U bent hier

2.2 Bestuur met een Raad van Toezicht

Laatst gewijzigd: mei 2021

Raad van 
Toezicht

De twee genoemde modellen kunnen worden uitgebreid met een Raad van Toezicht (RvT). Hoe groter de organisatie, des te vaker zal dit ook daadwerkelijk plaatsvinden. Als bij model 1 een RvT wordt ingesteld, neemt het bestuur de besluiten en past die ook daadwerkelijk toe. Wordt een RvT toegevoegd aan model 2, dan neemt ook het bestuur de besluiten en is eindverantwoordelijke, maar bepaalde taken worden door de directie uitgevoerd. Het bestuur houdt toezicht op de directie en de RvT houdt toezicht op het bestuur, dus indirect ook op de directie (zie hoofdstuk 8).

De RvT heeft wettelijk geen bevoegdheden. Afspraken over de rolverdeling en besluitvorming, zoals ontslag, kunt u alleen via de statuten toekennen (zie hoofdstuk 3).

Inhoudelijke kennis

toezicht-houders

inhoudelijke kennis

Raad van Advies

Vaak is het zo dat als een RvT wordt geïnstalleerd, leden van het bestuur doorstromen naar de RvT die dan wordt aangevuld met andere toezichthouders, die geen belanghebbenden zijn van de organisatie. Dit zorgt voor een gezonde mix van kennis van de interne organisatie en de onbevangen blik van de buitenstaander. Wanneer alle direct belanghebbenden uit het bestuur verdwijnen én er in de RvT alleen personen uit heel andere sectoren overblijven heeft dit effect op de kwaliteit van het toezicht. Denk bijvoorbeeld aan een RvT met een bankier, een accountant of bijvoorbeeld een (ex)burgemeester die toezicht houden op een culturele organisatie. Daarmee ontstaat het risico dat de inhoudelijke kennis over het te voeren creatieve beleid onvoldoende aanwezig is. De inhoudelijk betrokkenen kunnen vervolgens wel in een Raad van Advies plaatsnemen. Een Raad van Advies is echter vrijblijvend en deze vrijblijvende rol zou kunnen leiden tot een zieltogend bestaan, omdat dit niet motiveert tot een stevige en kritische onderlinge omgang. De betrokkenen zelf kunnen het dan voor gezien houden. De modellen met een RvT zien er als volgt uit:

In principe zijn de krachtsverhoudingen in model 2 het beste verdeeld. De positie van de RvT is in model 3 zwak, omdat de RvT slechts bevoegdheden bezit die in de statuten staan. Wat niet in de statuten staat, valt dus buiten zijn toezicht. Dit betekent dat de RvT alleen met paardenmiddelen kan ingrijpen, zoals ontslag bij mismanagement.