9.4 Overstappen op fiscale jaarrekening
Zoals eerder aangegeven kunt u overstappen op de fiscale waarderingsgrondslag als u voldoet aan de voorwaarden voor een kleine organisatie (< € 4,4 miljoen activa; < € 8,8 miljoen netto-omzet; < 50 werknemers). Kiest u voor de overgang van een commerciële naar een fiscale jaarrekening, dan is sprake van een zogenoemde stelselwijziging. De overgang heeft namelijk gevolgen voor het balanstotaal en het eigen vermogen van uw organisatie. In de jaarrekening van uw organisatie ziet u namelijk altijd de cijfers van het afgelopen jaar, maar ook die van het jaar daarvoor.
De stelselwijziging zorgt voor een verschuiving in de balans en resultatenrekening van het boekjaar waarin u de grondslag gaat toepassen. Op basis van het Besluit fiscale waarderingsgrondslagen is het echter niet verplicht om de (vergelijkende) cijfers van het vorige boekjaar aan te passen. U verandert dus alleen het beginvermogen in het jaar van de stelselwijziging.
Toelichting
In de toelichting vermeldt u dat uw organisatie de fiscale grondslagen heeft gebruikt bij het opstellen van de jaarrekening. Daarnaast moet u in de toelichting melden voor welke posten de waardering volgens fiscale grondslagen leidt tot een afwijking van de waardering volgens commerciële grondslagen. Dit is immers van belang voor het inzicht in het vermogen van uw organisatie. Die toelichting vermeldt u onder het kopje ‘Algemene grondslagen voor de opstelling van de jaarrekening’. Een cijfermatige onderbouwing hiervan is niet nodig.
Voorbeeldtekst
In de toelichting op de jaarrekening kunt u bijvoorbeeld de volgende tekst opnemen: ‘De jaarrekening is opgesteld volgens de bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW. Hierbij is gebruikgemaakt van de in artikel 2:396 lid 6 BW geboden mogelijkheid de fiscale waarderingsgrondslagen te hanteren, zoals bedoeld in hoofdstuk II van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. De toepassing van de fiscale waarderingsgrondslag heeft geleid tot een afwijking in de waardering volgens afdeling 6, titel 9, Boek 2 BW. Van belang voor het inzicht in het vermogen is met name de afwijking in de waardering van materiële en immateriële vaste activa.’