U bent hier

Onderneming & Fiscus
Vastgoed8. Schenk- en erfbelasting8.2 Fictieve verkrijgingen

8.2 Fictieve verkrijgingen

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Fiscaal Rendement
Publicatiedatum: april 2021

niet als ­verkrijging

Op grond van de Successiewet worden diverse rechtshandelingen belast die civielrechtelijk niet als een verkrijging volgens het erfrecht kunnen worden aangemerkt. Voor de berekening van de verschuldigde schenk- en erfbelasting worden zij fictief als verkrijging door erfrecht aangemerkt. Dit zijn de zogenoemde fictiebepalingen. De belangrijkste komen in deze paragraaf aan bod.

Tienjaarstermijn

in Nederland woonachtig

woonplaatsfictie

Iemand met de Nederlandse nationaliteit die in Nederland heeft gewoond en binnen tien jaar nadat hij Nederland ‘metterwoon’ (lees: definitief) heeft verlaten, schenkt of komt te overlijden, wordt toch geacht in Nederland woonachtig te zijn op het moment van de schenking of de erfenis. Als deze persoon binnen de tienjaarstermijn schenkt of overlijdt, wordt bij een verkrijging of schenking dus toch in Nederland schenk- of erfbelasting geheven (woonplaatsfictie). Daarnaast geldt er nog een woonplaatsfictie van één jaar voor schenkingen. Iedereen (nationaliteit speelt dus geen rol) die binnen Nederland heeft gewoond en binnen een jaar nadat hij Nederland metterwoon heeft verlaten een schenking heeft gedaan, wordt geacht op dat moment in Nederland te hebben gewoond. De Belastingdienst kan op dat moment dus ook belasting heffen.

Schenken in het zicht van overlijden

180 dagen

Voor de berekening van het te betalen successierecht worden schenkingen die zijn verkregen binnen 180 dagen vóór het overlijden van de erflater, geacht via erfrecht te zijn verkregen. De wetgever beoogt hiermee ontduiking van belasting door schenkingen in het zicht van overlijden te voorkomen. Uitgangspunt is de waarde van de schenking ten tijde van het overlijden. Eventueel al betaald schenkingsrecht wordt verrekend.

Schuldigerkenning uit vrijgevigheid

onbelast ­overhevelen

Als u een bedrag schenkt aan uw kind en dat vervolgens direct weer terugleent, is de schenking belast met schenkingsrecht. Door jaarlijks het voor het schenkingsrecht vrijgestelde bedrag schuldig te erkennen, kunt u onbelast vermogen overhevelen naar uw kind. Om hiervan te profiteren moet u deze schuldigerkenning notarieel vastleggen en moet u een zakelijke rente in rekening brengen die ook daadwerkelijk jaarlijks wordt voldaan.

Vruchtgebruik

Een onroerende zaak kan ook in de belastingheffing worden betrokken als het gaat om een verkrijging in verband met een rechtshandeling waarbij de overledene partij was en de overledene het genot had van een vruchtgebruik of een periodieke uitkering of dat er ten laste van de verkrijger een vruchtgebruik of periodieke uitkering is gekomen. In de wet is een artikel opgenomen om te voorkomen dat het vruchtgebruik zonder de heffing van erfbelasting overgaat op de erfgenamen. Al wat de verkrijger aldus ontvangt, wordt geacht te zijn verkregen krachtens erfrecht door overlijden.

Voorbeeld verkrijging vruchtgebruik van pand

artikel 10 ­Successiewet

U heeft de blote eigendom van een pand, terwijl uw vader nog het vruchtgebruik heeft. Als uw vader overlijdt, bent u successierecht verschuldigd op basis van artikel 10 Successiewet. Zou dit artikel er niet zijn geweest, dan was u geen successierecht verschuldigd over de verkrijging van het vruchtgebruik want de woning behoorde immers niet tot het vermogen van uw vader. Dit zou ontduiking van belasting in de hand werken. Deze zaken worden belast naar de waarde op het tijdstip van de rechtshandeling die heeft geleid tot de toepassing van deze fictie.