8.4 Uitvoeren dwangbevel
kiezen
Uiteindelijk geeft de ontvanger opdracht aan de belastingdeurwaarder om het dwangbevel uit te voeren. De ontvanger kan dan kiezen voor beslaglegging (paragraaf 8.4.1) of lijfsdwang (paragraaf 8.4.2). Tenuitvoerlegging van een dwangbevel is afhankelijk van de manier van betekening.
Per post
direct betalen
Is de betekening van het dwangbevel per post gebeurd, dan moet de deurwaarder eerst een hernieuwd bevel tot betaling betekenen. In principe moet u het verschuldigde bedrag dan direct betalen. Bent u afwezig, dan krijgt u een hernieuwd bevel in uw brievenbus. In dat geval heeft u twee dagen extra om te betalen. U heeft dus vier dagen voor de betaling.
Belastingdeurwaarder
Bij betekening van het dwangbevel door de deurwaarder krijgt u twee dagen de tijd. Na die twee dagen kan hij beslag leggen. U krijgt dan geen hernieuwd bevel tot betaling.
Voorkomen van invorderingsmaatregelen
communicatie
verrekening
Communicatie met de Belastingdienst kan een hoop problemen voorkomen. Kunt u de belasting niet betalen, dan is er mogelijk nog wel iets te regelen zoals:
- uitstel van betaling (zie hoofdstuk 4);kwijtschelding (zie paragraaf 4.3);verrekening van een belastingschuld met een teruggave door de Belastingdienst (zie paragraaf 3.1).
8.4.1 Beslaglegging
Het gevolg van een beslag is dat de belastingplichtige niet meer vrij over zijn bezittingen kan beschikken. Na de beslaglegging mag de belastingplichtige die bezittingen niet beschadigen, verkopen of weggeven. Het is zelfs mogelijk dat de spullen letterlijk in beslag worden genomen en dat de belastingdeurwaarder ze meeneemt.
Vormen van beslag
derdenbeslag
De deurwaarder kan beslag leggen op verschillende bezittingen. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om beslag op:
- roerende zaken;
- onroerende zaken;
- loon;
- uitkering en bezittingen die een ander voor u beheert of aan u schuldig is (zogenoemd derdenbeslag).
Loonbeslag
via de werkgever
Heeft een werknemer inkomen, dan kan de deurwaarder besluiten om beslag te leggen op zijn loon. Loonbeslag gaat via de werkgever of de instantie die een uitkering betaalt. Het is mogelijk om beslag te leggen op:
- loon, vakantie-uitkering, ziekengeld, gratificaties en tantièmes;
- wachtgeld en pensioen;
- uitkeringen zoals AOW;
- alimentatie;
- lijfrentetermijnen van levensverzekeringen.
Het is niet toegestaan om beslag te leggen op het gehele inkomen. De deurwaarder moet rekening houden met een beslagvrije voet. Beslaglegging is alleen mogelijk voor het inkomen dat boven de beslagvrije voet uitkomt.
Derdenbeslag
banktegoeden
Het kan ook zijn dat de ontvanger beslag laat leggen op bezittingen die zich bij derden bevinden. Derdenbeslag is bijvoorbeeld mogelijk op banktegoeden of schade-uitkeringen. Het is wel noodzakelijk dat die derde ook meewerkt aan het beslag. Door een derdenbeslag kan de belastingplichtige niet meer vrij beschikken over zijn bezittingen bij derden.
Overheidsvordering
natuurlijke personen
De ontvanger heeft ook de mogelijkheid om gebruik te maken van de overheidsvordering bij een bank. Er zitten wel wat beperkingen aan deze invorderingsmaatregel. Een overheidsvordering is namelijk alleen mogelijk voor aanslagen die op naam van een natuurlijk persoon staan. Bij een overheidsvordering telt de kredietruimte mee. De bank is verplicht om mee te werken aan een overheidsvordering.
De belastingschuld mag voor een overheidsvordering maximaal € 1.000 bedragen. Per keer mag de ontvanger maximaal € 500 afschrijven en dat mag maximaal twee keer per maand.
Kosten
Net als bij de andere invorderingsmaatregelen zijn er aan beslaglegging ook kosten verbonden. Voor het in beslag nemen van uw bezittingen rekent de Belastingdienst € 60.
8.4.2 Lijfsdwang
vrijheid
rechterlijk vonnis
Als laatste redmiddel kan de ontvanger besluiten om de bestuurder van de onderneming van zijn vrijheid te beroven (lijfsdwang). Op die manier wil de Belastingdienst betaling van de belastingschulden afdwingen. Voor dit zware middel is wel een rechterlijk vonnis nodig. In de praktijk past de fiscus deze maatregel niet vaak toe.