1.3 Jonge werknemers
minimumleeftijd
duurder
Om beter met Europa in de pas te lopen, is de afgelopen twee jaar de minimumleeftijd voor het wettelijk minimumloon verlaagd van 23 jaar naar 21 jaar. Dat gebeurde in twee stappen. De eerste stap was per 1 juli 2017. De tweede stap werd per 1 juli 2019 van kracht en zorgde ervoor dat ook werknemers van 21 jaar voortaan recht hebben op een volledig wettelijk minimumloon. Dit betekent dat jonge werknemers voor u veel duurder zijn geworden. Dat geldt ook voor werknemers van 18, 19 en 20 jaar. Ze hebben recht op een hoger percentage van het wettelijk minimumloon.
Compensatieregeling
jeugd-LIV
Om u enigszins tegemoet te komen, is een compensatieregeling in het leven geroepen: het lage-inkomensvoordeel voor jongeren (jeugd-LIV). Deze komt neer op een tegemoetkoming van ongeveer een derde van de extra loonkosten. Deze regeling geldt alleen voor werknemers van 18 tot en met 20 jaar. Omdat werknemers van 21 jaar sinds 1 juli 2019 recht hebben op het volledige minimumloon, komen ze in 2020 niet meer in aanmerking voor jeugd-LIV.
LIV
Voor werknemers van 21 jaar geldt het lage-inkomensvoordeel (LIV) als ze minimaal 100% en maximaal 125% van het wettelijk minimumloon verdienen. Het LIV bedraagt in 2020 maximaal € 1.000 per jaar (zie paragraaf 1.5).
Het LIV en het jeugd-LIV worden door de Wet temporisering verhoging AOW-leeftijd per 2020 beperkt. Per 2024 houdt het jeugd-LIV zelfs helemaal op te bestaan.