7.2 Omgaan met tegenslagen
leien dakje
Weinig ontwikkelingstrajecten gaan van een leien dakje. Zeker bij de meer ambitieuze ontwikkelingsdoelen zijn er meestal wel kleine of grotere tegenslagen. Dat is niet erg, ook daar kan de werknemer van leren. Het is belangrijk om er goed mee om te gaan.
7.2.1 Bespreekbaar maken en delen
obstakel
Loopt een werknemer tegen problemen aan, dan is het belangrijk dat hij ze bespreekbaar maakt. Door problemen te delen, wordt het vaak eenvoudiger om op ideeën voor oplossingen te komen. Bij de begeleiding van een ontwikkeltraject is het zinvol als de werknemer obstakels waar hij tegenaan loopt, in ieder geval deelt. Anders wordt het lastig om hem verder te helpen.
De begeleiding als obstakel zien
samenwerking
Een werknemer kan ook de begeleiding van zijn leidinggevende als een probleem of obstakel zien. Hij kan bijvoorbeeld het gevoel hebben dat zijn leidinggevende hem beoordeelt of onder druk zet, hem te zeer in een bepaalde richting probeert te sturen of hem niet de steun geeft die was afgesproken. Het zal voor een werknemer lastig zijn om dit aan te kaarten. Neem hem daarom zeker serieus als hij dit wel doet. Een samenwerking tussen twee mensen verloopt niet altijd soepel en dat is niet altijd iemands schuld. Maar je moet wel openstaan voor de mening van de werknemer als je dit wilt verbeteren.
Vertrouwen
te hoog gegrepen
Soms is het pijnlijk om aan te geven dat bepaalde zaken niet goed gaan. De werknemer moet bijvoorbeeld toegeven dat een opleiding toch echt te hoog gegrepen is, of dat hij niet goed met zijn coach overweg kan. Misschien heeft hij bij zijn nieuwe taken enkele ernstige fouten gemaakt. Zorg daarom voor een sfeer van vertrouwen en veiligheid. Het POP-traject is altijd een leerproces, er is ruimte voor fouten en problemen. Als de werknemer dit weet en begrijpt, zal hij gemakkelijker problemen aankaarten.
7.2.2 Positief blijven
truc bij tegenslagen
balen mag
goedmaken
De truc om de motivatie hoog te houden bij tegenslagen, is positief blijven. Dat klinkt een stuk eenvoudiger dan het is. Je hoeft echt niet van werknemers te verwachten dat ze alle tegenslagen van zich af laten glijden en altijd vrolijk blijven. Het is juist goed om stil te staan bij tegenslagen en een werknemer mag er best van balen. Daarna is het echter tijd om de plannen bij te stellen en weer vooruit te kijken. Alleen dan kan de werknemer met frisse moed verder. Kijk ook naar zaken die wél goed gaan. Heeft de werknemer zich heel erg ingezet voor het plan, maar gaat het toch niet goed? Prijs hem dan in ieder geval voor zijn inzet. Een welgemeend compliment kan een hoop tegenslagen goedmaken.
Voor het vervolgtraject is het belangrijk om te kijken wat de oorzaak van tegenslagen is. Maak hier echter geen onderzoek naar de schuldvraag van. Wie uiteindelijk ook als schuldige uit de bus komt, dit werkt zelden motiverend. Kijk liever naar wat je er samen van kunt leren.
7.2.3 Zelf oplossen
slecht nieuws
zelfvertrouwen
Als een werknemer met hangende schouders aan het bureau staat met slecht nieuws over zijn POP-traject, kun je in de verleiding komen om voor hem naar oplossingen te zoeken. Probeer dat liever te weerstaan. Een werknemer die tegen problemen aanloopt, zal zich nog slechter voelen over zichzelf als een ander die voor hem moet oplossen. Hij kan daarna weliswaar weer verder, maar de kans is groot dat zijn zelfvertrouwen een flinke deuk heeft opgelopen. De begeleider neemt geen taken van de werknemer over, maar helpt hem om ze zelf uit te voeren. Dat geldt dus ook voor het wegnemen van obstakels en tegenslagen. Vraag aan de werknemer wat hij zelf voor oplossingen ziet. Merk je dat hij te veel in één oplossingsrichting denkt of de moed helemaal heeft opgegeven, dan kun je doorvragen en eventueel suggesties voor andere oplossingsrichtingen doen. Laat het aan de werknemer over om de daadwerkelijke oplossing te kiezen en te formuleren.
Laat de werknemer in het POP opnemen hoe hij de oplossing heeft bedacht en zorg ervoor dat hij deze goed omschrijft. Ook bij oplossingen voor knelpunten werkt de SMART-methodiek vaak goed. Deze is uitgelegd in hoofdstuk 4 van dit dossier.