6.2 Balanstest
statuten
U voert een zogenoemde balanstest uit als de bv op grond van de statuten of de wet verplicht is om bepaalde reserves aan te houden. De uitkering is dan alleen mogelijk als het eigen vermogen groter is dan die reserves. Als de uitkomst van (een van) deze rekensommen negatief is, moet u uw goedkeuring aan het uitkeringsbesluit onthouden en kan er geen uitkering plaatsvinden (zie paragraaf 6.5).
Moment van onderzoek
De balanstest is gekoppeld aan het moment dat de ava het besluit tot uitkering neemt. Voor de uitkeringstoets is dat het moment dat uw bv tot uitkering overgaat. Dit betekent dat de balanstest en de uitkeringstoets vaak al plaatsvinden op het moment dat een voorstel tot uitkering aan de aandeelhouders wordt gedaan bij het opmaken van de jaarrekening. Vindt de betaling van de uitkering plaats nadat de jaarrekening wordt vastgesteld, dan kan de vastgestelde jaarrekening in beginsel nog steeds als basis voor de balanstest dienen.
jaarrekening
verliezen
Er kunnen zich echter sinds de vaststelling van de jaarrekening belangrijke wijzigingen hebben voorgedaan in het vastgestelde opgenomen vermogen in de jaarrekening. Denk aan omvangrijke tussentijdse verliezen. In dat geval zult u, als er wettelijke of statutaire reserves in de jaarrekening zijn opgenomen, de omvang van het eigen vermogen (en de uitkeringsruimte) ten tijde van de uitkering nader moeten onderzoeken. Hetzelfde principe geldt voor de uitkeringstoets als de daadwerkelijke betaling pas enige tijd na de goedkeuring door het bestuur plaatsvindt.