3.15. Scrum toepassen

Het scrumplan bestaat uit de volgende stappen:

• U begint met een gedegen visie op het project en hoe dat het beste te managen valt. Ook stelt u vast wat de prioriteiten zijn voor dit traject en voor uw organisatie.
• Vervolgens plant u een intake. In deze meeting met de opdrachtgever, projectmedewerkers en eventueel nog andere stakeholders analyseert u de opdracht. U formuleert nu ook de ambitie van het project. Hier blijkt meteen het flexibele aspect: een ‘ambitie’ geeft ook richting, maar is vloeiender dan de meer in steen gegoten ‘doelstelling’.
• In de volgende stap maakt u een planning waarin u vastlegt wat er nodig is om deze ambitie te realiseren. Nu ziet u hoe flexibel u aan de slag moet: die planning is namelijk niet voor de volledige duur van het project, maar opgedeeld in sprints. Tijdens de intake hamert u de voorwaarden af voor de eerste sprint: budget, teamsamenstelling, samenwerkingspartners, concept, strategie, et cetera.
• Nu volgt het onderdeel waaraan de methode zijn naam ontleent: de scrum. Het team komt tijdens de sprint op vooraf afgesproken momenten samen om te reflecteren over de voortgang van de sprint. De vervolgstappen worden vastgelegd voor de resterende tijd van de sprint.
• Aan het einde van iedere sprint komt de validatiemeeting. Hierin evalueert u de sprint en stelt u vast of er zaken anders hadden gemoeten en of u moet schaven aan de lijst met acties en interventies.
• Het proces is afgerond als zowel opdrachtgever als projectteam vinden dat de ambitie voldoende behaald is. Het gaat er vooral om dat het resultaat bevredigend is.