U bent hier

9.1 Maatschappelijke ondersteuning

Laatst gewijzigd: mei 2021

Maatschappelijke ondersteuning omvat allerlei activiteiten die het mensen mogelijk maken om mee te doen in de samenleving. De gemeente mag geen algemene inkomensgrens stellen voor de Wmo maar kan een eigen bijdrage vragen voor voorzieningen en hulpmiddelen uit de Wmo. De gemeente kan deze activiteiten zelf invullen. Bijvoorbeeld door bijdragen aan vrijwilligerswerk en mantelzorg, goede informatie en advies, opvoedingsondersteuning en huishoudelijke hulp. Het begrip maatschappelijke ondersteuning is in de WMO verwoord in negen prestatievelden.

De negen prestatievelden

prestatie­­velden

Binnen de WMO moeten gemeenten actie ondernemen op een aantal prestatievelden. Die prestaties zijn niet heel precies omschreven om de gemeenten zo veel mogelijk ruimte te geven hun eigen beleid in te vullen. Hieronder de prestatievelden op een rijtje:

  • Sociale samenhang en leefbaarheid.
  • Jeugd en opvoeding.
  • Informatie, advies en cliëntondersteuning.
  • Ondersteuning mantelzorgers en vrijwilligers.
  • Bevorderen maatschappelijke participatie van mensen met een beperking.
  • Voorzieningen voor mensen met een beperking.
  • Maatschappelijke opvang en vrouwenopvang.
  • Openbare Geestelijke Gezondheidszorg.
  • Bevorderen van verslavingsbeleid.
  • Vrijwilligersorganisaties dragen in belangrijke mate bij aan deze prestatievelden. De gemeenten zijn verplicht vrijwilligers te ondersteunen.

    9.1.1 De inzet van vrijwilligers

    De gedachtegang achter de WMO is dat we het in Nederland niet redden als we volledig vertrouwen op professionele hulp. Dit betekent niet alleen het regelen van bredere welzijnsvoorzieningen, zoals het rondbrengen van maaltijden, maar ook de emotionele ondersteuning van mensen in hun thuissituatie. Dan is iemand soms zelfs beter geholpen door de inzet van vrijwilligers, of van zijn eigen vrienden, familie en kennissen dan door professionele (betaalde) hulpverleners.

    eerstelijns 
gezondheidszorg

    thuishulp

    Als iemand vooral eenzaam is, dan kan vrijwillige hulp echt een verschil maken. En er zijn gelukkig mensen te vinden die het leuk vinden om een handje te helpen. Dit kan de druk op de eerstelijns gezondheidszorg, zoals de huisarts, maar ook de thuishulp en de huishoudelijke verzorging, aanzienlijk verminderen. Hierbij moet u overigens oppassen dat zij niet al te veel hooi op de vork nemen. Vrijwilligerswerk is geen professionele hulp en andersom. Meer over het bewaken van uw grenzen als vrijwilliger en als vrijwilligersorganisatie leest u in hoofdstuk 10.

    Uw organisatie en de WMO

    Uw rol als vrijwilligersorganisatie in de WMO is samen te vatten in vier punten:

    • Cliënt van de wet: de WMO moet zorgen dat uw vrijwilligersorganisatie goed wordt ondersteund.
    • Aanbieder: u kunt diensten verlenen die in het kader van de wet passen.
    • Informatiepunt: uw achterban voorlichten en informeren.
    • Vertegenwoordiger: de belangen behartigen van uw achterban.