7.1 Adviesrecht als bevoegdheden wijzigen
wijzigingen
Om adviesrecht af te dwingen bij een reorganisatie, moet de voorgenomen wijziging van de organisatiestructuur of bevoegdheden ‘belangrijk’ zijn. Maar welke wijzigingen zijn belangrijk genoeg? Hierbij kunt u denken aan structuurwijzigingen, een herverdeling van taken en verantwoordelijkheden binnen het management, een statutenwijziging bij een stichting of vereniging of het (niet langer) kiezen van een raad van commissarissen.
7.1.1 ‘Kleine aanpassing’
ontwikkelingsproces
Ondernemingsraden krijgen nogal eens te maken met bestuurders die beweren dat een voorgenomen besluit niet adviesplichtig is omdat het niet om een ‘reorganisatie’ zou gaan. Ze spreken dan over een ‘kleine aanpassing’ of over een ‘logische volgende stap binnen het ontwikkelingsproces van de onderneming’. Laat u door dat soort drogredeneringen niet met een kluitje het riet in sturen. De WOR kent het begrip reorganisatie helemaal niet. Waar het om gaat, is of de bestuurder van plan is om belangrijke wijzigingen in de organisatie door te voeren.
Reorganisaties kunnen gepaard gaan met de inkrimping, uitbreiding of beëindiging van werkzaamheden. Het voorgenomen besluit valt dan mogelijk ook onder artikel 25, lid 1c en 1d WOR. In hoofdstuk 6 leest u waarop uw OR of PVT in dat geval moet letten.
7.1.2 Een proef of pilot
experiment
succes
Een andere reden die bestuurders soms opvoeren om voor een voorgenomen besluit geen advies te hoeven vragen, is dat het om een experiment, een pilot of proef zou gaan. De redenering luidt dan dat het in eerste instantie gaat om een wijziging op beperkte schaal of voor een afgebakende periode. De echte wijziging, en dus adviesaanvraag, komt pas aan de orde als de proef een succes blijkt. Maar de rechter is hier in het verleden erg duidelijk over geweest. Er is sprake van een adviesplichtig besluit, zodra de verandering:
- onomkeerbaar is; of
- grote gevolgen heeft voor het betrokken personeel; of
- automatisch tot blijvende invoering kan leiden.
Betrokken
kritisch
investering
Komt de bestuurder naar de ondernemingsraad met de mededeling dat hij geen advies van u hoeft omdat zijn plannen en ideeën niet meer zijn dan experimenten? Dan is het verstandig de bestuurder kritisch te ondervragen. Want hij organiseert zo’n pilot uiteraard met een reden en de kans is groot dat als de proef slaagt, de pilot een wijziging op grotere schaal betekent. Daar wilt u uiteraard stap voor stap bij betrokken zijn. Bovendien vraagt de pilot misschien om flinke investeringen. In dat geval kunt u ook om die reden uw adviesrecht opeisen (artikel 25, lid 1h WOR).
Spreek af dat de bestuurder de OR goed en volledig informeert over de resultaten van de pilot. Stel duidelijke criteria op om het succes van de proef te kunnen beoordelen. Die criteria helpen uw OR om in een later stadium tot een advies te komen.
7.1.3 De verdeling van bevoegdheden
zinvol werk
Als binnen een organisatie taken verschuiven, moeten daar in de regel ook de bevoegdheden op worden aangepast. Gebeurt dit niet, dan bestaat het risico dat iemand wordt afgerekend op resultaten die hij niet zelf kan beïnvloeden. Bovendien streeft uw ondernemingsraad waarschijnlijk naar zinvol werk voor werknemers. Over het algemeen geldt dat dit het beste lukt als verantwoordelijkheden en bevoegdheden zo veel mogelijk worden gedelegeerd.
Let op als uw bestuurder het plan heeft om verantwoordelijkheden te centraliseren of als hij een extra managementlaag wil creëren. Dit type veranderingen leidt al snel tot minder volwaardig werk bij werknemers met meer uitvoerende taken.
Functieomschrijvingen
Uw OR moet zeker een vinger aan de pols houden als het voorgenomen besluit leidt tot nieuwe functieomschrijvingen, omdat dan de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van werknemers veranderen. De nieuwe functieomschrijvingen bepalen straks wat werknemers wel en niet mogen. Bovendien worden ze gebruikt voor de functiewaardering, functioneringsgesprekken en beoordeling van werknemers.