u toe dat er geen feiten of redelijkerwijs te voorziene omstandigheden zijn waardoor de bv na het doen van de dividenduitkering niet langer in staat is tot het betalen van haar opeisbare schulden. De beroepsorganisatie van accountants (NBA) stelt dat u in ieder geval de volgende zaken moet toetsen en dat u schriftelijk moet verklaren dat:
- de onderneming in de laatste jaren winstgevend is, evenals in het meest recente boekjaar;
- u verwacht dat de bv de opeisbare schulden kan betalen;
- naast de uitkering op korte termijn niet op andere wijze liquiditeiten worden onttrokken;
- u geen afwijkende ontwikkelingen voorziet.
Aan de hand van de checklist ‘De uitkeringstoets bij dividenduitkering’ op rendement.nl/bvdossier weet u precies op welke punten u moet letten bij het uitvoeren van de uitkeringstoets en de balanstest.