6.1 Verschillende vormen van conflicten
goed overleg
consensus
Bij de voorgenomen reorganisatie heeft uw OR misschien een andere kijk op het nut en de noodzaak ervan en wilt u deze anders vormgeven, bij vrije dagen pleit uw OR voor maximale vrijheid bij het opnemen terwijl de bestuurder liever een verplichte kerstvakantie heeft en voor het fietsenplan blijkt de financiering de bottleneck. In goed overleg komt u er meestal samen wel uit, maar wat als dat niet lukt? In zo’n situatie kan een traject vastlopen of krijgt het een vervelende nasleep in het vervolg van de overlegrelatie. Er zijn verschillende mogelijkheden om uit zo’n situatie te komen, maar dan moet wel duidelijk zijn waar het geschil vandaan komt. Want bij iedere 'soort' past een eigen oplossing. In paragraaf 6.8 komen een aantal gerelateerde zaken aan bod. Is het bijvoorbeeld erg als uw OR en uw bestuurder af en toe niet tot consensus komen? Zijn OR-leden vrij om vanuit hun OR-functie een conflict met de bestuurder te kunnen hebben? En hoe kunt u conflicten voorkomen?
Ontstaat er een conflict met de bestuurder, denk dan ook aan de bescherming tegen benadeling: de bestuurder mag een OR-lid niet benadelen vanwege zijn OR-werk.
6.1.1 Soorten geschillen en conflicten
financiële situatie
instemmingsrecht
internationaal
Om geschillen en conflicten op te kunnen lossen, moet u eerst vaststellen waar de onenigheid om draait. Want niet iedere oplossingsmogelijkheid leent zich voor ieder verschil van mening. Er zijn grofweg drie niveaus waarop conflicten tussen bestuurders en ondernemingsraden ontstaan:
- Op inhoudsniveau: de OR vindt bijvoorbeeld dat de bestuurder in zijn definitieve besluit meer moet overnemen van het OR-advies of de bestuurder is van mening dat de OR onvoldoende rekening houdt met de financiële situatie van de onderneming bij het beoordelen van een instemmingsaanvraag over een verplichte zomervakantie.
- Op procedureniveau: de bestuurder legt de aanvraag voor de nieuwe arbodienst ter advisering voor, terwijl de OR vindt dat er sprake is van instemmingsrecht, of de OR voelt zich bijvoorbeeld gepasseerd omdat hij geen advies heeft kunnen uitbrengen over de benoeming van een bestuurder.
- Op procesniveau (relatieniveau): de bestuurder passeert de OR te pas en te onpas omdat hij 'last' heeft van de mening van de OR in de context van het internationale concern waarin hij opereert, of de OR handelt bijvoorbeeld enkel vanuit zijn belangenbehartigende rol en verliest daarbij zijn toezichthoudende rol uit het oog.
De scheidslijn tussen de drie niveaus is niet zwart-wit en veel geschillen en conflicten hebben elementen in zich van allerdrie de niveaus.
Een goede verkenning van waar het probleem zich primair toont, is cruciaal bij de keuze van de oplossingsmogelijkheid. Een conflict op relatieniveau lost u doorgaans anders op dan een geschil op inhoudsniveau.
Oorsprong
gezamenlijk
Het is verstandig om als bestuurder en OR oog te hebben voor alle drie de niveaus. Veel conflicten die op inhoudsniveau lijken te liggen, hebben bijvoorbeeld een oorsprong op het relatieniveau. Dus om een geschil op inhoud op te lossen, moet u gezamenlijk vaststellen dat er op relatie- en procedureniveau géén problemen zijn. Omdat de niveaus door elkaar heen lopen, is dat niet altijd even gemakkelijk. Blijft het onduidelijk, dan begint u op relatieniveau en werkt u (voor zover mogelijk) naar de bovenliggende niveaus.
6.1.2 Verschillende oplossingsmogelijkheden
beroepsrecht
Er zijn verschillende manieren om conflicten of geschillen tussen u en uw bestuurder op te lossen. In de WOR staan bijvoorbeeld de algemene geschillenregeling (artikel 36 WOR) en het beroepsrecht van de OR (artikel 26 WOR). Ook de bedrijfscommissie, vanaf artikel 37 WOR, is een optie als uw OR en de bestuurder er samen niet uitkomen. Maar deze opties lijken misschien, zeker in eerste instantie, te zwaar. Gelukkig zijn er nog meer mogelijkheden. Hierna volgen er zes die niet voor niets in deze volgorde staan. Want meestal komt een OR niet direct bij een rechter terecht.