7.3 Eenzijdig wijzigen
nadelen
Wat nu als uw organisatie de instemming van werknemers niet krijgt? Bijvoorbeeld omdat de werknemers van mening zijn dat zij onvoldoende gecompenseerd worden voor de eventuele nadelen van de gewijzigde pensioenregeling, of omdat zij vinden dat uw organisatie had moeten vasthouden aan de progressieve premie (eerbiedigende werking)? Of wat nu als uw organisatie besluit die instemming van werknemers überhaupt niet te vragen? Dit laatste kan bijvoorbeeld het geval zijn, omdat uw organisatie verwacht daar geen overeenstemming over te kunnen bereiken.
Juridische grond
eens worden
Het is in de regel altijd goed om eerst te kijken of uw organisatie het toch niet alsnog eens kan worden met de werknemers. Krijgt een werkgever de handen ook daarna niet op elkaar, dan is het van belang om na te gaan of er voldoende juridische grond is om de pensioenregeling eenzijdig te wijzigen. Binnen het arbeidsrecht bestaan er namelijk mogelijkheden om een arbeidsvoorwaarde zonder instemming van de werknemers eenzijdig te wijzigen. Dat geldt dus ook voor de arbeidsvoorwaarde pensioen.
Zijn de werknemers het niet eens met deze eenzijdige wijziging en komt uw organisatie er niet met hen uit, dan is het aan hen om de kwestie wel of niet aan een civiele rechter voor te leggen.
Toetsingskader
bruikbaar kompas
Het is belangrijk dat uw organisatie goed voorsorteert op de juridische beoordeling van zo’n eenzijdige wijziging. Het juridisch toetsingskader biedt een bruikbaar kompas voor het (eenzijdige) wijzigingstraject en de motivatie van uw organisatie voor de eenzijdige wijziging. Geef er vooral blijk van dat uw organisatie bij de besluitvorming over de pensioenen steeds rekening heeft gehouden met de belangen van de werknemers en waarom die belangen wel of niet zwaarder wegen dan bepaalde concreet omschreven belangen van uw organisatie.
7.3.1 Wijzigingsbeding in de arbeidsovereenkomst
zwaarwichtig belang
In de meeste gevallen is in de arbeids- of pensioenovereenkomst een zogenoemd eenzijdig wijzigingsbeding opgenomen. Voor de wijziging is dan een zwaarwichtig belang nodig (artikel 613 van Burgerlijk Wetboek 7). Het belang van de werkgever moet daarbij zodanig zwaarwichtig zijn dat het belang van de werknemer dat door de wijziging zou worden geschaad, daarvoor naar ‘maatstaven van redelijkheid en billijkheid’ moet wijken.
Rechtspraak
relatieve toets
vergelijking
Over dit wetsartikel wordt, ook in relatie tot pensioen, regelmatig geprocedeerd. Uit de rechtspraak volgt onder meer dat de toets aan de hand van dit wetsartikel neerkomt op een relatieve toets. Dit betekent dat de rechter het bestaan van het zwaarwichtig belang slechts in relatieve zin beoordeelt. Het is dus niet zo dat de rechter eerst het zwaarwichtig belang vaststelt en vervolgens bekijkt of de belangen van de werknemer naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid moeten wijken (absolute toets).
In plaats daarvan maakt de rechter een vergelijking tussen het zwaarwichtig belang van de werkgever en het door de wijziging geraakte belang van de werknemer. Juist met het oog hierop zijn uw motivatie voor de wijziging, inzicht in de gevolgen van die wijziging en de afwegingen die uw organisatie moet maken, van groot belang.
Bij deze afweging kan ook een rol spelen of uw organisatie voor de wijziging wel of niet de instemming van de OR en een groot deel van het personeel heeft gekregen.
7.3.2 Geen eenzijdig wijzigingsbeding
juridisch toetsingskader
Het is ook mogelijk dat uw organisatie geen eenzijdig wijzigingsbeding in de arbeidsovereenkomsten heeft opgenomen. Daarmee is de mogelijkheid tot eenzijdige wijziging niet uitgesloten, maar geldt er wel een ander juridisch toetsingskader. Uw organisatie zal dan, in het licht van de rechtspraak, een drietrapsraket moeten nalopen:
7.3.3 Legitieme reden
Of er nu wel of niet een eenzijdig wijzigingsbeding is, uw organisatie zal hoe dan ook van goeden huize moeten komen om de juridische toets te laten doorstaan. Uiteraard heeft uw organisatie met de Wet toekomst pensioenen een legitieme reden om de pensioenregeling aan te passen. Sterker nog, uw organisatie zal wel iets móéten aanpassen om niet in strijd met civiele en fiscale wetgeving te handelen. Daarmee is uw organisatie er echter nog niet. Uw organisatie is en blijft vormgever van de pensioenregeling. Binnen de kaders van de Wet toekomst pensioenen heeft uw organisatie allerlei keuzes te maken die direct impact hebben op de pensioenregeling, zowel aan de premiekant als aan de aansprakenkant.
Rechter moet belangen gaan afwegen
verzachten
Waarom heeft uw organisatie bijvoorbeeld niet een hogere premie-inleg toegekend, of verdergaande compensatiemaatregelen om zo de eventueel nadelige gevolgen voor bepaalde groepen werknemers te verzachten? Voor zover die compensatiemaatregelen financieel op uw organisatie zouden drukken: waarom heeft uw organisatie dan niet voor de huidige werknemers gekozen voor een beroep op de eerbiedigende werking (oftewel een handhaving van de progressieve premie)? Dit kan er namelijk voor zorgen dat de oudere werknemers straks niet met een pensioengat te maken krijgen.
Ontvankelijk
Het moge duidelijk zijn dat het eenzijdig wijzigingstraject zeker geen eenvoudig te bewandelen weg is. Of een rechter straks ontvankelijk gaat zijn voor het zogenoemde solidariteitsargument (uw organisatie wil al het personeel hetzelfde behandelen en doet daarom geen beroep op de eerbiedigende werking) is, gezien de belangenafweging die moet plaatsvinden, maar zeer de vraag.