U bent hier

4.1 Grondslagen voor verwerking

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier HR Rendement
Publicatiedatum: april 2018

opt-out

overeenkomst

loonaangifte

openbaar gezag

gerechtvaardigd

Volgens de AVG is de verwerking van persoonsgegevens alleen rechtmatig, als tenminste een van de hierna genoemde grondslagen van toepassing is:

  • De betrokkene heeft toestemming gegeven voor de verwerking van zijn persoonsgegevens voor een of meerdere specifieke doelen. Hierbij is van belang dat hij op ieder moment zijn toestemming weer kan intrekken. Dat wordt ook wel opt-out genoemd.
  • De verwerking is noodzakelijk voor de uitvoering van een overeenkomst, waarbij degene van wie de persoonsgegevens worden verwerkt een partij is. Of de verwerking is nodig om op verzoek van de betrokkene acties uit te voeren voor het afsluiten van een overeenkomst. U kunt hierbij denken aan een sollicitant die een arbeidsrelatie aangaat met uw organisatie of iemand die een huurovereenkomst afsluit.
  • Het verwerken van persoonsgegevens is noodzakelijk om te voldoen aan een wettelijke verplichting. Bijvoorbeeld de plicht tot loonaangifte of een bewaarplicht.
  • De verwerking is noodzaak om de vitale belangen van de betrokkene of van een andere persoon te beschermen. Het redden van een leven door bijvoorbeeld iemands naam door te geven aan de ambulancebroeder is een rechtmatige grondslag voor het verwerken van persoonsgegevens.
  • De verwerking is noodzakelijk vanwege het algemeen belang of in het kader van de uitoefening van het openbaar gezag. Een voorbeeld is verwerking van persoonsgegevens bij een APK-bedrijf. De betrokkene kan overigens wel bezwaar maken tegen zo’n verwerking, en wel op grond van artikel 21 van de AVG. Tot 25 mei is dat artikel 40 van de WBP.
  • De verwerking is noodzakelijk voor de behartiging van de belangen van de verwerkingsverantwoordelijke of van een derde. Dit moet een gerechtvaardigd belang zijn en hierbij geldt dat de rechten en belangen van de betrokkene zwaarder wegen dan belangen van de verantwoordelijke. Dat geldt dubbel als de betrokkene een kind is. Het recht op privacy moet bij deze grondslag dus worden afgewogen tegen de belangen van de verantwoordelijke of derden.