2.1 Aanleiding tot het pensioenakkoord
Er wordt al jarenlang gesleuteld aan het pensioenstelsel. De reden daarvan is dat de afgelopen jaren de kwetsbaarheden (problemen) van het huidige pensioenstelsel steeds duidelijker naar voren zijn gekomen. Die problemen zijn de aanleiding tot het pensioenakkoord en komen hierna uitgebreid aan bod.
2.1.1 Dalende rente
De hoogte van de rente is van grote invloed op de pensioenkosten. Hoe lager de rente, hoe hoger de prijs van een kilo pensioen. Pensioenuitvoerders hanteren verschillende soorten rentes als het gaat om het waarderen van de pensioenverplichting en het bepalen van de pensioenpremie. Maar al die rentes hebben één gemeenschappelijk kenmerk: ze zijn sterk gedaald.
Voorbeeld
Neem bijvoorbeeld de twintigjaarsrente. Die is in de periode van 1999 tot 2019 gedaald van ongeveer 6,5% naar ongeveer 0,5%. Eind februari 2020 bedroeg die twintigjaarsrente slechts ongeveer 0,1 %!
2.1.2 Stijgende levensverwachting
Ook de levensverwachting is van invloed op de pensioenkosten. Hoe hoger de levensverwachting, hoe hoger de prijs van een kilo pensioen. Bij de introductie van de AOW in 1956 was de gemiddelde levensverwachting van een 65-jarige vijftien jaar.
Prognose
ruim twintig jaar
Sindsdien is die levensverwachting gestegen. In 2020 is de gemiddelde levensverwachting van een 65-jarige al toegenomen met ruim twintig jaar. En de prognose is dat die levensverwachting de komende jaren nog meer toeneemt.
Het voorgaande heeft ertoe geleid dat pensioenkosten enorm zijn gestegen. Over de afgelopen twintig jaren zijn die kosten meer dan verdrievoudigd. Het spreekt voor zich dat die kostenstijging de houdbaarheid van het huidige pensioenstelsel enorm onder druk zet.
2.1.3 Hoge pensioenleeftijd
langer doorwerken
De AOW-leeftijd en de pensioenrichtleeftijd zijn de afgelopen jaren gestegen. Werknemers moeten dus steeds langer doorwerken. Maar niet alle werknemers zijn in staat om die steeds hogere pensioenleeftijd (gezond) te halen, zoals voor de zware beroepen. Met name vakbonden drongen erop aan om de pensioenleeftijd niet (of minder snel) te verhogen en om regelingen te treffen waardoor werknemers in staat worden gesteld om eerder te stoppen met werken.
2.1.4 Dreigende pensioenkortingen
rekenregels
Pensioenfondsen moeten het pensioen korten als de financiële positie daartoe om vraagt. Dat leek altijd een ver-van-mijn-bed-show, maar de laatste jaren is onder andere door de dalende rente de dekkingsgraad van pensioenfondsen sterk gedaald. Daarbij spelen ook nieuwe rekenregels een rol. Op grond daarvan moeten pensioenfondsen in hun berekeningen voortaan een lager rendement veronderstellen.
Dit alles maakt dat vanaf 2020 pensioenkortingen in groten getale nodig zijn. Om die kortingen te voorkomen zouden de regels moeten worden versoepeld of is een vernieuwing van het pensioenstelsel noodzakelijk.
Koolmees stuurt brief met maatregelen
pensioenstelsel herzien
Het lukte het kabinet maar niet om met de sociale partners tot een pensioenakkoord te komen. Daarom publiceerde minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) op 11 februari 2019 zelf tien maatregelen om het pensioenstelsel te herzien. Een beperking van de verhoging van de pensioenleeftijd zat daar niet bij. Evenmin een maatregel om pensioenkortingen te voorkomen.