2.2 Huur en verhuur
regels
Bij huur en verhuur van een pand is sprake van een relatie tussen de huurder en de verhuurder. De huurder betaalt voor het gebruik en genot van het pand een vergoeding aan de verhuurder. De verhuurder zorgt dat de huurder ongestoord genot kan hebben van de onroerende zaak. De regels waaraan beide partijen moeten voldoen voor de huur van woon- of bedrijfsruimten zijn terug te vinden in Boek 7, titel 4 BW.
Dwingend
niet afwijken
bescherming
Voor woonruimtes zijn de algemene en bijzondere bepalingen uit de wet dwingend van aard. Dwingend wil zeggen dat u daarvan niet mag afwijken. Een verhuurder mag bijvoorbeeld niet ten nadele van de huurder overeenkomen dat de huurder gebreken zelf moet verhelpen. Alleen de huurder kan zich op deze bescherming beroepen. Dit recht wordt ook wel semi-dwingend recht genoemd. Een uitzondering geldt voor de collectief overeengekomen standaardregelingen tussen organisaties van huurders en verhuurders die worden gesloten voor een gehele bedrijfstak of beroepsgroep.