U bent hier

6.3 Normbedragen

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Salaris Rendement
Publicatiedatum: oktober 2019

vier categorieën

Voor diverse voorzieningen die u aan werknemers op de werkplek ter beschikking kunt stellen, zijn vaste bedragen bepaald voor de waardering ervan. De vier categorieën voorzieningen waarvoor dit geldt, worden hierna behandeld.

Bijtelling voor privégebruik auto van de zaak

Bij de auto van de zaak is ook bepaald welke waarde u moet aanhouden voor het privégebruik van die auto dat loon vormt voor de werknemers. Dit is een percentage van de cataloguswaarde, waarbij het percentage afhankelijk is van de CO2-uitstoot. Aangezien dit verplicht werknemersloon is (zie paragraaf 9.1) en het uw keuze rond de WKR niet beïnvloedt, blijft deze waardering in dit themadossier verder buiten beschouwing. Per 2020 gaat er ook een bijtellingsregeling gelden voor de fiets van de zaak.

6.3.1 Huisvesting

op de werkplek

inbegrepen

Huisvesting (of inwoning) betreft een plaats waar de werknemer verblijft in het kader van zijn werkzaamheden, zoals een matroos die aan boord woont, een werknemer op een booreiland of de inwoning van agrarisch personeel. Voor de waarde van huisvesting (en inwoning) op de werkplek geldt een normbedrag van € 5,55 per dag per werknemer (normbedrag 2019). In dit bedrag is de verstrekking van bewassing, energie en water inbegrepen. Het normbedrag geldt overigens alleen voor huisvesting op de werkplek waar geen nihilwaardering voor geldt (zie paragraaf 7.2.3) en die ook niet geldt als een (dienst)woning (zie paragraaf 6.3.4).

Het normbedrag voor huisvesting geldt per werknemer. Als ook één of meer van zijn gezinsleden er gebruik van maken, hoeft u niet van een hoger bedrag uit te gaan.

voordeel

hangt af van locatie

De huisvesting – dus het normbedrag – is loon voor de werknemer. U kunt dit ook als eindheffingsloon in de vrije ruimte onderbrengen en het zo onbelast voor hem maken. Het voordeel hiervan is dat u geen administratie per werknemer meer hoeft bij te houden. U kunt dan namelijk het totale aantal dagen van verstrekte huisvesting – bijvoorbeeld aan de hand van het werkrooster – vermenigvuldigen met het normbedrag per dag, en dit totaalbedrag in de vrije ruimte onderbrengen. Zolang die ruimte niet wordt overschreden, is dit eindheffingsloon ook onbelast voor uw organisatie.

6.3.2 Kinderopvang

Een vergoeding of verstrekking van kinderopvang is loon voor de werknemer. Dit loon kunt u desgewenst als eindheffingsloon ten laste van de vrije ruimte brengen. Bij een verstrekking van kinderopvang hangt de waarde die u moet hanteren af van de locatie en organisatie van de opvang.

Werkplek

uurprijs

toeslag of tegemoetkoming

Alleen als de kinderopvang plaatsvindt op de werkplek en door uw onderneming wordt georganiseerd, geldt er een normbedrag. U moet dan voor de waarde van de verstrekking uitgaan van het aantal uren kinderopvang maal de uurprijs volgens de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (€ 8,02 in 2019), verminderd met een eventuele werknemersbijdrage (zie paragraaf 6.4). Als voorwaarde bij de waardering op het normbedrag geldt dat de ouders een kinderopvangtoeslag of tegemoetkoming via de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen krijgen als zij daar recht op hebben.

Overig

buiten de werkplek

rekening

In de overige situaties geldt niet het normbedrag:

  • De kinderopvang vindt plaats buiten de werkplek en wordt door uw onderneming georganiseerd. Hierbij moet u voor de verstrekking uitgaan van de waarde van de kinderopvang in het economisch verkeer (minus een eventuele werknemersbijdrage, zie paragraaf 6.4).
  • De kinderopvang vindt plaats op de werkplek of een andere locatie en de werkgever koopt deze in bij een kinderopvanginstelling. Hierbij geldt voor de verstrekking de waarde in het economisch verkeer, zijnde het bedrag dat de kinderopvanginstelling u in rekening brengt (minus een eventuele werknemersbijdrage, zie paragraaf 6.4).

Werknemers van andere vestigingen

die betreffende vestiging

niet-zakelijk

Het kan zijn dat uw organisatie meerdere vestigingen heeft en de kinderopvang op één van die vestigingen zelf organiseert. Voor de werknemers die op de betreffende vestiging werken, is er dan sprake van op de werkplek georganiseerde kinderopvang. De waarde van deze verstrekking is dus het aantal uren kinderopvang maal de genoemde uurprijs van € 8,02 (bedrag 2019). Voor de werknemers van de andere vestigingen moet u uitgaan van de waarde van de kinderopvang in het economisch verkeer.

6.3.3 Maaltijden

soortgelijke ruimtes

Voor de waarde van niet-zakelijke maaltijden in bedrijfskantines geldt in 2019 een normbedrag van € 3,35. Dit bedrag geldt zowel voor een ontbijt en een lunch als voor een diner. Heeft uw organisatie geen bedrijfskantine, dan mag u het normbedrag toch toepassen bij maaltijden in soortgelijke ruimtes waar wordt gewerkt, zoals een vergaderkamer.

Uitbesteding aan een externe cateraar

systeem ontwikkelen

Het kan voorkomen dat in een bedrijfskantine met een externe cateraar werknemers van verschillende ondernemingen kunnen eten. In dat geval moet u samen met de cateraar en de andere werkgevers een systeem ontwikkelen dat duidelijk maakt wat het totale aantal maaltijden per werkgever is en wat de werknemers van een betreffende werkgever daarvoor eventueel aan eigen bijdragen hebben betaald. Het totaalbedrag van de in de gezamenlijke kantine aan uw werknemers verstrekte maaltijden neemt u vervolgens in uw administratie op als eindheffingsloon. Let op dat dit niet het totaalbedrag van uw betalingen en verstrekkingen aan de cateraar mag zijn!

voordeel

voortaan via steekproef

Het normbedrag voor kantinemaaltijden is loon voor de werknemer (minus een eventuele eigen bijdrage, zie paragraaf 6.4), maar dit kunt u desgewenst als eindheffingsloon aanwijzen en ten laste van de vrije ruimte brengen. Zo maakt u er onbelast loon voor de werknemer van. Het voordeel hiervan is niet alleen dat het loon ook voor uw onderneming onbelast is – zolang de vrije ruimte tenminste niet wordt overschreden – maar ook dat u de verstrekte maaltijden niet langer per werknemer hoeft te administreren. U hoeft dan namelijk alleen het totale aantal van de aan werknemers verstrekte maaltijden bij te houden en dit totaal met € 3,35 (normbedrag 2019) te vermenigvuldigen. De uitkomst hiervan – verminderd met de eventuele werknemersbijdragen – brengt u onder in de vrije ruimte.

Het kabinet onderzoekt overigens of het wenselijk is om het loonvoordeel uit de verstrekking van maaltijden voortaan via een steekproef te kunnen bepalen, waardoor u niet continu elke maaltijdverstrekking hoeft bij te houden. Bij het schrijven van dit dossier is het afwachten of hier op Prinsjesdag 2019 meer over wordt bekendgemaakt.

6.3.4 Woning

welk soort

huurwaarde

Bij het vaststellen van de waarde van een kostenvergoeding voor een woning of van een terbeschikkingstelling van een (dienst)woning aan een werknemer, moet u eerst bepalen om welk soort woning het gaat: een dienstwoning of ‘gewone’ woning. Er is sprake van een dienstwoning als de terbeschikkingstelling van de woning voor de werknemer nodig is ter behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking. Is dat niet het geval, dan is er sprake van een (gewone) woning.

Dienstwoning

niet in vrije ruimte

Voor de waarde van de terbeschikkingstelling van een dienstwoning gaat u uit van de huurwaarde in het economisch verkeer. De huurwaarde is de huur die zou gelden als de woning zou worden verhuurd. Als de huurwaarde hoger uitvalt dan wat de werknemer normaal aan huur zou uitgeven, is het niet mogelijk om het bedrag dat u als loon bijtelt te verlagen door de Belastingdienst de besparingswaarde te laten vaststellen.

Een terbeschikkinggestelde dienstwoning vormt altijd loon voor de werknemer. U mag dit niet als eindheffingsloon onderbrengen in de vrije ruimte.

Voor het deel van de huurwaarde in het economisch verkeer van de dienst- of gewone woning dat ziet op buitengewone veiligheidsmaatregelen en bij huisvesting buiten de woonplaats die wordt veroorzaakt door de dienstbetrekking, is aanwijzing als eindheffingsloon wél mogelijk.

Woning

als loon bij de werknemer

18% van jaarloon

Als het niet om een dienstwoning gaat, en u de kosten van die gewone woning vergoedt of de woning ter beschikking stelt, moet u de huurwaarde in het economisch verkeer (zie hiervoor) als loon bij de werknemer verwerken. Dit mag niet als eindheffingsloon in de vrije ruimte worden ondergebracht, op de hiervoor genoemde uitzonderingen na.

Maximum

Er is een maximum verbonden aan het bedrag dat u voor een ter beschikking gestelde dienstwoning als loon bij de werknemer moet verwerken, namelijk 18% van zijn jaarloon. Voor een gewone woning geldt er geen maximum. De maximale 18% van het jaarloon geldt bij een werkweek van minstens 36 uur. Bij een kortere vaste werkweek moet u het loon van de werknemer herrekenen naar 36 uur. Bij een langere werkweek is herrekening niet toegestaan.

in evenredige delen

Bij de berekening van het jaarloon voor dit maximum houdt u geen rekening met de bijtelling van 18% zelf. U moet wel rekening houden met de vakantiebijslag. In geval van jaarlijkse uitbetaling van deze bijslag moet u die in evenredige delen bij het periodieke loon optellen als u het maximaal als loon bij te tellen bedrag per periode berekent.